The Mudd Club: Het verhaal achter de wildste nachttempel van NYC

Tom van Haaren
Salmari Beyond the Dark
7 min readNov 14, 2020

De herinneringen aan dansen tot diep in de ochtend beginnen met de week verder te vervagen. Daarom duikt Salmari in de geschiedenis van de clubcultuur. Clubs zijn meer dan plekken voor ongebreideld hedonism en escapisme. Clubs vormen een belangrijke humuslaag voor het culturele leven in de stad. The Mudd Club (NYC, 1978–1983) is een van de mooiste voorbeelden van de invloed die clubs kunnen hebben op grootstedelijke creativiteit.

Met een investering van slechts 15.000 dollar startte Steve Mass in 1978 zijn nieuwe club. Tegenwoordig is dat haast niet voormogelijk te houden aangezien TriBeCa een van de duurste wijken van New York is. Maar in de jaren zeventig was de stad zo goed als bankroet en door globalisering stonden veel voormalige fabriekspanden leeg. Downtown werd daardoor een speelveld voor arme kunstenaars en muzikanten. Zo kwam vanuit The Village en SoHo de disco-sound op en was de Lower East Side het episch centrum van punk en new wave. Verderop in de Bronx kwam hiphop, breakbeat en graffiti op.

Het idee voor The Mudd Club ontstond bij Mass tijdens een lange autorit met filmregisseur Diego Cortes en actrice Anya Phillips. Zij vertelden over hun droom om een club te beginnen met het rauwe karakter van de beroemde punkclub CBGB, maar dan met een multidisciplinaire mix met live-muziek, dj’s, performance-art, modeshows en kunsttentoonstellingen. In het boek Life and Death on the New York Dance Floor, vertelt Steve Mass dat hij zich voelde aangetrokken tot het idee, omdat hij geïnspireerd was geraakt door de filosofie van de Situationisten. Filosoof Guy Debord schreef in ’67 het boek “De Spektakelmaatschappij” waarin hij pleite voor het creëren van ‘situaties’ waarin consumenten ontwaken om zo het leven, de politiek en de kunst te herordenen.

Anya Phillips

Toch komt het DNA van The Mudd Club vooral voort uit de geest van de in Taiwan geboren Anya Phillips. Niet alleen het idee kwam van haar, ook was ze zelf een verpersoonlijking van de club. Ze liet zichzelf in haar creativiteit niet begrenzen tot één kunstvorm, en was actief als modeontwerper, dominatrix, stripper op Times Square, art-punker, fotograaf, actrice en artiestenmanager.

Latex, drugs en seks

The Mudd Club werd de opvolger van Studio 54 als “the place to be”. Toch was The Mudd Club vooral een tegenreactie op de decadente Studio 54. Ditmaal geen rode loper met uitgelichte entree die zorgde voor glamour, maar een donkere voorgevel met een metalen ketting als afscheidingslint. Punkbiograaf Victor Bockris vertelt in het boek Club Risiko van Fred de Vries dat The Mudd Club de ontmoetingsplek was van een intense scene die “heel, heel hip en heel, heel cool, en erg, erg druggy” was. Hij beschrijft dat “het naar de klote zijn” werd verheerlijkt en veel mensen werden gedreven door drugs. Iets dat in de hand werd gewerkt door het Iran van de ayatollah Khomeini die de Verenigde Staten in 1979 overspoelde met goedkope heroïne.

De wildheid kwam ook terug in de vrije liefde. Het was de periode net voor het uitbreken van de aidsepidemie. De club ademde volgens deze clubrecensie uit People “pure kinkyness uit zoals die er niet meer is geweest sinds de cabaretscene in het Berlijn van de jaren twintig.” Het artikel bevat een quote Andy Warhol, die vertelt blij te zijn een plek te hebben gevonden “waar iedereen met elkaar naar bed gaat — man, vrouw of kind”. Het management moest zijn best doen om seks in de unisex-toiletten binnen de perken te houden.

Punkers en bohème

Er was een streng deurbeleid, waarbij typische Studio54 bezoekers zoveel mogelijk werden geweerd. De kans was groot dat als je met een limo kwam voorrijden, je werd gesommeerd te wachten (behalve als je een ster was), terwijl een zestienjarige punker of iemand die zijn armstompje liet zien wel meteen werd toegelaten. Binnen was er een mix van freaks, punkers, bohème, kunstenaars en artiesten. Denk aan Robert Rauschenberg, William S. Burroughs, Allen Ginsberg, Klaus Nomi, Debby Harry, de leden van The Ramones, Patti Astor, Jim Jarmusch, tot supermodel Gia Carangi.

Claus Nomi (links) in the Mudd Club

De club was de plek waar je moest zijn als je wilde weten wat er op artistiek gebied in de stad gebeurde. De club was essentieel om mensen te ontmoeten aangezien de meeste kunstenaars niet over een telefoon of antwoordapparaat beschikten. Op de dansvloer ontdekte je waar iedereen mee bezig was en zette je nieuwe samenwerkingen op. The Mudd Club staat daardoor volgens onderzoeker Bernard Gendron in een traditie van invloedrijke multidisciplinaire hang outs als Chat Noir in Montmartre waar Emile Zola en Eric Satie voordroegen en optraden, en Cabaret Voltairewaaruit de DADA-beweging ontsprong met kunstenaars als Tristan Tzara en Jean Arp.

No-wave

The Mudd Club is de bakermat van de no-wave. De club opende op het moment dat de vernieuwing uit de punk en new wave was getrokken. Bands als The Ramones en The Clash behoorden nu zelf tot het establishment waar ze zich voorheen tegen hadden afgezet. Als reactie hierop begon een nieuwe generatie artiesten weg te breken van het traditionele rockband-format en experimenteerden met noise, atonaliteit en genres als jazz en funk. Anders dan in de CBGB, was in The Mudd Club de dansvloer een belangrijk onderdeel van de experience. Hoewel de punkers zich in het verleden hadden afgezet tegen de decadente disco-sound, had de 4/4 discobeat zich inmiddels bewezen als het meest effectieve dansvloerritme. Veel No Wave-acts als Liquid Liquid, James Chance en Talking Heads, begonnen disco, hiphop, dubreggae en wereldmuziek invloeden te integreren als bodem voor hun sound.

Er bestond in The Mudd Club veel vrijheid om te experimenteren. Dit kwam mede omdat de muziekprogrammering nooit vooraf werd aangekondigd. Het publiek bezocht de club daardoor zonder specifieke verwachtingen. Ook resident-dj Anita Sarko heeft hier een belangrijk aandeel in gehad. In Life and Death on the New York Dancefloor legt ze uit dat de meeste mensen dachten dat The Mudd Club een punkclub was, waardoor veel bezoekers boos werden als Sarko ook disco en andere genres draaide. Volgens haar begrepen deze mensen niet dat punk in de essentie geen specifiek geluid is, maar draait om een reactionaire attitude. Haar platenkeus was er juist opgericht om te reageren tegen de verwachtingen van het publiek.

Anita Sarko @ The Mudd Club

Het samenbrengen van verschillende stijlen vond in The Mudd Club niet alleen plaats binnen de muziek. Mensen uit verschillende kunstvormen zoals graffiti, mode, film, dj-cultuur brachten nieuwe invloeden met zich mee. Door de energie van de Do It Yourself-mentaliteit van de punkscene die door de straten van New York zeilde, werd iedereen aangemoedigd om een kwast of een instrument op te pakken. Er leken geen limieten te zijn. Grenzen waren bedoeld om overheen te stappen en tegen het establishment moest je je afzetten. Daarbij hadden The Velvet Undergounden Andy Warhol een decennia eerder al bewezen dat de cross-over tussen kunst en muziek niet vreemd was.

Van dakloos naar limousine

Een van de kunstenaars die als muzikant begon op te treden was Jean-Michel Basquiat. Hij was lid van de no-wave band Gray, actief als dj, en produceerde een invloedrijke hiphop track “Beat Bop” met Rammellzee en K-Rob. Ten tijde van de opening van The Mudd Club was Basquiat een graffiti-kunstenaar die anoniem succes had als SAMO. Hij was als tiener weggelopen van huis en was daardoor dakloos. Clubs waren voor hem plekken om mensen te ontmoeten (en zo uiteindelijk een slaapplek te vinden). In The Mudd Club kreeg hij van eigenaar Steve Mass gratis toegang en soms mocht hij er zelfs slapen in de kelder.

De club was ook de plek die hem connecties opleverde die uiteindelijk zouden zorgen voor roem en rijkdom. Zo ontmoette hij er onder meer de invloedrijke Fun Gallery eigenaar Patti Astor. In de expositieruimte op de vierde etalage van The Mudd Club (waarover ene Keith Haring de leiding had gekregen), zag ze zijn eerste schilderij. Het doek was onderdeel van de “Beyond Words” expo gecureerd door graffiti-pioniers Fab Five Freddy en Futura 2000. Een paar jaar later werden de doeken van Jean-Michel verkocht voor bedragen rond de 50.000 dollar. Waar hij voorheen meestal vanwege zijn huidskleur geweigerd werd door taxi’s, reed hij nu in een limousine door de stad, in een met verf beklad Armani-pak terwijl hij dollars uit het raam strooide.

The Mudd Club sloot de deuren in 1983 toen de tent over zijn hoogtepunt heen was. Gelukkig voor de clientèle werd in New York de ene na de andere club geopend, zoals Area, Danceteria en The Limelight. Veel entrepreneurs hadden gezien hoe Steve Mass met slechts 15.000 euro de meest hippe plek van de stad had gecreëerd en besloten een soortgelijke club te beginnen. Daar ontwikkelde de alternatieve rock-disco-esthetiek zich in een meer poppy-sound. Het meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld hiervan is Madonna. Voordat ze een ster werd werkte als garderobemeisje in de Danceteria. Ook zij zette haar eerste stappen in het nachtleven in The Mudd Club. Deze foto is genomen op de dansvloer van de club met Jean-Michel, met wie ze een korte romance had.

Basquiat en Madonna @ The Mudd Club

--

--