Arnhem moet haar eenzame doden serieus nemen (column)

SAM
sambyhan
Published in
3 min readNov 23, 2020

Daklozen die overlijden hebben vaak geen geld of nabestaanden. Columnist Martijn heeft een oplossing om de overledenen een gezicht te geven.

Tekst: Martijn van Koolwijk

Het is maandagmiddag. Ik zit in een kerk. Geen grote klassieke versie maar een grauwe betonnen variant. Het regent buiten. Door de lage raampjes straalt een zwak natuurlijk licht de kerk in, langs de kandelaren en het spreekgestoelte zo onder de witte grafkist door.
De spreker doet zijn best de dienst zoveel mogelijk kleur te geven zonder oordelen te vellen. Soms vervalt hij in de gebruikelijke katholieke clichés maar gelukkig wordt het nergens storend, op deze dag dat we afscheid nemen van een verslaafde dakloze jongeman.

Als ik tijdens de dienst om mij heen kijk, zie ik dat de ruimte gevuld is met hulpverleners, een tweetal agenten en één nabestaande. De setting doet mij denken aan de ‘Poule des doods’. Niet die term uit het voetbal maar het project van de stichting ‘De eenzame uitvaart’, in 2002 opgericht door de dichter F. Starik. Sindsdien kunnen op uitvaarten van mensen zonder geld en nabestaanden, dichters uit die poule gevraagd worden om door middel van een gedicht de overledene een gezicht te geven. Inmiddels doet ook schrijver en journalist Joris van Casteren al geruime tijd mee aan het project. Al dertien keer schreef hij voor De Volkskrant prachtige verhalen en reconstructies van het leven van onzichtbaren. Stukken die elk voor een brok in de keel zorgen en waarvan ik niet kan wachten totdat deze gebundeld in boekvorm verschijnen. Als tast- en zichtbare herinnering aan mensen die buiten onze samenleving zijn gevallen.

In de dagen voor de uitvaart hebben mijn team en ik alle mogelijke vragen besproken. Heeft de zorg gefaald? De maatschappij dan? Worden sommige mensen met zo’n achterstand geboren dat zij misschien wel niet te redden zijn? Het zijn de standaardvragen die opkomen wanneer iemand van onder de dertig, met een overdosis, in een tentje wordt gevonden. Vragen die je als team van hulpverleners kunt beantwoorden maar ook maatschappelijke problemen aan het licht brengen die je niet kunt oplossen. Problemen die, net als de mensen die eronder leiden, vaak onzichtbaar zijn.

Het brengt mij terug naar het belang van de Poule des doods. In Nijmegen is er geen poule maar behoort het spreken op eenzame uitvaarten tot het takenpakket van de stadsdichter, aldus de huidige stadsdichter (en HAN-medewerker) Wout Waanders. Jesse Laport, onofficiële stadsdichter van Arnhem, is een aantal keer verzocht om op een eenzame uitvaart te spreken. Maar dat liep iedere keer om diverse redenen spaak. Hoog tijd dat Arnhem het stadsdichterschap officieel maakt en zo niet alleen laat zien dat de stad Jesse en haar cultuursector maar ook haar eenzame doden serieus neemt.

In de kerk steekt de spreker zeven kaarsjes aan. Mijn blik wordt getrokken naar het natuurlijke licht. Buiten, voor het lage raam, zwemt een meerkoet in de regen.

Voormalig HAN-student Martijn van Koolwijk werkt in de geestelijke gezondheidszorg. Hij schrijft om de week een column voor SAM. Lees zijn vorige bijdrage hier.

--

--

SAM
sambyhan

Journalistiek medium van de Hogeschool Arnhem & Nijmegen