Assepoester (column)

Martijn van Koolwijk
sambyhan
Published in
2 min readFeb 4, 2019

Het succesvol behandelen van psychologische ziektes komt grotendeels door omgevingsfactoren, niet door de behandeling. Daar moet Martijn in eerste instantie om juichen. Maar dat juichen verstomt al snel.

Foto: Raw Pixel

Onlangs bezocht ik een symposium op de HAN. Thema: “De relatie centraal of de methode centraal — of kan het allebei?” Rob Keukens (coördinator bij Sociaal Pedagogische Hulpverlening) opende de middag met een vlammende opsomming van argumenten waarom het niet uitmaakt wat er centraal staat. De grote veroorzaker van psychologische ziektes is namelijk de maatschappij waarin wij leven. En dan met name het N-woord (het neoliberale stelsel).

Later op de middag sloot Flip Jan van Oenen (arts en onderzoeker) hierop aan. Van de succesvolle behandelingen van psychologische ziektes blijkt de succesbepalende factor voor 87% niet door de behandelaar, maar door omgevingsfactoren te komen. Zorgen om zieke familieleden, het krijgen van een relatie, rust in de financiële situatie, een stress veroorzakende buurvrouw die verhuist, enzovoorts. Van slechts 1% wordt gezegd dat de methodiek de doorslag geeft. En ook dan is het van belang dat er in eerste instantie een relatie dan wel een klik tussen de patiënt en behandelaar is.

Cijfers die mij in eerste instantie vrolijk stemden. “Zie je nu wel!” juichte ik binnensmonds, terwijl ik in gedachten een vuist in de lucht stak. Totdat ik om mij heen keek, naar de mensen in de zaal. Allemaal student, werkzaam in de zorg, het welzijnswerk, docent of wetenschapper. Waar zijn de religieuzen? Oftewel de beleidsmakers, de zorgverzekeraars, bestuurders en politici die star in de meetbaarheid van psychiatrische zorg geloven? De mensen die maatschappelijk werk, een beroepstak die wel invloed kan hebben op de eerder genoemde 87%, wegbezuinigen. Zorg inkopen alsof het kantoormeubilair is en zorginstellingen alleen nog willen vergoeden als zij enkel nog behandelen met een succes gegarandeerde en dus niet bestaande methodiek?

Plots voelde het symposium als preken voor eigen parochie, maar dan met onafhankelijke cijfers uit metastudies, in plaats van uit een sprookjesboek over de meetbaarheid in de GGZ.

Een sprookje dat nog het meeste lijkt op Assepoester. Terwijl de eerder genoemde besluitnemers zich blind staren op het glazen muiltje, gaat het uiteindelijk om wie het ding past.

Voormalig HAN-student Martijn van Koolwijk is maatschappelijk werker. Hij schrijft om de week een column voor SAM. Lees hier zijn vorige bijdrage.

--

--

Martijn van Koolwijk
sambyhan

Afgestudeerd aan de HAN werkt schrijver Martijn in de geestelijke gezondheidszorg. Hij heeft onder meer geschreven voor Wintertuin en Mensen Zeggen Dingen.