De toekomst van werk

Associate lector Detaille over Fit For The Future

Hans Wanningen
sambyhan
5 min readNov 2, 2018

--

Sarah Detaille in actie (Foto: Rob Gieling)

Hoe wij werken gaat drastisch veranderen. Dat zegt Sarah Detaille, associate lector Regionale Arbeidsmarkt en Onderwijs. Haar boodschap aan werkgevers en -nemers? Zorg dat je klaar bent voor de toekomst!

Samen met een aantal HAN-collega’s, onder wie lector HRM Annet de Lange, heb je onlangs een boek uitgebracht: Fit for the future. Waar gaat het over en wat hopen jullie ermee te bereiken?
‘Het boek beschrijft hoe onderwijs, onderzoek, organisaties en overheid samen kunnen toewerken naar een toekomstbestendige arbeidsmarkt. Doel van het boek is bewustzijn te creëren over hoe je “fit for the future” wordt, als individuele medewerker, werkgever, HRM-professional, bestuurder of beleidsmaker.’

Wat betekenen trends als globalisering, digitalisering, technologisering en flexibilisering voor het moderne werkende leven?
‘Ze beïnvloeden de aard van het werk: sommige beroepen verdwijnen, nieuwe functies komen ervoor in de plaats. Maar ook bepalen die trends hoe het werk toekomstig georganiseerd wordt. Werk en onderwijs zullen steeds meer naar elkaar toe groeien. Werken wordt meer netwerken. In je werk wissel je steeds vaker van werkidentiteit doordat je meerdere rollen krijgt. Online en offline vloeien vaker in elkaar over. Privé en werk zijn steeds minder gescheiden werelden. Co-creatie wordt steeds belangrijker. Net zoals waardecreatie. In de organisatie van de toekomst gaat het niet alleen om de financiële, maar evengoed om de menselijke, sociale en ecologische waarde van het bedrijf. Wat betekent onze bedrijfsvoering voor de planeet, voor de regio en de samenleving? Hoe maken we de arbeidsmarkt inclusief en werkprocessen circulair? Hoe zorgen we ervoor dat de medewerkers vitaal en gelukkig zijn?’

‘Problematisch is het ontbreken van een leercultuur in veel organisaties.’

Wat zijn op dit moment de grootste blinde vlekken bij werkgevers?
‘Ze zijn maar matig toegerust op de ontwikkelingen die op hen afkomen. Vaak is er nauwelijks sprake van strategische personeelsplanning. Langer dan een half jaar vooruitkijken lukt de meesten niet. Vooral in kleinere bedrijven is ad hoc werken de norm.
Even problematisch is het ontbreken van een leercultuur in veel organisaties. Werken betekent, nu al: een leven lang in ontwikkeling blijven. Dan moet een werkgever dus wel doorlopend adequate scholing aanreiken. Veel bedrijven hebben een ontoereikend scholingsbudget. Of er is wel een trainingsaanbod, maar de werknemers krijgen te weinig tijd en ruimte om die trainingen te volgen. Ook hier regeert vaak weer de waan van de dag. Bedrijven moeten met hun medewerkers in gesprek gaan over hoe talenten kunnen worden ontwikkeld en behouden!’

(Foto: Rob Gieling)

Welke kwaliteiten heeft de werknemer van de toekomst?
‘Wil je als werknemer ‘fit for the future’ (lees: duurzaam inzetbaar) zijn, dan dien je aandacht te besteden aan vier gebieden. Zorg om te beginnen dat je fysiek en mentaal in een goede conditie bent. Houd je kennis en competenties op peil. Werk vanuit je innerlijke motivatie: weet waar je naartoe wilt, wat past bij je innerlijke waarden. Tot slot: leer vaardig in te spelen op steeds veranderende werkcondities en schakel hulpbronnen in vanuit je omgeving.’

Dan moeten HR-afdelingen dus ook aan de bak?
‘Klopt. De HR-professional moet de balans vinden tussen de belangen en behoeftes van werknemers en werkgevers. Beiden moeten zich vertegenwoordigd voelen, wil een organisatie floreren. Trefwoorden voor de HR-afdeling van de toekomst zijn: vitaliteitsmanagement, strategisch personeelsbeleid, talentmanagement met aandacht voor leren en ontwikkelen, goed werkgeverschap. En zeker ook: een strategische partner zijn!’

‘Het beroepsonderwijs moet uit de klas. Op de werkvloer, daar gebeurt het.’

De arbeidsmarkt is continue in beweging. Hoe moet het onderwijs meebewegen?
‘Flexibele onderwijsarrangementen zijn een deel van het antwoord, om werken en leren beter te kunnen combineren. De tijd is voorbij dat studenten eerst jarenlang in de schoolbanken doorbrengen en dan pas echt de praktijk gaan ondervinden. Hybride leerwegen, ontworpen in co-creatie door onderwijs, onderzoek en beroepenveld, zullen studenten vanaf dag één een rijke en leerzame mix van theorie en praktijk voorschotelen. Daar horen docenten bij die met één voet in de klas staan, maar als beroepsprofessional ook elders werkzaam zijn. Zij moeten in staat gesteld worden mee te draaien met projecten, naar vakbeurzen/congressen te gaan en op allerlei andere manieren feeling te houden met de praktijk. Het beroepsonderwijs moet uit de klas. Op de werkvloer, daar gebeurt het. Learning by doing dus. Laat studenten in de praktijk aan de slag gaan en toets ter plekke of ze het snappen en kunnen toepassen.’

Je signaleert een mismatch op de Gelderse arbeidsmarkt. Hoe luidt de diagnose?
‘Er zijn in onze regio heel wat sectoren met een schreeuwend personeelstekort. Denk aan ICT, de horeca, logistiek, de bouw, zorg, onderwijs of techniek. Ze zitten dringend verlegen om goede arbeidskrachten. Soms worden die in onvoldoende aantallen opgeleid. Of de schoen wringt aan werkgeverszijde. Dan is bijvoorbeeld het aanbod aan stageplekken minimaal, waardoor studenten verstoken blijven van praktijkervaring.
Tegelijk zie je bijvoorbeeld in de administratieve sector hoe routinematig werk aan computers en robots wordt toevertrouwd. Massa’s jonge mensen voor die beroepen opleiden, wat nu nog gebeurt, is dan erg onverstandig. Medewerkers uit die beroepen naar een andere sector begeleiden en daarvoor equiperen, is wél een zinnige zet.’

En wat is de therapie?
‘Aan de Werktafel Human Capital in de regio Arnhem-Nijmegen en ook in de Achterhoek zoeken we met alle betrokken partijen naar oplossingen voor deze mismatch. Die testen we in de praktijk. We experimenteren kleinschalig, in pilotvorm, om te komen tot breder toepasbare best practices.
Voor onderwijsinstellingen is het zaak om van buiten naar binnen te denken. Het hoger beroepsonderwijs moet haarfijn weten wat er speelt in het werkveld. Alleen dan kun je tevredenstellend en tijdig anticiperen op de vraag uit het bedrijfsleven.
De huidige disbalans vraagt om gezamenlijke regie. Zo kun je een uitwisseling tussen sectoren (of ook regio’s) in gang zetten, met de gewenste in-, uit- en doorstroom. Met voldoende aandacht voor (om- en bij)scholing, voor belangen van werkgevers én wensen van werknemers.’

‘Complexer werk blijft mensenwerk. Een robot kan een werknemer niet inspireren om te ontdekken waar zijn passie ligt.’

Mensen hebben zo hun makkes. Zijn robots en algoritmes niet veel fitter for the future?
‘Standaardwerk zal ons door machines en computers uit handen worden genomen. Complexer werk blijft mensenwerk. Een robot kan een werknemer niet inspireren om te ontdekken waar zijn passie ligt. Een algoritme kan er niet voor zorgen dat de sfeer verbetert op de afdeling. Bovendien creëren digitalisering en robotisering ook weer nieuwe jobs. De procesanalisten, netwerkexperts of ICT-specialisten zijn nu al niet aan te slepen.’

Heb je nog een gouden tip voor de werkers van morgen om, bij alle omwentelingen en ontwikkelingen, vrolijk en vitaal te blijven?
‘Vertrouw en volg je innerlijk kompas: ben je bewust van wie je bent, waar je voor staat, hoe het met je gaat en waar je met je loopbaan naartoe wil. En schakel hulpbronnen uit je werk- en privé-omgeving in. Kortom, pas zelfregie toe!’

--

--