De zorg goedkoper maken kost bakken met geld (en levert niks op)(column)

SAM
sambyhan
Published in
3 min readJun 21, 2021
(foto: Stella Jacob op Unsplash.com)

Sinds de vermarkting van de zorg probeert men constant te vernieuwen om de zorg efficiënter en dus goedkoper te maken. Volgens columnist en zorgmedewerker Martijn is het beter om te geloven in de kennis en kunde van de zorgverlener.

Tekst: Martijn van Koolwijk

Ik zit aan mijn eettafel met een VR-bril op mijn hoofd. In mijn gezichtsveld staat een man te schreeuwen. De gang waarin hij zich bevindt, is overduidelijk die van een psychiatrisch ziekenhuis. Terwijl de camera achter hem aan beweegt, wordt de man bozer en bozer. Dan wordt het beeld zwart en zet ik de bril af. Tegenover mij aan mijn eettafel zit een onderzoeker. “Denk je dat hiermee de zorg goedkoper kan?” vraagt ze.
Nee, schud ik. “Het antwoord is hetzelfde als de vorige keren, de zorg kan niet goedkoper door de grondwerkers effectiever te laten leren.”

De onderzoeker tegenover mij werkt aan een project waarbij diverse digitale leermiddelen worden getest. De VR-bril is er een van en ook meteen de meest innovatieve. De vraag is echter of de zorg en de GGZ niet een keer moeten stoppen met al die innovatie, aangezien de achterliggende gedachte altijd is: ‘de zorg goedkoper maken.’ Iets wat het juist niet doet.

De drang om continu te vernieuwen kost de zorg klauwen met geld. Er worden dure onderzoeken gedaan om duurbetaalde managers over te halen te investeren in nieuwe technieken en methodieken die vervolgens door de mensen die het werk uit moeten voeren — in hun kostbare tijd — aangeleerd moeten worden. De vraag of de zorg goedkoper kan, wordt dan ook vaak gekoppeld aan de mensen die de zorg daadwerkelijk leveren. Het eerdergenoemde voetvolk. Terwijl de mensen die al deze leuke innovaties bedenken, het duurst zijn.

Het is niet voor niks dat onlangs uit onderzoek bleek dat het sociaal werk kampt met een ontzettend groot personeelsverloop. Iedereen die in de huidige markt nog een huis wil kunnen kopen of er na een paar jaar achter komt dat hij/zij cliënten toch wel een beetje vervelend vindt, komt in het management of de innovatie terecht. Alwaar het daadwerkelijke helpen van mensen al snel in een papieren werkelijkheid en excelsheets verandert. Ondertussen lijden de cliënten aan het gebrek aan continuïteit, moeten zij telkens opnieuw hun verhaal doen en zijn de werkers veel tijd kwijt aan cursussen en verantwoorden van de gewerkte tijd, door de excelsheets netjes te vullen met informatie voor de managementlaag. En de gemeenten en zorgverzekeraars dwingen het af om er zeker van te zijn dat hun geld goed besteed wordt.

Het zijn allemaal bijwerkingen van de vermarkting van de zorg. Waar concurrentie de boel goedkoper had moeten maken, blijft er onderaan de streep vooral minder tijd over voor de zorgvrager en daadwerkelijke zorgverlener. Het tij is te keren door te geloven in de kennis en kunde van de hulpverleners en erop te vertrouwen dat zij doen wat nodig is. En dat de eventuele controle hiervan bij kleine teams ligt, waarin de werknemers elkaar blijven evalueren op het geleverde werk. Daar hebben we, hoe cool ook, geen VR-bril voor nodig.

Martijn van Koolwijk is afgestudeerd HAN-student Social Work en werkt enige jaren in de geestelijke gezondheidszorg. Hij schrijft om de week een column voor SAM. Lees zijn vorige bijdrage hier.

--

--

SAM
sambyhan

Journalistiek medium van de Hogeschool Arnhem & Nijmegen