Een mens is meer dan een eerste impressie (column)

SAM
sambyhan
Published in
3 min readApr 6, 2021

Door de dagelijkse overdaad aan prikkels oordelen we steeds sneller over anderen, zonder dat we die persoon kennen, zegt columnist Martijn. We moeten stoppen om mensen in hokjes te duwen.

Tekst: Martijn van Koolwijk

‘Hey, vind jij mij een allochtoon?’ vraagt C. mij out of the blue.
Verbaasd door de vraag kijk ik hem in stilte aan.
‘K. vond van wel, die zei dat laatst,’ vervolgt hij, om de ongemakkelijke stilte te verbreken.
‘En wat vind je zelf?’, vraag ik hem.
‘Ik ben gewoon een Hollander, ik ben hier geboren, m’n pa is hier geboren.’
‘Maakt ‘t wat uit?’
…stilte…
‘Nee, voor mij niet, nee.’

In de dagen na het gesprek met C. bleef er een vraag bij mij hangen.
Als het niet uitmaakt, waarom hadden wij dan überhaupt dit gesprek?
Waarom was K. hierover begonnen? In een samenleving waarin het individu en de individuele vrijheid hoogtij vieren, lijkt het belangrijk jezelf sterk gekaderd af te schilderen. Jezelf aanprijzen in een elevator pitch of op dating apps gaat immers om een sterke snelle eerste indruk, waarbij je zoveel mogelijk over jezelf vertelt. Door de overstroming van dingen die dagelijks onze aandacht trekken, worden we ook steeds meer verleid sneller over anderen te oordelen.

Dit sneller over een ander oordelen zorgt niet alleen in de afname van interesse voor die persoon (je hebt je oordeel immers al klaar), het jezelf in een aantal steekwoorden en rollen samenvatten, leidt ook tot gijzelende gedachten. Bijvoorbeeld door te zeggen dat je iets nu eenmaal zo doet omdat je een man bent. Natuurlijk lijkt zo’n hokje je een vrijbrief voor je gedrag te geven, maar tegelijkertijd verlam je er je eigen ontwikkeling mee. Waarom zou je dit veranderen? Je bent nu eenmaal een man. Delen en gedragingen van je identiteit aan één kenmerk ophangen maakt kwetsbaar.

C. heeft een tint. Die tint maakt dankzij institutioneel racisme bepaalde dingen voor hem lastiger. Mensen zullen eerder en harder over hem oordelen door de vooroordelen die ze hebben. Dit zorgt ervoor dat C. meer en meer van zijn zijn aan dit stukje van zijn identiteit op zal hangen. Het doet mij denken aan mijn eigen jeugd. Het stuk institutioneel racisme uiteraard daargelaten.

Als kind van twee invalide ouders zorgde ik veel en deed ik veel huishoudelijke taken. De gesprekken met leraren over mijn voortgang gingen vervolgens ook voor 95% over de verzorgende rol die ik had. Toen ik eenmaal op mezelf woonde, ontplofte het huishouden. Van overal volle asbakken tot een aan de vloer geplakte kop thee aan toe. Een periode van slecht voor mezelf zorgen, om de overheersende rol van zorger van mij af te schudden en uiteindelijk een gulden middenweg te vinden. Zoals ik nu meer ben dan ‘iemand die uit dat hokje brak’, zo was ik toen meer dan die zorgrol waar ik — doordat het er altijd over ging — onbewust in opgelost was.

Zoals mijn ouders meer waren dan twee invaliden is C. meer dan iemand met een tint. Waar twee mensen elkaar ontmoeten, ontmoeten twee geschiedenissen elkaar. Die geschiedenissen zorgen ervoor dat we oordelen vanuit onze eigen opvattingen, maar leren ons daarbij dat we meer zijn dan het kenmerk dat of de rol die je als eerste ziet.

Voormalig HAN-student Martijn van Koolwijk werkt in de geestelijke gezondheidszorg. Hij schrijft om de week voor SAM. Lees zijn vorige column hier.

sambyhan

SAM is het online journalistieke medium van de HAN voor…

Following

--

--

SAM
sambyhan

Journalistiek medium van de Hogeschool Arnhem & Nijmegen