‘Geen rolstoel, wel een luisterend oor’

Studenten runnen zelfstandig afdeling Depressiecentrum

Olga Helmigh
sambyhan
4 min readJun 28, 2018

--

De verpleegkundestudenten van het ROC en de HAN. Boven, 2e van links Anne Peren, rechts daarnaast Kimberly Mateman, Maarten Bourgonje en midden voor Inez van de Logt

Ze leiden vrijwel zelfstandig een afdeling van het Expertisecentrum Depressie van Pro Persona: de acht Verpleegkundestudenten van de HAN (HBO-V) en het ROC. ‘Je bent je eigen instrument in de psychiatrie: je kunt cliënten geen rolstoel aanbieden, maar wel een luisterend oor.’

Donderdagmiddag, half drie. Het is rustig op de afdeling. De cliënten zijn naar therapie, of zitten op hun kamer. In het verpleegkantoor zijn de studenten bezig met administratieve zaken, of ze kletsen met elkaar. Er wordt thee geschonken en de HAN-studenten schuiven aan de tafel waar elke ochtend de dagstart plaatsvindt. ‘Maar dan moet je wel eerst alle cliënten uit bed krijgen’, vertelt Anne Peren, één van de studenten. ‘Dat is voor mensen met een depressie niet vanzelfsprekend. De ochtenden zijn meestal het zwaarst. Wij activeren hen om aan de dag te beginnen.’

‘Waar de één baat heeft bij een strenge aanpak, komt de ander los bij een zachtaardige methode.’

Voelsprieten
Naast Anne zijn er drie andere HAN-studenten: Kimberly Mateman, Maarten Bourgonje en Inez van de Logt. Ze hebben verschillende taken. Na het wekken bespreken ze samen met de cliënten hoe ze zich voelen en wat de planning van die dag is. ‘Je ontwikkelt in dit werk enorme voelsprieten’, vertelt Kimberly. ‘Iedere cliënt heeft een ander verhaal en een eigen benadering nodig. Waar de één baat heeft bij een strenge aanpak, komt de ander los bij een zachtaardige methode.’
De rest van de dag staan de studenten klaar voor de cliënten en zien toe op inname van medicatie, aanwezigheid bij therapieën en het contact met behandelaars en familie. ‘Daarnaast zorgen we dat cliënten structuur aanbrengen in hun dag: rust- en beweegmomenten inbouwen en balans zoeken tussen wat hij of zij aankan.’

Identificeren
Het fenomeen ‘leerafdeling’ is niet nieuw in het hoger onderwijs, maar het is voor het eerst dat verpleegkundestudenten op deze manier bij een geestelijke gezondheidszorginstelling kunnen stagelopen. ‘In het begin word je intensief begeleid door het vaste team, maar nu, vijf maanden later, opereren we grotendeels zelfstandig’, aldus Anne. ‘Dat is het mooie aan een leerafdeling: je doet het samen. Daardoor leer je sneller van elkaar.’ De cliënten variëren in leeftijd, een aantal is ouder dan de studenten. ‘Voor sommigen was het wennen om behandeld te worden door studenten, maar bij de intake wordt vermeld dat Pro Persona werkt met stagiairs’, aldus Kimberly. ‘Eigenlijk merken we vooral voordelen: het verlaagt voor jonge cliënten de drempel, omdat ze zich meer met ons identificeren.’ De keerzijde, namelijk dat je je aan elkaar gaat hechten, is wél een uitdaging. Kimberly: ‘Je moet goed opletten dat je niet té familiair of vriendschappelijk wordt. Het is een dunne scheidslijn.’

Onzichtbare puzzel
Iedere dag werken met mensen die lijden aan een depressie –‘want het is écht een ziekte’, aldus Inez- is niet gemakkelijk. ‘Het komt geregeld voor dat ik ‘s avonds in bed lig na te denken over hoe het met een bepaalde cliënt gaat, of lig te malen over een verhaal dat ze hebben gedeeld’, vertelt Maarten. ‘Je leert hier gaandeweg mee omgaan, maar je blijft een mens natuurlijk.’ Het is vooral heftig als een cliënt ook suïcidaal is. ‘Je doet wat je kunt als verpleegkundige, samen met de psychologen, psychiaters en therapeuten, maar depressie is een onzichtbare puzzel waarvan stukken zoek zijn of ontbreken.’ Inez haakt aan: ‘Dat maakt het werk wrang genoeg ook mooi: je kunt constructief bijdragen aan die puzzel, en niks geeft meer voldoening dan een cliënt te zien opknappen.’

‘Als dit niet werkt, ga ik naar de levenseindekliniek. Ik heb alles al geprobeerd.’

Zinloos
Eén van de cliënten waar de studenten mee werken, is Ash (26). Hij is klinisch depressief en heeft suïcidale gedachten. Halverwege het gesprek schuift hij aan. ‘Ik zit hier sinds november, dus heb de studenten in februari zien komen’, vertelt hij. ‘Het was best gek, want één van hen was gelijk aanwezig bij het bespreken van mijn behandelplan. Maar ik vind het niet erg dat ze er zijn. Ze moeten het vak leren en dat doe je het beste in de praktijk.’ Ash ziet zijn behandeling in het expertisecentrum als laatste hoop. ‘Als dit niet werkt, ga ik naar de levenseindekliniek. Ik heb alles al geprobeerd.’ Uit respect voor zijn privacy blijven details onbesproken, al is hij openhartig over zijn aandoening. ‘Het is moeilijk om uit te leggen hoe het is in mijn hoofd. De ochtend gaat voor mij juist nog wel, maar gedurende de dag wordt het steeds zwaarder. Alles kost me moeite, alles voelt zinloos. Ik compenseer door sociaal wenselijk te zijn in gesprekken, maar dat put me uit.’
De groep studenten is rustig onder zijn opmerkingen. ‘Het raakt ons, maar je moet professioneel blijven’, aldus Kimberly. ‘Dit is die dunne scheidslijn waar we het over hadden.’

Zware tak van zorg
Voor alle studenten is inmiddels duidelijk dat ze in de geestelijke gezondheidszorg willen werken. Ze moeten alleen nog een jaar studeren of binnenkort afstuderen. ‘Ik blijf hier zelfs werken als de stage erop zit’, vertelt Inez. Ze heeft haar plek bij Pro Persona gevonden. ‘Het is een zware tak van zorg, maar wat je kunt bereiken met cliënten is heel bijzonder en waardevol.’

--

--

Olga Helmigh
sambyhan

Journalist met focus op human interest, cultuur, onderwijs en media. Redacteur bij SAM, het journalistieke medium van de Hogeschool Arnhem & Nijmegen.