HAN-studenten online in gesprek met onderwijsminister Van Engelshoven

Onderwijskwaliteit hangt nauw samen met verbinding

SAM
sambyhan
4 min readOct 12, 2020

--

We missen vooral het echte contact, vertelden HAN-studenten maandagochtend in een onlinegesprek met onderwijsminister Ingrid van Engelshoven. Maar ‘online’ scheelt soms ook een hoorcollege van drie uur. “Maak er gewoon het beste van.”

Tekst: Walter Baardemans

Minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wilde tijdens haar online ‘werkbezoek’ aan de HAN van studenten zelf horen hoe het studeren in coronatijd gaat. “Want het is echt anders nu. Ik ben benieuwd hoe jullie de onderwijskwaliteit ervaren”, nodigde de minister de 17 ingelogde studenten uit. Naast de studenten waren enkele docenten en organisaties aangehaakt, waaronder de landelijke studenten vakbond LSVb.

Iets geleerd
“Een les is goed als ik het gevoel heb dat ik echt iets geleerd heb”, zei Pedagogiekstudente Ilona Benting over de onderwijskwaliteit. Dat kan online nogal wisselen, gaven meerdere studenten aan. “Soms is een online les niet veel meer dan een powerpoint, waarvan je 50 procent al weet. Belangrijk is dat er interactie en betrokkenheid georganiseerd wordt.”

Weinig ruimte voor interactie
Die betrokkenheid wordt er volgens de studenten niet eenvoudiger op als er online klassen samengevoegd worden. “In een online hoorcollege met 90 deelnemers is er weinig ruimte voor interactie.” Ook de start na de vakantie maakte het er niet beter op, zei tweedejaars Pabo-student Rogier de Keijzer. “Voor de vakantie kende je je docenten al. In het tweede jaar krijg je nieuwe docenten die je niet kent; dan verloopt het contact minder makkelijk. Dat motiveert minder.”

Communicatiedocent Saskia Houben: “Door op te schalen naar grotere onlinesessies creëren we ruimte om ook in kleine groepen te werken. Maar het is nog een beetje zoeken”

Gericht inzetten
Het is beter als online lessen gericht worden ingezet, bijvoorbeeld voor kennisclips of om in kleine groepen leerstof die je hebt voorbereid in opdrachten te verwerken. Al zit daar volgens een student ook een nadeel aan: “Er is gesneden in mijn lesuren omdat mijn docent meerdere groepen moet begeleiden. Aan het eind van het semester moet ik wel dezelfde kwaliteit leveren.”

Kleine groepjes
De minister hoorde van alle studenten dat interactie met de docenten belangrijk is. Dat ontstaat in een klas vanzelf, maar is ook online belangrijk en gaat makkelijker in kleinere groepen. Communicatiedocent Saskia Houben: “Dat proberen wij als docenten ook te organiseren. Door op te schalen naar grotere onlinesessies creëren we ruimte om ook in kleine groepen te werken. Maar het is nog een beetje zoeken.”

Mentorles
Behalve contact met docenten in de lessen is het contact tussen studenten onderling belangrijk, stelden de studenten. “Wij hebben bewust eenmaal per week een mentorles. Dat is een goede aanvulling.” Een andere student zei dat studentenverenigingen daarin ook een rol spelen: “Wij brengen eerstejaars en derdejaars met elkaar in contact om de verbinding te maken.” Janne Franka Knuiman (Bio-informatica) vond het heel fijn dat een medestudent haar niet belde over school, maar gewoon uit belangstelling: “Ik dacht dat het over een deadline ging, die ik misschien had gemist. Maar ze belde om te vragen hoe het mij ging. Dat vond ik heel fijn.”

Jantine Hadders, gespreksleider

Tussentijdse conclusie
Het leidde tot een tussentijdse conclusie van gespreksleider Jantien Hadders dat verbinding vinden in kleine groepen belangrijk is voor het onderhouden van contacten en het vasthouden van motivatie. “Onderwijskwaliteit hangt nauw samen met verbinding”, aldus de samenvatting van Hadders.

Combinatie van online en offline
Er waren ook zeker dingen die na de coronatijd behouden kunnen blijven, meenden de studenten. Florentina Mion (Social Work): “Ik ben blij met het afschaffen van hoorcolleges. Daar leer ik de theorie niet toepassen.” Kim van Zundert: “Ik doe een tweede studie. Dan zijn online lessen heel handig. Dat kan voor meer doelgroepen gelden.” Kristy Achterhuis (Management en Zorg) meende dat de toekomst een combinatie van online en offline moet zijn. “Je kunt online informatie aanbieden, waardoor je in de les gerichter vragen kunt stellen.”

Minister Van Engelshoven: “Ik pak mee dat online een blijvertje is, mits daar goede didactiek aan vastzit. Ik hoor dat er met kennisclips ontwikkelingen zijn. Stap voor stap komen we verder. En contact in kleine groepen is daarbij nodig”

In eigen tempo
Volgens Marc Damen, docent Toegepaste Psychologie, gaat het eigenlijk best goed. “We hebben nog geen volledig zicht op het studierendement, maar we zien dat toetsen beter gemaakt worden. We hebben het idee dat dat komt omdat studenten kennisclips en opdrachten beter in hun eigen tempo en tijd kunnen verwerken. Dat komt ten goede aan de kwaliteit die studenten leveren.” Communicatiedocent Saskia Houben haakt daarop in: “Jullie tonen eigen verantwoordelijkheid. Dat levert echt een bijdrage aan de kwaliteit.” Rogier de Keyzer: “Mijn oproep aan studenten in het land: maak er gewoon het beste van.”

En het collegegeld?
HAN-bestuurder Bridget Kievits is onder de indruk van de flexibiliteit en positiviteit bij de studenten, zegt ze. Ook minister Van Engelshoven heeft een heel fijne start van de week, zegt ze in haar slotwoord. “Ik pak mee dat online een blijvertje is, mits daar goede didactiek aan vastzit. Ik hoor dat er met kennisclips ontwikkelingen zijn. Stap voor stap komen we verder. En contact in kleine groepen is daarbij nodig.”
En minder collegegeld? Van Engelshoven: “Ik snap de vraag. Maar deze manier van onderwijs is voor instellingen niet goedkoper. De middelen zijn nodig om de kwaliteit van het onderwijs en het diploma op peil te houden. Met minder collegegeld zouden studenten in hun eigen vingers snijden. Dat zou doodzonde zijn.”

--

--

SAM
sambyhan

Journalistiek medium van de Hogeschool Arnhem & Nijmegen