Hard op de inhoud, zacht op de relatie

Interview met gloednieuw CvB-lid Bridget Kievits

Olga Helmigh
sambyhan
5 min readOct 4, 2018

--

Bridget Kievits is nu precies een maand lid van het College van Bestuur. SAM vond het tijd voor een kennismaking met de kunstzinnige Neerlandicus en sprak met haar over bildung, leiderschap, reizen met de bus en Pippi Langkous.

Bridget Kievits

Het is vroeg in de ochtend als Bridget ons ontvangt in haar kantoor op de Arnhemse campus. Ze is er net, reizend vanuit haar woonplaats Haarlem, met de trein en bus 1. ‘Een lange rit. Wat ik heerlijk vind, met een kop koffie en een boek erbij. Bovendien krijg ik in de bus naar de HAN-campus de kans om te luisteren naar gesprekken tussen studenten. Daar geniet ik van, want zo hoor ik wat hen bezighoudt. Het houdt me met beide benen op de grond: voor hen werken we, voor hen doen we het.’

Na het uiteenvallen van het College van Bestuur (CvB) door de ziekte van Frank Stöteler en het tragische overlijden van Diana de Jong, heeft Kees Boele een tijd lang alleen aan het roer gestaan, geflankeerd door interim-lid Tijs Breukink. Dit nieuwe studiejaar is het College van Bestuur weer compleet, met de komst van Bridget, voorheen bestuurder van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK), en Yvonne de Haan, die deze week bij de HAN is begonnen.

Hoe is het voor jou om te starten in een CvB waar twee verliezen zijn geleden?
‘Het is dubbel. Aan de ene kant staat het los van mij: Kees, Yvonne en ik vormen samen een nieuw bestuur, met een eigen dynamiek. Ik kende Diana en Frank niet, maar natuurlijk begrijp ik het verdriet dat het CvB heeft gevoeld. Kees heeft het erg moeilijk gehad, hij stond plotseling en noodgedwongen alleen aan de top én moest afscheid nemen van gewaardeerde collega’s. Dat is lastig. Ik hoop dat ik, samen met Yvonne, kan bijdragen aan een nieuwe impuls, een nieuw begin.’

Je carrière tot nu toe speelt zich af in de kunstsector en het kunstonderwijs. Zie je deze stap als een breuk met de kunsten?
‘Nee, want ik ben altijd werkzaam geweest aan de organisatorische kant. Ik ben zelf ook geen kunstenaar, maar heb Nederlandse Taal- en Letterkunde gestudeerd en ben het kunstmanagement ingerold. Tien jaar lang was ik zakelijk leider van het koor van de Nederlandse Opera, en daarna ben ik bij het Koninklijk Conservatorium terechtgekomen. Het verschil zit niet zozeer in de inhoud van het werk: ook op de AHK had ik te maken met professionals en de zakelijke kant. Het verschil zit wellicht meer in de werkomgeving: bij de AHK waren flamboyantere types en had ik te maken met autonome academies met zeer uitgesproken niches. Ik vind het leuk om nu een breder onderwijspalet mee te maken. Daarbij verlaat ik de kunsten niet helemaal, want mijn persoonlijke bezigheden spelen zich er nog altijd af. Zo zing ik in een vocaal ensemble en bekleed een aantal nevenfuncties in de branche.’

‘De afdelingshoofden, managers en leidinggevenden vormen de ruggengraat van de organisatie.’

Je start in een periode waarin er veel verandert op de HAN. We zijn bezig met HAN 2020, academievorming, integrale positionering. Je valt met je neus in de boter.
‘Er is voor een bestuurder niets leuker dan dat. Uiteraard wist ik waar ik aan begon, ik heb er bewust voor gekozen. Kees, Yvonne en ik hebben vlak voor de zomer samen geluncht en alle ontwikkelingen uitvoerig besproken. Het inspireert me enorm, en ik geloof zeer in de koers die de HAN heeft aangevangen. Naast de docenten, die natuurlijk de basis van alles vormen, is het middenkader cruciaal. De afdelingshoofden, managers en leidinggevenden zijn de scharnierpunten: zij vormen de ruggengraat van de organisatie. Als zij stroef gaan of de visie niet kunnen overbrengen, lukt het niet om de héle organisatie mee te krijgen. We moeten hen dus de middelen en mogelijkheden geven die ze nodig hebben om die taak te vervullen. Wij als HAN moeten met z’n allen naar de gestelde stip op de horizon en daar is draagvlak voor nodig.’

Wat is jouw modus operandi als bestuurder om dat draagvlak te creëren?
Ik geloof niet in zoete broodjes bakken: ik ben hard op de inhoud, maar zacht op de relatie. Wat ik belangrijk vind, is horen waar jouw ‘buikpijn’ zit, en te benoemen wat jou bezighoudt. Bij veranderingen komen zorgen mee en als bestuurder moet je een kokende pan niet meteen met een deksel willen smoren. Juist dán kookt het over. Laat maar even flink borrelen, zodat we weten wat er speelt. Vaak zakken emoties dan vanzelf en kun je constructief met elkaar verder. Zoals gezegd is ook het inzetten van de juiste mensen op de juiste posities essentieel. Je kunt voorop gaan staan en aan de meute trekken om ze vooruit te krijgen, óf je gaat letterlijk en figuurlijk achter mensen staan en motiveert ze in de goede richting.’

Bildung is een belangrijk thema op de HAN. Hoe sta jij hier tegenover?
‘Daar ben ik heel enthousiast over. Wij leiden de mensen van de toekomst op. Het hoort bij onze rol om jonge mensen niet alleen een vak te leren, maar hen te stimuleren kritisch te zijn. Op een open manier (zelf)reflecteren en proefondervindelijk de wereld ontdekken maakt je een betrokken mens, een wereldburger. Het baart me zorgen dat veel jongeren kampen met psychische problemen en veel prestatiedruk ervaren. Juist daarom is het belangrijk om hen mee te geven dat ze niet overal een antwoord op hoeven te hebben. Durf te proberen, durf te falen, durf succes te hebben, durf te bevragen: het hoort bij het leven.’

‘De uitspraak van Pippi Langkous, ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’, vind ik prachtig. Een groot deel van verandering is de overtuiging die eraan ten grondslag ligt.’

Studenten opleiden tot professional én wereldburger, de organisatie drastisch omgooien….wankelt de HAN niet onder die vele ambities?
‘We hebben onszelf veel ten doel gesteld, dat klopt. Toch moet je durven veranderen, als je hebt besloten dat het nodig is. En veranderen kost tijd en gaat met vallen en opstaan. Er is bij zulke transformaties altijd sprake van patience of the mind and impatience of the heart: je wilt vurig vooruit, maar gaat geregeld noodgedwongen op de rem of op je gezicht. Twee stappen vooruit, één stap terug. Maar je blijft in beweging, en houdt het doel voor ogen. Je moet erin geloven. De uitspraak van Pippi Langkous, “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan”, vind ik dan ook prachtig. Waarom zou het niet lukken? Een groot deel van verandering is de overtuiging die eraan ten grondslag ligt.’

Hoe zijn de portefeuilles verdeeld?
‘Pas als we compleet zijn, deze week dus, gaan we de portefeuilles verdelen.

Heb je nog een voornemen over hoe je te werk wilt gaan als CvB-lid?
‘In mijn eerste week heb ik een rondleiding gekregen. Daar hoorde een ontmoeting bij met de Medezeggenschapsraad en het teamleidersoverleg van het Service Bedrijf. Aan hen heb ik gevraagd of zij een tip voor me hadden. Die was luid en duidelijk: wees zichtbaar en toegankelijk. In dat advies kan ik me volledig vinden. Voor je het weet, zit je als bestuurder in een ivoren toren, dus ik ga regelmatig de werkvloer op en wil weten wat er leeft op de HAN. Alleen zo komen we bij die stip op de horizon: samen.’

--

--

Olga Helmigh
sambyhan

Journalist met focus op human interest, cultuur, onderwijs en media. Redacteur bij SAM, het journalistieke medium van de Hogeschool Arnhem & Nijmegen.