Herwaardering (column)

SAM
sambyhan
Published in
3 min readMar 19, 2020

Natuurlijk vroegen we onze columnist Martijn wat de gevolgen zijn van de maatregelen tegen het coronavirus in de ggz. Dat is niet zo makkelijk uit te leggen, zegt hij, maar hij doet een poging.

Foto: Anastasiia Chepinska op Unsplash

Tekst: Martijn van Koolwijk

Lastig. Dat is het eerste dat door mijn hoofd schiet wanneer ik gevraagd word een column te schrijven over de gevolgen van corona binnen de ggz. “Dat is praktisch onmogelijk”, geven collega’s mij terug wanneer ik de vraag met hen bespreek. Anderen, werkzaam in dezelfde beroepsgroep: “Daar is nu toch niks nuttigs over te melden?”. We hebben allemaal gelijk en ongelijk. Want ja, er viel de afgelopen dagen weinig te melden en tegelijkertijd heel veel.

Behorende tot de vitale beroepen was maandag al snel een ding duidelijk: wij werken door, kijken samen naar wat nodig is om optimaal zorg te kunnen blijven bieden en ook veilige afstand te houden. Wat daarna echter volgde, was twee dagen die als een week voelden. Meerdere malen per dag overleggen. Geconfronteerd worden met de eerste besmettingen binnen de lokale ggz. Regels verder aanscherpen. Cliënten inlichten. Kortom: continue knopen doorhakken gebaseerd op informatie die op het moment van het hakken al weer verouderd bleek te zijn.

Inmiddels lijkt de rust voor zover mogelijk teruggekeerd en zijn de grootste besluiten genomen. Uitgangspunt: iedereen die werkt in de vitale beroepen, de zorg voorop, krijgt de komende maanden corona. Om zorg te kunnen blijven leveren, moeten we terugschakelen naar het enkel leveren van de hoogstnoodzakelijke zorg. Zo weinig mogelijk face-to-face contacten en zo veel mogelijk telefonisch. Dit om te voorkomen dat we tegelijk ziek worden en de zorg stil valt. Verkoudheid en keelklachten zijn geen legitieme reden om thuis te blijven zolang je lichaamstemperatuur onder 38 graden blijft.
Het is de beste oplossing maar heeft ook iets rauws. Met een sterftepercentage van rond 2% gaan er de komende maanden ook onder de ggz-medewerkers slachtoffers vallen en bestaat er een kans dat ik vrienden moet gaan vragen een tasje boodschappen voor mijn deur te plaatsen.

Toch moeten we proberen de angst buiten de deur te houden. Volkskrantcolumnist Bert Wagendorp schreef aan het begin van de crisis: het is alsof we massaal onze eigen sterfelijkheid zijn vergeten. En daar had hij niet meer gelijk in kunnen in hebben. Nu het dagelijks leven minder en minder om verre, dure reizen draait en om grotere huizen kopen om meer spullen in op te slaan, zie je de herwaardering van kleine gebaren groeien. Of dat nu voor iemand boodschappen doen is, op elkaars kinderen passen, met zijn allen voor de zorgmedewerkers klappen, een broodje kopen om je favoriete horecagelegenheid te steunen of bij het uitstappen de buschauffeur te bedanken, het bewijst dat de meeste mensen deugen.

En dat zorgt ervoor dat ik angst, nihilisme en fatalisme buiten de deur kan houden en net als al die verplegers, (dieren-)artsen, vuilnismannen, supermarkt- en magazijnmedewerkers, brandweermannen, politieagenten, buschauffeurs, treinmachinisten, zo gewoon mogelijk mijn werk kan blijven doen.

Voormalig HAN-student Martijn van Koolwijk werkt in de ggz. Hij schrijft om de week voor SAM. Lees hier zijn vorige bijdrage.

--

--

SAM
sambyhan

Journalistiek medium van de Hogeschool Arnhem & Nijmegen