Het vraagstuk Vlissingen

Martijn van Koolwijk
sambyhan
Published in
3 min readDec 17, 2018

Martijn beschrijft hieronder een waargebeurde werksituatie. Een pijnlijke situatie ook. Maar ja, mensen doen ook maar gewoon hun werk.

De meiden aan het bureau tegenover P. maken een bazige indruk. Samen zijn ze misschien even oud als P. De één overduidelijk een stagiair, de ander waarschijnlijk net afgestudeerd. Toch spreken ze P. aan alsof hij een kind van 12 is.

“Wij hebben even goed naar de door u ingeleverde papieren gekeken en dat riep toch wel een paar vragen bij ons op”, zegt de oudste van de twee. De ander knikt en begint door een stapeltje uitgeprinte bankafschriften te bladeren. Dan haalt ze een markeerstift tevoorschijn. Ze omcirkelt een transactie.
“Deze bijvoorbeeld”, zegt ze, terwijl ze het papiertje naar P. toeschuift.
‘W.Graat — Vlissingen’ staat er in de cirkel. P. kijkt naar het papier en zwijgt.
“Bent u er stil van?”

Wanneer P. wederom niet reageert zucht de oudste.
Daarna: “Kijk, weet u wat het is, meneer? Wij doen ook maar gewoon ons werk en dat werk bestaat uit het controleren of uw gegevens nog kloppen. Soms stuiten wij tijdens deze controles op… tja, hoe zeg ik dat netjes… ‘onjuistheden’ die kunnen wijzen op het maken van misbruik van uw recht op een bijstandsuitkering.”
“Juist!” vervolgt de jongste. Ze pakt een pen en wijst naar de cirkel. “In dit geval is Vlissingen zo’n onjuistheid.”

P. slikt even en begint dan te stamelen: “Ik…ik heb geen idee.. Ik ben nog nooit in Vlissingen geweest”.
“Toch staat hier…” de jongste tikt op het papier, “Vlissingen.”
“Ja… ja, ik zie het ook… ik heb geen idee.”

P. schuift ongemakkelijk op zijn stoel heen en weer en vervolgt: “Ik… ik zou ook niet weten hoe ik daar zou moeten komen.”
“PRECIES!” roept de oudste met een verheven toon. “Wij vroegen ons dat ook af! Hoe is meneer naar Vlissingen gegaan? Nog geen vijftien minuten voordat u in Vlissingen betaalde, pinde u namelijk 3,95 bij de HEMA, hier in Nijmegen! En weet jij wat wij dan denken?”
P. zwijgt, niet omdat hij iets wil verbergen, maar omdat hij werkelijk waar geen idee heeft hoe of wat hij bij W. Graat — Vlissingen gekocht heeft.
“Fraude,” zegt de jongste.
“Precies, fraude!” zegt de oudste. “Wij moeten u dan ook melden dat we dit verplicht zijn door te geven. U zult dan nogmaals op gesprek moeten komen. Wij willen u dan ook verzoeken tot die tijd goed na te denken over wat er op die dag in Vlissingen gebeurd is.”

De twee staan abrupt op en steken hun hand uit. Totaal van de kaart staat P. op. Hij schudt hun handen.
“Kijk, wij doen ook alleen ons werk maar,” zegt de oudste.
De jongste: “Regels zijn nu eenmaal regels.”
De oudste: “In ieder geval nog een prettige middag.”

Verdwaasd verlaat P. de ruimte, de gang en vervolgens het stadhuis. Door het centrum van de stad loopt hij naar huis, langs de HEMA. Als hij trek had gehad, had hij om de hoek even een visje gehaald bij de viskraam van Wilma Graat. Uit Vlissingen.

--

--

Martijn van Koolwijk
sambyhan

Afgestudeerd aan de HAN werkt schrijver Martijn in de geestelijke gezondheidszorg. Hij heeft onder meer geschreven voor Wintertuin en Mensen Zeggen Dingen.