Lector Bram Veenhuizen: “Automotive en Engineering raken steeds meer verweven”

Interview op NRC.nl

Bram Veenhuizen, lector HAN Automotive Research, stond vorige week op NRC.nl met een interview over de energietransitie in de mobiliteitssector en welke rol de HAN hierin speelt. Opvallend: Veenhuizen sprak al over ‘onze academie’ en spoort aan om vooruit te lopen op ontwikkelingen.

“De autobranche gaat enorm veranderen de komende jaren. Automotive en de techsector raken steeds meer verweven. Als opleider moeten we niet alleen die ontwikkelingen goed volgen, we moeten er zelfs een beetje op vooruitlopen. We hebben steeds meer disciplines nodig om auto’s in de toekomst te laten rijden”, aldus Veenhuizen in het artikel. Hiermee doelt hij niet alleen op waterstof gedreven of elektrisch rijden, maar ook op bijvoorbeeld autonoom vervoer, waar ICT en Embedded Systems bij komen kijken. “Daarom ben ik zo blij dat we een academie hebben die zich op dat snijvlak van automotive en engineering richt. De disciplines komen niet alleen op de hogeschool bij elkaar, maar ook in het werkveld.”

Het is opvallend dat Veenhuizen spreekt over ‘onze academie’, terwijl deze er nog niet daadwerkelijk is. “Dat heb ik expres gedaan’, glimlacht hij. ‘Voor mij is het al jaren logisch dat Automotive en Engineering nauw samenwerken. Toen ik hier zo’n dertien jaar geleden begon, ben ik meteen bij Techniek binnengestapt om de connectie te maken. Dat we dus nu officieel bij elkaar gaan horen in een academie, is voor mij niet wennen. Ik doe al jaren niets anders.” Tot nu toe zijn er al talrijke waardevolle samenwerkingsprojecten uit voortgekomen, zoals onder meer het Nefusta-project (het bouwen van een tankstation voor de toekomst), de Innovatiecampus op het Industriepark Kleefse Waard en, recent, ENOWATTS (energieopslag in waterstof). “Het is voor beide vakgebieden cruciaal om in te zetten op duurzame energie”, aldus Veenhuizen.

“Wij hebben iemand nodig op de HAN die zich volledig bezighoudt met álle mogelijkheden van alternatieve brandstoffen”

Sterker nog, het mag van Veenhuizen nog veel grootschaliger, die inzet. “Laatst was ik bij een kenniscafé van CE Delft over alternatieve brandstoffen. Daar werd gesproken over het omzetten van vijfhonderdduizend ton hout naar energie. Vijfhonderdduizend ton! Wij hebben iemand nodig op de HAN die zich volledig bezighoudt met álle mogelijkheden van alternatieve brandstoffen. Die expertise kunnen we heel goed gebruiken”, zo pleit hij.

Wie het interview met Bram Veenhuizen op NRC.nl wil lezen, kan hier klikken.