Op stadstour met de volle koffer van een thuisloze

SAM
sambyhan
Published in
4 min readJun 16, 2020
Thuisloze Chorendy Concincion neemt studenten Verpleegkunde mee op pad door de Nijmeegse binnenstad

Ooit droomde Chorendy Concincion van een eigen restaurant met palmbomen, aan het strand op Curaçao. Het werd een leven dat hem voerde langs een beruchte Boliviaanse gevangenis en de Nijmeegse nachtopvang De Hulsen. Tijdens een stadswandeling, gegeven door voormalig dak- en thuislozen, geeft hij een inkijkje in dat leven aan HAN-studenten van studievereniging Plexus.

Tekst: Daan Appels
Foto’s: Ralph Schmitz

Nijmegen telt ongeveer 300 dak- en thuislozen. Een van hen is de thuisloze Chorendy Concincion (44), een sympathieke Curaçaoënaar en een opvallende verschijning. Een gulle lach laat twee gouden tanden zien, daaronder rust een groot kruis op zijn christelijke borst. Zijn Curaçaose bilpartij steekt in een knalrode trainingsbroek. De eveneens knalrode pet, schoenen en rolkoffer maken het plaatje af. In de rolkoffer zitten thee en koffie, die hij mee heeft genomen voor de vier studenten Verpleegkunde van de HAN, die met hem op ‘daklozentour’ gaan door het centrum van Nijmegen. Onschuldige inhoud, voor iemand die ooit met een koffer met twintig kilo cocaïne (straatwaarde 700.000 euro) werd aangehouden op een Boliviaans vliegveld. “Met het geld dat ik met die deal zou verdienen wilde ik een mooi restaurant beginnen, op een strand op Curaçao, mijn geboorte-eiland. Ik ben namelijk kok.”

“De gevaarlijkste mensen waren de verkrachters met geld. Want als je daar geld hebt, kun je alles maken”

In plaats daarvan vindt Concincion zichzelf terug in Palmasola, een gevangenis waar hij van 2009 tot 2017 zat in de Boliviaanse stad Santa Cruz. Zomaar wat nieuwsfeiten over dit bijzondere stukje Bolivia: in 2018 doorzochten 2000 politieagenten de gevangenis. De politie vond een alcoholdestilleerderij, drugs en wapens. Tijdens een confrontatie kwamen destijds zes gevangenen om. Een gevangenisvete in 2013 leidde tot 31 doden en 51 gewonden. In de gevangenis zouden kinderen, die bij hun ouders gevangen zitten, worden geprostitueerd. “Ze behandelen je daar als stront. De gevaarlijkste mensen waren de verkrachters met geld. Want als je daar geld hebt, kun je alles maken”, vertelt de Grote Vriendelijke Reus ogenschijnlijk laconiek. “Ik had het in het begin moeilijk door mijn zwarte huidskleur. Na verloop van tijd kreeg ik het beter, vanwege mijn grote lichaam en omdat ik aardig deed en respect had voor iedereen. Daardoor lieten ze me werken als kok en security. Ik heb het er niet slecht gehad. Pas toen ik daarna weer in Nederland kwam kreeg ik het erg moeilijk. Ik had stress omdat ik niemand kende en viel 50 kilo af.”

Concincion is openhartig. Hij beantwoordt alle vragen tijdens de tour, zo zegt hij meermaals. En er zijn vragen genoeg over zijn interessante leven. Wat is bijvoorbeeld het verhaal achter die twee gouden tanden? “Iemand die voor me smokkelde moest me 1000 euro betalen. Dat geld had ie niet, dus kreeg ik één van de gouden tanden in zijn mond. De andere tand betaalde ik gewoon zelf.”

Een gekregen en een zelf gekochte gouden tand

Het is overduidelijk een andere wereld voor de vier toekomstige verpleegkundigen, die deels nog thuis wonen. De studenten duiden de verhalen van Concincion als ‘mooi’, ‘bizar’ en ‘interessant’. Ondertussen geeft hij ook een inkijkje in het zwerversbestaan. Zelf was hij nooit dakloos; hoogstens sliep hij af en toe in een tent. Wel kent hij alle plekjes van zijn ‘collega’s’. Hij laat de struiken zien in het Hunnerpark waar daklozen onder slapen en legt uit dat er vaak tentjes worden opgezet naast De Lindenbergh en onder de Waalbrug, die de volgende ochtend meteen worden afgebroken. Een bekeuring kost namelijk 400 euro. Vlak naast de Waalbrug is een soort van gedoogzone, met twee bankjes onder de bomen waar mensen wel in het openbaar mogen drinken. Hier komen veel dak- en thuislozen op af. Op de Waalkade laat hij zien dat de gemeente op de bankjes bij bushaltes in het midden een leuning plaatste, zodat zwervers er niet meer op kunnen slapen.

“Als ik eenmaal een eigen huisje heb, ga ik ook weer werk zoeken. Wat voor werk, dat maakt me niet uit”

Na zijn wilde jaren heeft hij de boel zelf weer wat beter op de rit. Drugs doet hij niet, zo bezweert hij. Nooit gedaan ook. De Curaçaoënaar krijgt een uitkering en voor 121 euro per maand slaapt hij in nachtopvang De Hulsen in Nijmegen, zijn hopelijk laatste tussenstop. Concincion wil graag een eigen huisje. “Als ik dat eenmaal heb ga ik ook weer werk zoeken. Wat voor werk, dat maakt me niet uit.”

Chorendy Concincion laat in het Hunnerpark de struiken zien waar daklozen onder slapen.

Ook heeft hij drie kinderen: een dochter van 23 en een zoon en dochter van 20. Die laatste twee zijn geen tweeling, maar heeft hij bij verschillende vrouwen. Naar eigen zeggen was Concuncion in zijn tijd als drugssmokkelaar ‘een beetje stout’. “Kreeg ik voor een kilo cocaïne 35.000 euro, dan deelde ik zo 1000 euro met de vrouwen waar ik kwam. Ik zag er veel destijds. Met alle drie mijn kinderen heb ik gelukkig nog contact.”

Als hij de vraag krijgt waar hij over 10 jaar wil staan, lacht hij opnieuw zijn gouden tanden bloot. “Dan ben ik hopelijk met pensioen. Ja, dan ben ik nog maar 54, maar dan heb ik er al een heel leven opzitten. Hopelijk kan ik dan genieten van de kleinkinderen.”

De stadswandeling wordt georganiseerd door de sociale onderneming Vagebond Nijmegen en Plexus, een studievereniging voor studenten Verpleegkunde. S.V. Plexus zet zich in om werkveld en student met elkaar te verbinden. Meer informatie over de tour is te vinden op www.vageboon.nl.

--

--

SAM
sambyhan

Journalistiek medium van de Hogeschool Arnhem & Nijmegen