Thuis in Nijmegen (column)

SAM
sambyhan
Published in
3 min readNov 2, 2020
Het oude centrum van Nijmegen (foto: Liam Read op Unsplash.com)

Columnist Nina woont sinds 8 maanden in Nijmegen waar ze studeert. En ze wil er nooit meer weg. Ze legt uit waarom.

Tekst: Nina Rouwenhorst

Het ontsnapte me zomaar, alsof ik er niet bij nadacht en het er gewoon zo uitgooide. Misschien omdat het zo laat was, de klok gaf aan dat het al bijna half een was, misschien omdat er ergens een kern van waarheid inzit.

Mijn collega’s en ik stonden al minstens tien minuten te wachten op de volgende hongerige gast die het gerommel van zijn maag wilde stillen met een hamburger of een portie friet, maar op dit late tijdstip was het over het algemeen nooit zo druk. Meestal belandden we dan in en standaard koetjes en kalfjes gesprek, omdat we toch niets beters te doen hadden.

“Waar kom je vandaan?”. De vraag werd achteloos gesteld, alsof het antwoord toch niet boeiend was en het alleen maar de bedoeling was om het gesprek op gang te houden.
“Nijmegen”. Het was mijn mond al uit voordat ik het besefte.
Nijmegen…

Ik zei het alsof ik hier al mijn hele leven woon, dat het niet pas acht maanden geleden is dat ik mijn intrek nam in het souterrain van een groot herenhuis en de Achterhoek de rug toekeerde. Want daar ben ik geboren, daar liggen mijn roots.

Het pittoreske Lochem, met zijn kleine station, Poorters Jan en de Berkel. Waar een deur los is in plaats van open en de winkels op zondag nog dicht zijn. Ik kan daar uren dwalen zonder iemand tegen te komen. Bij het koffiezaakje zijn ze precies op de hoogte van mijn allergieën en hoef ik ze er nooit aan te herinneren dat ik het liefst witte chocolademelk drink. Waar ik de bus telefonisch moet reserveren omdat die anders niet rijdt. Waar oudere mensen me regelmatig vragen: “Woar bun ie d’r ene van?”. Waar de rockgroep Normaal zijn liedjes in het Achterhoekse dialect zingt. Oerend Hard.

Maar dat liet ik allemaal achter me voor de oudste stad van Nederland.

Nijmegen, met zijn historische verleden en de bibliotheek die zelfs op zondag open is. Waar de bioscoop vijf minuten lopen is, in plaats van een half uur met de trein. En er zo veel prideflags hangen dat ik er intens gelukkig van word. Ik hoor hier talen waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden en zie de meest bijzondere mensen. Waar ik me vrijer dan ooit voel, maar tegelijkertijd opgesloten door de drukte.

De stad die ik voor altijd in mijn hart heb gesloten, waar ik ingeschreven sta en mijn hele leven heb. Waar ik thuiskom na een lange dag college en waar ik het allerliefste ben. Dus misschien is het helemaal niet erg dat ik me versprak, want voor mijn gevoel kom ik hier vandaan, het prachtige Nijmegen. Het liefst ga ik hier nooit meer weg.

Maar soms mis ik het wel, het platteland, de koeien en het feit dat er soms amper bereik is. En als er motorrijders nét iets te hard langs mijn huis rijden, vraag ik me nog wel eens af of zij het zijn, Bertus op de Norton en Tinus op de BSA.

Nina Rouwenhorst is tweedejaars student Lerarenopleiding Geschiedenis bij de HAN. Ze gaat om de week voor SAM schrijven. Dit is haar eerste column.

--

--

SAM
sambyhan

Journalistiek medium van de Hogeschool Arnhem & Nijmegen