Turen naar een darm of hartklep

Verpleegkundestudenten bezoeken het Museum voor Anatomie en Pathologie

SAM
sambyhan
4 min readOct 2, 2020

--

Foto: Ralph Schmitz

Foetussen op sterk water, een echt skelet en dwarsdoorsnedes van darmen: in het Museum van Anatomie en Pathologie in Nijmegen kregen studenten Verpleegkunde een gedetailleerd kijkje in het menselijk lichaam.

Tekst: Olga Helmigh

Het bezoek is een jaarlijks uitje van S.V. Plexus, de studievereniging van de opleiding Verpleegkunde. Dit jaar is het bezoek iets anders dan normaal: in plaats van 25 studenten mogen er in verband met het coronavirus maximaal 20 studenten het museum betreden, uiteraard op 1,5 meter van elkaar. De rondleider loopt mee om hier en daar vragen te beantwoorden en uitleg te geven. “Het is fijn dat we tóch kunnen gaan”, aldus Bram Derksen (22) van de activiteitencommissie van de HAN. “Het is een populair bezoek onder onze studenten.”

Binnenkant van een lichaam
De reden dat de meeste Verpleegkundestudenten mee willen, is om met eigen ogen recht in een menselijke voet, darm of hartklep te turen. “Meestal zie je in lesboeken foto’s, echo’s en illustraties van de binnenkant van het lichaam”, vertelt eerstejaars student Anouk Huitink (17). “In de praktijk werk je voornamelijk met de buitenkant van het lijf. Nu kun je de binnenkant van dichtbij bestuderen. Heel fascinerend.” Klasgenoten Nikki Janssen (17) en Layla Syaf (17) zijn het met haar eens. “Dankzij mensen die hun lichaam aan de wetenschap hebben gedoneerd, weten we nu veel meer over het menselijk lichaam, de ziektes die er zijn en de oplossingen ervoor. Zonder hen ontbrak er veel kennis en kunde.”

Foto: Olga Helmigh

Toestemming
Het klopt dat een aantal van de tentoongestelde lichaamsdelen komen van mensen die hun lijf aan de wetenschap doneerden, maar het grootste deel van de collectie komt uit de periode 1950–1980, toen er nog anders werd omgesprongen met een overleden persoon. Het was toen gebruikelijker om zonder toestemming bepaalde overlijdensgevallen toe te eigenen. Zoals bijvoorbeeld overleden foetussen. Tegenwoordig wordt een doodgeboren kindje begraven en is er meer aandacht voor verwerking. Vroeger was dat veel minder. Zodoende zijn er alleen al 72 preparaten van (bijna) voldragen foetussen met een ernstige aandoening die voor, tijdens of kort na de bevalling zijn overleden. Ongeveer de helft daarvan is tentoongesteld in het museum.

Jezelf blootstellen
Deze misvormde foetussen op sterk water zorgen bij de meeste studenten voor best wat ongemak, schok en emotie. “Het is heel heftig om te zien wat er mis kan gaan”, aldus Nikki. “Nu kunnen we zeer ernstige afwijkingen beter opsporen en de ouders én het kind veel leed besparen. Maar vroeger wisten vrouwen van niks en moesten ze dus zo’n bevalling doorstaan en ontdekken dat het helemaal mis was. Vreselijk.” Het is prettig dat dit deel van de tentoonstelling goed afgeschermd staat. “Je kunt er voor kiezen om het over te slaan”, aldus Layla. “Maar dat is ook zonde, want het hoort erbij. Wij worden straks verpleegkundigen en het is verstandig om jezelf bloot te stellen aan het lijf en alles wat erbij hoort.”

Dankbaar en dienstbaar
Een stuk verderop, bij de dwarsdoorsnedes van een aantal harten, staat rondleider Damiano Piga (21). Hij is derdejaarsstudent Geneeskunde aan de Radboud Universiteit. Hij doet de rondleidingen als bijbaan. “Een ouderejaars vertelde me over deze baan en het leek me heel interessant”, aldus Damiano. “Ik heb een grote interesse in anatomie. Het voordeel is dat ik tijdens mijn studie profijt heb van wat ik hier leer en zie, en andersom ook: mijn kennis is enorm vergroot.” Welk specialisme hij later wil beoefenen, weet hij nog niet, al heeft hij momenteel een bovenmatige interesse in Traumachirurgie. “Mensen die in erbarmelijke staat worden binnengebracht op de eerste hulp kunnen helpen, dat lijkt me heel dankbaar en dienstbaar werk.”

Foto: Olga Helmigh

Mooi gebaar
Behalve dat het museum een zaal voor Anatomie en een zaal voor Pathologie (ziektebeelden) heeft, is er ook een tandartspraktijk uit begin 1900 te zien, en is er een gedenkmonument voor zij die hun lichaam aan de wetenschap doneerden. Damiano: “Dierbaren van iemand die zijn lichaam beschikbaar heeft gesteld, hebben maar 24 uur na het overlijden de tijd om fysiek afscheid te nemen. Er is daarna geen kans om de persoon op te baren, begraven of cremeren. Dat maakt het verwerkingsproces soms lastig. Vandaar dat we een plek hebben ingericht waar nabestaanden hun dierbare kunnen herdenken.” Anouk vindt dat een mooi gebaar. “Nogmaals: dankzij deze dappere mensen komen wij meer te weten over het lichaam en ziektes. Daardoor hebben wij meer kans op genezing en overleving.”

--

--

SAM
sambyhan

Journalistiek medium van de Hogeschool Arnhem & Nijmegen