Verkiezingen: wat doen de politieke partijen voor de studenten?

Standpunten over geld, studiedruk, buitenlandse beïnvloeding en onderwijskwaliteit

SAM
sambyhan
5 min readMar 5, 2021

--

Verkiezingszuil langs een provinciale weg in de gemeente Rheden

Of je nu vanuit hoofd, hart of portemonnee stemt, er staat wat op het spel voor studenten tijdens de komende verkiezingen. SAM neemt je bij de hand met een overzicht van standpunten van verschillende partijen die met name voor studenten van belang zijn.

Tekst: Daan Appels
Foto’s: Herman van Deutekom

Leenstelsel op de schop
Laten we aftrappen met wat de meesten van jullie als goed nieuws beschouwen: het in 2015 ingevoerde leenstelsel gaat waarschijnlijk op de schop. Inmiddels zijn, op de VVD na, alle huidige Tweedekamerpartijen tegen het leenstelsel. Zo ook D66, dat zich van oudsher presenteert als onderwijspartij. Deze partij stelt voor dat iedere student een vast bedrag per maand krijgt van 300 euro.
Dat de partij nu tegen het leenstelsel is, zorgt voor enkele opgetrokken wenkbrauwen. Het leenstelsel kwam er zes jaar geleden immers dankzij steun van D66, een keuze die toen leidde tot veel kritiek.
Waarom blijft de VVD vasthoudend op dit politiek gevoelige punt? De grootste partij van Nederland stelt dat wanneer een opleiding leidt tot een hoger inkomen, het goed is als je ‘een eerlijk aandeel’ van de kosten terugbetaalt. Het geld kan worden geïnvesteerd in de kwaliteit van onderwijs. Verder zien de liberalen heil in collegegeldkorting voor opleidingen in bijvoorbeeld de technieksector, omdat daar een nijpend tekort is aan goede vakkrachten.

De ChristenUnie maakt zich zorgen over de druk die er op studenten ligt. En er moet minder focus komen op rendement: ‘Onderwijs is geen bedrijf’

Christelijke visie: leenstelselgeneratie compenseren en masters van twee jaar
Het CDA strijdt voor het behoud van de halvering van het collegegeld voor alle lerarenopleidingen en wil meer aandacht in het hoger onderwijs voor Frans en Duits. Ook hoopt de partij dat de ‘leenstelselgeneratie’ gecompenseerd wordt voor het mislopen van de basisbeurs. De SGP wil dat de lengte van masters wordt uitgebreid naar twee jaar en dat voortgezet en hoger onderwijs afspraken maken over het minimumniveau voor taal en rekenen. ‘Een verplichte taal- of rekentoets kan als overgangsmaatregel dienen’, staat in het programma. De ChristenUnie maakt zich zorgen over de druk die er op studenten ligt. Denk aan prestatie-, studie- en schuldendruk. Ook moet er minder focus komen op rendement. ‘Onderwijs is geen bedrijf’, schrijft de partij van Gert-Jan Segers daarover.
Net als het CDA wil ook de niet-christelijke SP een collegegeldkorting; in dit geval voor een tweede studie, blijkt uit de partijstandpunten voor de verkiezingen. ‘Voor sommige studies moet meer dan 10.000 euro worden betaald. Hiermee wordt ambitie bestraft in plaats van beloond’.

Water en vuur vertonen overeenkomsten
In het politieke spectrum zijn er weinig partijen die zo ver uit elkaar liggen als het linkse Bij1 en het rechtse FvD. Toch hebben ze op onderwijsvlak de nodige overeenkomsten. Beide partijen willen een basisbeurs, betere salariëring voor leraren en kleinere klassen. Het onderwijsprogramma van het FvD heeft sowieso een redelijk sociaal karakter. ‘Ook kinderen uit kansarme milieus moeten via goed, algemeen toegankelijk onderwijs de mogelijkheid krijgen het beste uit zichzelf te halen’, is een zin uit het FvD-partijprogramma. De partij van Thierry Baudet wil ook af van termen als hoog en laag opgeleid, omdat dit ten onrechte zou veronderstellen dat het ene beter is dan het andere. Het onderwijsprogramma van Bij1 heeft een sterke focus op diversiteit en de aanpak van vooroordelen, discriminatie en racisme. Termen die bij het FvD ontbreken.

Een greep uit het grote aanbod van politieke partijen die meedoen aan de landelijke verkiezingen

Hoge cijfers wel of niet belonen?
In GroenLinks vindt Bij1 wel een diversiteitspartner. De partij hoopt verder dat universiteits- en hogeschoolraden meer invloed op de koers van hun onderwijsinstelling krijgen, zodat goed onderzoek en onderwijs weer leidend worden. Volgens GroenLinks heerst in het Nederlandse onderwijs ‘een obsessie voor ranglijstjes en een doorgeslagen toetscultuur’. Zo vindt de partij dat hoge cijfers een student niet méér toegang moeten geven tot bepaalde opleidingen. Dat standpunt gaat regelrecht in tegen die van het FvD en de VVD. Zo vindt de VVD de zesjescultuur gevaarlijk voor de internationale concurrentiepositie van Nederland. ‘Inmiddels stagneert de kwaliteit in het basis- en voortgezet onderwijs waardoor Nederland hier niet meer tot de wereldtop behoort. Dat is op termijn een groot probleem als we een welvarend en innovatief land willen blijven’, staat in het VVD-programma. Het FvD denkt dat toelatingseisen ‘een einde maken aan de massaliteit, doordat alleen écht gemotiveerde studenten een plek krijgen’.

Onderzoeksinstituut Clingendael waarschuwt dat hogescholen en universiteiten zich bewust moeten zijn van mogelijke Chinese politieke beïnvloeding.

Aandacht voor ongewenste buitenlandse beïnvloeding Nederlands onderwijs
De VVD maakt zich zorgen over buitenlandse investeringen in het onderwijs. ‘Daarnaast proberen antidemocratische groeperingen en onvrije landen een steeds grotere rol te verwerven in onze scholen, en moet eventuele financiering van onze scholen door deze groeperingen en onvrije landen te allen tijde inzichtelijk worden gemaakt’, schrijft de VVD in het verkiezingsprogramma. Met een verbod op ‘financiering van scholen vanuit onvrije landen’ wil de partij voorkomen dat ‘buitenlandse haatzaaiers onze grondwettelijke vrijheden misbruiken om de Nederlandse samenleving te ondermijnen’. In het verleden berichtte de NOS dat landen als China het hoger onderwijs beïnvloeden en dat dit leidt tot ‘aantasting van academische vrijheid en vrijheid van meningsuiting’. Onderzoeksinstituut Clingendael waarschuwt dat hogescholen en universiteiten zich bewust moeten zijn van mogelijke Chinese politieke beïnvloeding.
Ook de SP maakt zich zorgen over de afhankelijkheid van het hoger onderwijs van financiers, al houden de socialisten dit algemener. ‘In toenemende mate is onderzoek financieel afhankelijk van opdrachtgevers. Het gevaar van beïnvloeding is het sterkst wanneer het onderzoek slechts door één partij wordt gefinancierd’. De SP pleit voor openbaarheid van onderzoeksfinanciering en nevenfuncties van wetenschappers.

Geplande geboorte van het stagebemiddelingspunt
De PvdA maakt zich onder meer hard voor stagebemiddeling. ‘Een stagebemiddelingspunt zorgt voor een goede match tussen leerlingen en bedrijven. Elke onderwijsinstelling richt een stagebemiddelingspunt in, een brug tussen scholen en bedrijven’, zo staat in het partijprogramma. Met een stagegarantie hoopt de arbeiderspartij discriminatie en racisme op de stagemarkt aan te pakken. ‘Opleidingen zijn verantwoordelijk voor voldoende stageplaatsen en maken daarover goede afspraken met bedrijven’. Ook GroenLinks vindt stagebegeleiding te beperkt.

--

--

SAM
sambyhan

Journalistiek medium van de Hogeschool Arnhem & Nijmegen