Inclusive design: dat zouden meer mensen moeten doen
In alle commotie rondom de nieuwe privacywetgeving (ook zoveel mailtjes gehad?) zou je bijna vergeten dat er vorig jaar nog een belangrijke wet is ingegaan. Sinds 2017 geldt de gewijzigde Wet Gelijke Behandeling, en eigenlijk zou iedereen die bezig is met digitale producten dat moeten weten.
In de vernieuwde wet wordt gezegd dat “toegankelijkheid de algemene norm is”. Dat betekent dat producten en diensten zo toegankelijk mogelijk moeten zijn voor mensen met een beperking of chronische ziekte. Denk aan mensen die doof zijn, hun handen niet kunnen gebruiken of niet goed kunnen zien.
The power of the Web is in its universality. Access by everyone regardless of disability is an essential aspect.
– Tim Berners-Lee (uitvinder van het World Wide Web)
Wat betekent dat in de praktijk?
Laten we even teruggaan in de geschiedenis. De opkomst van het web werd door velen gezien als een belofte. Want veel van de belemmeringen waar mensen met een beperking in de ‘echte’ wereld mee kampen, hoeven online niet te gelden. Van nature is de techniek van het web (HTML en CSS) namelijk heel toegankelijk. Al dan niet met inzet van hulpmiddelen — voorleessoftware, alternatieven voor muis en toetsenbord, etc. — kunnen websites voor mensen met diverse beperkingen even bruikbaar zijn als voor de rest.
Als die websites tenminste op de juiste manier gemaakt zijn.
Dat hoeft niet moeilijk te zijn — zeker niet bij sites met vooral tekstuele informatie. Aan de andere kant kan het best een (technische) uitdaging zijn om een bestaande site toegankelijk te maken. Denk aan interactieve applicaties die zwaar leunen op javascript. Zo’n applicatie achteraf voor iedereen bruikbaar maken kan een flinke klus zijn. Het is gemakkelijker als je hier vanaf het begin al rekening mee gehouden hebt.
Begin goed!
Het is gemakkelijk om te gaan wensdenken bij het ontwerpen en bouwen. Om uit te gaan van de meest perfecte situatie: de gebruiker heeft de nieuwste apparatuur, is jong, fit, handig met techniek en volledig geconcentreerd op jouw product. Een gebruiker, kortom, die verdacht veel lijkt op de gemiddelde ontwerper of programmeur.
In de praktijk geldt dit voor de meeste mensen natuurlijk niet allemaal.
Rekening houden met toegankelijkheid kun je zien als onderdeel van een bredere ontwerpmethode, die — bij gebrek aan een mooie vertaling — inclusive design wordt genoemd. Het uitgangspunt daarbij is dat je niemand buitensluit. De techniek moet zich aanpassen aan de mens. En niet andersom.
Dit begint met bewustwording. Wees je er bewust van dat je met je keuzes in ontwerp en techniek mensen kunt hinderen. En andersom: dat aandacht voor toegankelijkheid je producten beter maakt voor iedereen.
Sommige mensen hebben bijvoorbeeld oogproblemen, waardoor ze tekst met weinig contrast niet goed kunnen lezen. Je helpt die mensen als je daar rekening mee houdt. Het leuke is dat je daarmee ook iedereen helpt die je website op een mobieltje in de volle zon wil bekijken.
Een ander voorbeeld: als je je filmpjes ondertitelt is dat fijn voor dove en slechthorende bezoekers. Maar het is ook handig voor anderen die het geluid niet aan kunnen of willen zetten, bijvoorbeeld omdat ze in een stil kantoor zitten, of even geen oordopjes bij de hand hebben.
We hebben allemaal weleens last van beperkingen. Inclusive design betekent simpelweg: rekening houden met iedereen. En daarmee maak je je doelgroep meteen zo groot mogelijk, wat natuurlijk ook niet verkeerd is.
Hoe pakken we dat aan?
Toegankelijke digitale producten maken is teamwerk. Ontwerpers, ontwikkelaars en redacteurs doen het samen. Natuurlijk heeft iedere discipline zijn eigen aandachtspunten. Zo moeten ontwerpers zorgen dat de teksten leesbaar zijn, de layout niet te chaotisch is en het kleurcontrast voldoende. Ontwikkelaars schrijven semantisch correcte HTML, zorgen dat de site ook met het toetsenbord te bedienen is en maken gebruik van WAI-ARIA. En redacteurs houden bijvoorbeeld rekening met het leesniveau van hun publiek.
Voor de (semi-)overheid is er een lijst met alle eisen op het gebied van toegankelijkheid. Dit is ook een prima basis voor het bedrijfsleven. De lijst kan alleen wel intimiderend zijn, vooral als je er net mee begint. Een goed begin is dan de eenvoudige uitleg op Digitoegankelijk.nl.
Sommige eisen zijn duidelijk omschreven en zelfs automatisch te testen. In andere gevallen kan het lastiger zijn om te bepalen wat je het best kunt doen. Het team van gov.uk heeft posters ontwikkeld met aandachtspunten voor mensen met verschillende beperkingen. Dat kan al wat handvatten geven.
Het best is natuurlijk om je werk te testen met echte mensen met beperkingen. Zeker als je er zelf geen last van hebt, kan het heel moeilijk zijn om in te schatten wat mensen precies nodig hebben. Ontwerpdocent Vasilis van Gemert geeft daar een mooi voorbeeld van op zijn weblog.
Alleen websites?
Dit alles geldt natuurlijk niet alleen voor websites, maar voor alles wat we maken. Ontwerpers van bijvoorbeeld bewegwijzering weten dat wel. Die houden rekening met kleurenblindheid en vragen mensen niet om de rode of de groene route te volgen. Toch?
Soms ligt het minder voor de hand. Is je brochure leesbaar voor iemand met dyslexie? Veroorzaakt je filmpje epileptische aanvallen?
Natuurlijk, soms is het onmogelijk om iedereen te bedienen. Soms gooien grenzen aan de tijd en het budget roet in het eten. Maar je kunt al veel bereiken door je simpelweg te realiseren dat je product moet werken voor zo veel mogelijk mensen. Ook degenen die anders zijn dan jij.
Met dank aan Rogier.