De vooroordelen van twee kanten (deel 2)
ARNHEM — Zoals we al in onze explainer besproken hebben, zijn er veel vooroordelen over de jongere bewoners van het Spijkerkwartier. Met name de studenten en jongvolwassen. Een vooroordeel hebben is makkelijk, maar wat nou als ze over jou gaan? Er zitten aan elk verhaal twee kanten. Wij belichten beide perspectieven om jullie een goed beeld te geven over jongeren in het Spijkerkwartier.
*Dit interview is onderdeel van onze zoektocht naar dé studenten-experience van het Spijkerkwartier. Lees de explainer voor meer informatie over ons onderzoek!*
In dit stuk wordt de kijk van de volwassenen op de vooroordelen behandeld. Wat vinden zij nou van die voordelen? Zijn ze terecht? Of blijven het vooroordelen en stereotypes?
We zijn hierover in gesprek gegaan met de 51-jarige Louisa Cazalla, bewoner van de wijk.
Uit een artikel van de Gelderlander van 12 mei 2021 bleek dat steeds meer Arnhemse jongeren besmet raken met het coronavirus. Uit bron- en contactonderzoek van de GGD is gebleken dat jongeren wel degelijk vaker feestjes bezoeken. Ook hebben jongeren meer nauwe contacten, waardoor de kans op besmetting groter wordt. Ook is de GGD Noord- en Oost Gelderland opgevallen dat de besmettingen bij jongeren in de meivakantie met zestien procent gestegen zijn. Terwijl de besmettingen in het algemeen juist zijn gedaald met negen procent. Hier kan je dus uit opmaken dat de kans dat jongeren zich minder aan de maatregelen hebben gehouden toch wel groot is. Wel geeft Louisa aan dat het echt niet alleen jongeren zijn die zich niet altijd aan de maatregelen houden. “Ik heb ook wel eens meer mensen op bezoek gehad dan eigenlijk de bedoeling was. En je kan niet overal anderhalve meter afstand houden. Dus zeggen dat dit vooral bij jongeren voorkomt is oneerlijk.”
Als het gaat over de rommel kunnen we uit eigen ervaring spreken. Zodra je de wijk in loopt valt het al snel op dat er overal fietsen op de grond liggen. Maar of dit echt komt doordat studenten niks om hun fiets geven is nog maar de vraag. Om je fiets in een rek te kunnen zetten, moeten er wel genoeg rekken zijn. Als deze er niet zijn kan je de schuld dus niet meteen bij de studenten leggen. Tuurlijk, als er geen rek is kan je je fiets alsnog rechtop zetten, hij hoeft echt niet midden op straat te liggen. Maar om dit probleem op te lossen zouden er eigenlijk meer fietsenrekken moeten worden geplaatst. Ook Louisa vindt dit geen ‘studentenprobleem’. “De fietsen die er liggen zijn echt niet alleen van jongeren, ook ouderen die geen goede plek kunnen vinden proberen het op die manier op te lossen”. Hetzelfde geldt voor prullenbakken. Ja, die zitten vol. En ja, daar liggen soms zakjes naast omdat ze er niet meer in passen. Maar is dat echt het probleem van de studenten? Of komt dat doordat er te weinig prullenbakken in de wijk zijn?
Wij hebben zelf nog niet veel gemerkt van de herrie in de wijk. Maar dit kan natuurlijk ook komen doordat wij alleen maar overdag in de wijk op pad zijn geweest. In de avond zullen mensen meer last hebben van de herrie. Louisa geeft aan dat er ‘s avonds nog wel eens wat herrie is. Zeker in de weekenden kan de muziek wat harder staan in de studentenstraten. Zelf heeft zij er niet ontzettend veel last van. “Maar als je in dezelfde straat woont snap ik dat het erg vervelend kan zijn.”
Vooroordelen over studenten zullen er altijd zijn, maar we weten nu dat ze niet altijd terecht zijn. Als zelfs een volwassene het niet altijd eens is met de vooroordelen, zal het echt wel meevallen. Naast volwassenen is het ook belangrijk om de jongeren aan het woord te laten. Elk verhaal heeft namelijk twee kanten.
