Teleurgestelde eigenaar Syrisch eethuis Moushmoush: “Ik wil gewoon niet meer”

Ties Otten
Spijker Studenten
Published in
5 min readJun 7, 2021
Mohamad bij zijn zaak in de Beekstraat. (Foto: Ties Otten)

ARNHEM — De deur gaat open en de geuren komen je gelijk tegemoet. Mohamad Hendi (45), eigenaar en chef-kok van Syrisch eethuis Moushmoush in Arnhem, zet een kopje koffie terwijl zijn levenspartner Wieke de zaak binnenkomt. Mohamad is zo’n 20 jaar geleden gevlucht vanuit Syrië naar Europa en vindt het tot nu toe maar een ingewikkelde ervaring.

‘’Ik heb veel conflicten gehad met de overheid. Ik heb een grote mond gehad en daarom heb ik besloten om daar weg te gaan. Iedereen ziet Syrië als een mooi land, maar ik beschouw het als een grote maffia. Je hebt daar eigenlijk niks te zeggen, je bent eigenlijk gewoon een slaaf.’’

De baas van Mohamad heeft hem toen geadviseerd om te vluchten uit Syrië: ‘’Ik heb mezelf een paar dagen verstopt en daarna zei mijn baas dat ik beter kon gaan, want hij kon niks voor mij betekenen. Ik zou gemarteld worden als ze mij zouden oppakken.” Dit vond plaats in 2002, dus toen was de latere restauranteigenaar pas 26 jaar oud.

Europa

Nederland was geen bewuste keuze voor hem toen hij wegging uit zijn geboorteland. “Eerst ging ik naar Athene. Het was de bedoeling om door te gaan richting Rome. Daar mistte ik iemand die mij kon helpen. Ik had toevallig een kennis in Nederland, die heb ik gebeld en hij zei dat ik langs kon komen.’’

Eenmaal aangekomen in Nederland was het allemaal niet gelijk opgelost. Het was een heel gedoe wat betreft het papierwerk volgens Mohamad. ‘’In die tijd was het heel moeilijk voor Syrische mensen om geld te verdienen. Ik heb anderhalf tot twee jaar zwart geleefd in Nederland. In deze tijd heb ik ook een relatie gehad. In Nederland was het ook moeilijk om te trouwen. Hierdoor hebben we allebei gekozen om naar België te gaan.’’

‘’Na onze scheiding in 2016 heb ik ervoor gekozen om terug te gaan naar Nederland. Ik had in België slechte ervaringen door onder andere discriminatie. Ik kon geen werk vinden en had geen vrienden in België. Ik voel mezelf in Nederland meer thuis dan bij onze zuiderburen. Hier zijn mensen vriendelijker en open.’’

“Ik ben er niet geboren, maar dit is ook mijn land”

‘’In december 2017 hebben we deze zaak geopend. Nadat ik in Belgische fabrieken heb gewerkt, kwam ik erachter dat ik liever niet voor anderen werk. Hiervoor heb ik in zowel België als Syrië in verschillende restaurants gewerkt. Daarnaast was het fabriekswerk ook heel zwaar. Misschien had ik toch nog eerst een paar jaar moeten werken voor een baas in plaats van dat ik meteen een eigen zaak hier ging beginnen.’’

Syrische mensen staan volgens Mohamad bekend om hun zelfstandigheid. Zo heb je in Syrië bijvoorbeeld niet een grote supermarkt, maar heb je er tien kleinere winkeltjes. Dit vinden Syriërs menselijker. ‘’Ik ben deze zaak begonnen, omdat ik echt iets voor mezelf wilde hebben. Helaas is het voor ons bijna niet meer mogelijk om open te blijven, want we kunnen amper personeel vinden. Daarnaast hebben we veel gezeur met de verhuurder. Het gaat waarschijnlijk niet lang meer duren totdat ik stop. Ik ben een beetje uitgeput. Het is lastig om een eigen onderneming te hebben hier.’’

Personeel

“Er is een hele hoge administratieve druk. Al helemaal voor mensen vanuit een andere achtergrond. Zelfs als je al langer in Nederland werkt. Je Nederlands moet gewoon erg goed zijn voor bijvoorbeeld vergunningen of btw-aangiftes”, valt Wieke Mohamad bij. “Wij lopen heel erg aan tegen Syrische werknemers, omdat zij van nature geen teamplayers zijn. Bijvoorbeeld: ‘Ik doe de barbecue en thats it’, maar in een klein restaurant als dat van ons kan dat natuurlijk niet. We zochten eerst puur naar Syrische werknemers, maar dat doen we nu niet meer.”

Mohamad werkt al lang in de horeca en heeft dus al bakken met ervaring. “We zoeken altijd naar personeel. We hebben al veel mensen hier gehad, op proeftijd bijvoorbeeld. Dat waren wel voornamelijk Syriërs. Ik zit al meer dan 27 jaar in dit vak en dan zie je snel of iemand bij de zaak past of niet. Helaas komen we tot nu toe nog niet aan goed personeel voor langere tijd.”

Problemen met de verhuurder

“In 2019 hebben we de eerste aangifte gedaan en we zijn ondertussen dus alweer twee jaar verder. Later leerden we dat de huurders hiervoor ook problemen hadden gehad met de verhuurder. Achteraf kom je te weten dat we ons nog meer in de verhuurder hadden moeten verdiepen. Het begon al gelijk in het begin. Mohamad was erg enthousiast en tekende voor de verhuur. Later bleek er een breuk in de riolering, dat er bij het toilet niet goed geïsoleerd is en dat zowel de gas- en waterleiding niet klopten. We hebben daarnaast ook enorme lekkages gehad”, zegt Wieke.

Automatisch raakt Mohamad opgewonden als hij het hierover heeft. Er is hem onrecht aangedaan en dat merk je aan hoe hij dit vertelt. “In Nederland moet je zoveel energie en tijd besteden om je recht te krijgen. Je gaat naar de rechtbank en dan duurt het twee jaar, drie jaar en vier jaar. Daar word je zowel fysiek als mentaal uitgeput van. De eigenaresse van dit pand heeft mij meerdere keren gediscrimineerd en beledigd, maar de rechtbank geeft haar dan een boete van maar 500 euro. Het gaat mij niet om het geld, maar het systeem is gewoon erg moeilijk.”

“Je kan hier gewoon iemand een ‘vieze Syriër’ of ‘vieze buitenlander’ noemen, want de rechter doet er toch bijna niks aan. Eerst moet je aantonen dat je daardoor gekwetst bent en dit en dat. Dat is een serieus probleem. Als je naar mij blijft wijzen omdat ik een buitenlander ben dan voel ik mijzelf niet welkom. Het is ook mijn land. Ik ben er niet geboren, maar het is ook mijn land.”

“Op een gegeven moment moet je kiezen voor je gezondheid in plaats van voor het geld of de zaak.”

De toekomst voor de zaak van de twee is nog onduidelijk. “Er is momenteel een gegadigde om het pand op te kopen. We proberen iets te regelen met hem. Hij wil het hele pand kopen, dus niet alleen de zaak. Ik zeg je heel eerlijk, ik stop liever vandaag dan morgen”, zegt Mohamad terwijl hij zijn ogen neerslaat.

“Het probleem is dat het allemaal zo ontzettend ingewikkeld is geworden. We hebben nu drieënhalf jaar problemen gehad en dat brengt zoveel stress met zich mee. Daarnaast hebben we laatst ook nog corona gehad”, aldus Wieke. Het zit wat dat betreft allesbehalve mee voor het koppel.

Beiden tonen ze een verslagen indruk als het over een eventueel einde van het eethuis gaat. Wieke verwoordde het mooi. “We hebben er alles ingestopt, financieel en lichamelijk. Je hebt er door andere mensen niet uit kunnen halen wat je zou willen. Veel van onze inkomsten moesten we steken in een advocaat in plaats van investeren in het eethuis. Nu moet je dat gaan loslaten terwijl je dat eigenlijk niet wilt. Het is een dubbel gevoel.”

--

--