Over kriebelende vingers en eeuwenoude materialen
Als Lennart en Bert één ding gemeen hebben, dan is het wel de goesting om te experimenteren. Met beelden, materialen en emoties. Het resultaat? Dat volgt vanzelf. Ook in de workshopweken die ze organiseren voor de studenten Interieur van Luca, School of Arts Brussel staan een ongedwongen sfeer en liefde voor materialen centraal.
Lennart en Bert, waarom hebben jullie de workshopweken in het leven geroepen?
Lennart: “Twee maal per jaar organiseren we, op de campus van Luca in Brussel of in het atelier van een externe lesgever, workshops voor de studenten Interieur. Het doel? Ze dieper laten ingaan op bepaalde aspecten van hun vakgebied.”
Bert: “Als student moet je vaak nog zoveel ontdekken. Zo werken we bijvoorbeeld rond het ontwikkelen van een nieuw idee, een nieuwe theorie of ontwerpstrategie, hebben we het over werken met bekende en onbekende materialen en een concrete opdrachtgever.”
We beschouwen het als onze plicht om de studenten bewust te maken van het scala aan mogelijkheden dat ze hebben.
Wat is jullie rol als docent tijdens zo’n workshop?
Lennart: “Hoewel onze vingers vaak kriebelen, zijn we er vooral om het boeltje te begeleiden.”
Bert: “We zorgen ervoor dat de externe lesgever zijn opdracht kan uitvoeren. Wij ondersteunen waar nodig. Heeft er iemand een vraag over het gebruik van een bepaalde machine, dan springen wij ter hulp.”
Lennart: “We bereiden de workshops ook goed voor en communiceren vooraf met de studenten, zodat iedereen weet wat er van hem of haar verwacht wordt.”
Promoten jullie door middel van de workshops minder voor de hand liggende materialen?
Bert: “We laten de keuze altijd bij de studenten zelf. Binnen hun opleiding hebben ze af en toe de mogelijkheid om hun eigen opdracht op te stellen. De materiaalkeuze is hier een gevolg van. Wat we wel als onze plicht beschouwen, is de studenten bewust maken van het scala aan mogelijkheden dat ze hebben. Deze opties tonen we aan door onder andere onze materialenbib erbij te betrekken.”
Lennart: “Minder voor de hand liggende materialen zijn voor studenten vaak de materialen die moeilijker zelf te bewerken zijn. Prijs speelt hier hoe dan ook een rol. Denk bijvoorbeeld aan luxematerialen zoals dure steen of edelmaterialen. Overweegt een student toch om zoiets te gebruiken, dan zoeken we samen naar goedkopere alternatieven met gelijkaardige eigenschappen, zoals bijvoorbeeld beton of aluminium.”
Bert: “Materialen die om een zekere kunde of ambacht vragen om ze te kunnen bewerken, zoals glas of riet, vragen vaak ook om hulp van een externe professional.”
Zijn materialen zoals glas en riet populair bij jullie studenten, de nieuwe generatie interieurvormgevers?
Lennart: “Absoluut. We hadden dit jaar een studente die met glasblazen aan de slag wilde. Jammer genoeg draaide het project niet uit zoals gehoopt. Dit lag enerzijds aan haar eigen wilskracht om ondanks de tegenslagen toch door te zetten. Anderzijds ontbrak het haar aan professioneel advies van vakmensen. Hun terughoudendheid om met haar samen te werken heeft het project ook geen goed gedaan. Een betere relatie met de sector zou ons dan ook enorm vooruit helpen.”
Bert: “Daarnaast merken we wel dat veel studenten de glasplaat frequent gebruiken. Vooral in combinatie met een houten of stalen drager.”
Over trendy materialen gesproken, zijn er naast glas in combinatie met hout of staal nog favorieten onder de studenten?
Lennart: “Materialen zijn bijzonder trendgevoelig en komen cyclisch voor, kijk maar naar de huidige trend van messing en marmer. Eeuwenoude materialen wisselen elkaar af en komen zo telkens weer aan bod.”
Bert: “De toepassing durft wel regelmatig te verschillen. Denk bijvoorbeeld aan het 3D-printen van keramiek en glas. Daarnaast blijft het zoeken naar nieuwe, te ontdekken materialen.”
