Op huisbezoek bij Bret Easton Ellis, Amerikaan en lichtjes psycho: ‘Mijn vrienden weten dat ik geen klootzak ben’

Ben Van Alboom
Strictly Personal (NL)
14 min readMay 12, 2019
Photograph by Jeff Burton (Creative Commons)

(Dit artikel verscheen oorspronkelijk op 16 augustus 2014 in dS Weekblad. Bret Easton Ellis bracht zopas een nieuw boek uit: ‘White’.)

Film Fest Gent pakte enkele weken geleden uit met opmerkelijk nieuws: Bret Easton Ellis, bekend van enkele notoire schandaalromans, -films en -tweets, komt in oktober naar Gent om de competitiejury voor te zitten. Dus pakten wij onze koffer om in zijn appartement in LA voor hem te gaan zitten.

“Goede boeken draaien uit op slechte films”, aldus de Amerikaanse auteur Bret Easton Ellis vorig jaar in Venetië, na de première van The Canyons, de druk besproken no-budgetfilm die hij met Mishima-regisseur Paul Schrader inblikte. “Een goede roman is een goede roman. Geen film. Als scenarist vind ik het interessanter om met pulp aan de slag te gaan en daar iets goeds van te proberen maken.”

We moeten eraan denken, terwijl we in een oversized huurauto naar het appartement van Ellis in West Hollywood rijden en ver iedereen op de radio bezig is over de trailer van Fifty Shades of Grey — alsof er zopas een sekstape van Sarah Palin is opgedoken. Twee jaar geleden zette de schrijver een verbeten Twitter-campagne op poten om de producenten van de filmadaptatie ervan te overtuigen dat hij de uitgelezen persoon was om het scenario te schrijven. Hij tweette toen zelfs over een vergadering die goed was verlopen: “We zitten op dezelfde golflengte.” Toen twee maanden later bleek dat de dubieuze eer naar Terra Nova-bezieler Kelly Marcel ging, stak Ellis zijn ergernis op Twitter niet onder zwartlederen stoelen of banken: “Kelly Marcel?!? KELLY MARCEL?!? Kelly Marcel is WRITING the script for Fifty Shades of Grey?!? THIS is the movie they want to make? ARGH.”

Nu is het een feit dat de notoire schrijver van onder meer Less Than Zero, The Rules of Attraction en American Psycho de gewoonte heeft om mensen op Twitter te schofferen en daarbij zelfs de doden niet ontziet. “Yeah!! Thank God he’s finally dead. I’ve been waiting for this day for-f**king-ever. Party tonight!!!”, schreef hij na de dood van J. D. Salinger. Al was dat volgens zijn fans veeleer een hommage dan een affront. Zijn tweet over kersvers Nobelprijswinnaar Alice Munro liet minder aan de verbeelding over — “Alice Munro is so completely overrated” — en zorgde voor evenveel giftige replieken als er in de Amerikaanse pers vernietigende kritieken verschenen over The Canyons. “Op het eerste gezicht heeft The Canyons iets weg van anti-Hollywoodfilms als Sunset Blvd. en Mulholland Drive,” schreef The New York Times, “maar in tegenstelling tot Sunset Blvd. wordt deze erotische thriller niet verteld door een lijk … Het wordt erdoor bevolkt. Alsof het niemand nog iets kan schelen.”

Eerlijk: The Canyons is geen goede film. Nog eerlijker: om dat laatste was het Ellis natuurlijk wel te doen. “De grote studio’s maken geen films meer, maar producten”, vertelt hij vanuit zijn ruim appartement met zicht op Downtown LA. Op televisie staat The Real Housewives of New York City op mute en in de vuilnisbak ligt het recentste nummer van Rolling Stone met Lana Del Rey op de cover. “Voor de duidelijkheid: ik ben daar al lang niet meer rouwig om — de begrafenis vond jaren geleden plaats. Maar stilaan geven ook de kleinere studio’s het op, en ik zie steeds meer vrienden uit het vak stappen. Enerzijds omdat het makkelijker geworden is om in LA geld te verdienen met immobiliën dan met scenario’s, anderzijds omdat het hen daadwerkelijk niet meer kan schelen.”

Als je dat allemaal weet, waarom dan nog voor een productie als Fifty Shades of Grey solliciteren en verbaasd zijn dat de job naar de schrijver van een flauwe sciencefictionserie en de Walt Disney-film Saving Mr. Banks gaat?

“Ik wou er oprecht mijn tanden inzetten? Nee, echt, de personages uit dat boek zijn een droom voor een scenarist. En ik merk dat ik tegenwoordig meer plezier beleef aan het schrijven van een scenario dan aan het schrijven van een roman. Als ik terugdenk aan de jaren dat ik enkel met boeken bezig was, dan beklemt mij dat. Alleen al de idee dat ik vandaag enkel nog boeken zou zitten schrijven. Doet iemand dat überhaupt nog? Is ‘de romanschrijver’ niet compleet voorbijgestreefd? Waarom zou je vandaag niet ook met muzikanten, theatermakers en — wat ik nu aan het doen ben — filmregisseurs willen samenwerken?”

Vanwaar die fascinatie voor de filmindustrie?

“Simpel: ik ben hier opgegroeid. In de jaren 70 nog wel — het laatste gouden tijdperk van Hollywood. Mijn ouders gingen constant naar de bioscoop, de ouders van mijn vrienden zaten bijna allemaal in het vak, op school wisselden we — vers van de set — roddels uit over nieuwe films, en we konden niet wachten tot die films ook allemaal uitkwamen. Dat we in de filmindustrie zouden terechtkomen, lag even voor de hand als dat iemand in de jaren 50 in Detroit voor een autoconstructeur zou gaan werken.”

In jouw geval zou het uiteindelijk nog twintig jaar duren voor jouw eerste scenario verfilmd geraakt.

(bloedserieus) “Ik ben op een zijspoor terechtgekomen, ja. In tegenstelling tot de meeste van mijn vrienden. Maar eerlijk gezegd, weet ik niet of ik veel gemist heb. Op het moment dat mijn carrière als schrijver uit de startblokken schoot, had Hollywood de auteursfilm alweer afgevoerd. Heaven’s Gate van Michael Cimino (een peperdure western die één van de grootste flops uit de geschiedenis werd, nvdr) heeft dat intense en erg korte hoofdstuk uit de Amerikaanse filmgeschiedenis afgesloten. Onmiddellijk daarna hebben de marketingjongens de boel overgenomen, samen met scenariogoeroes als Syd Field en Robert McKee. Plots lag er een soort algoritme voor cinema op tafel: zorg dat er drie acts zijn, een twist op pagina dertien, een happy end, allemaal dingen die ervoor moesten zorgen dat elke film een succes werd. Een illusie natuurlijk, maar sindsdien is het alleen maar erger geworden.”

Op het gevaar af in herhaling te vallen: als je dat allemaal weet …

“Weet je wat het is? Ik wil niet zo’n elitaire schrijver zijn die voortdurend afgeeft op wat populair is en alleen maar op sarcastische of satirische wijze over Hollywood kan schrijven. Ik heb dat — denk ik — ook nooit gedaan in mijn romans. Toegegeven, dat was niet altijd even makkelijk. Maar ik had het flauw gevonden van mezelf om de verongelijkte auteur te spelen die eensklaps tot de vaststelling komt dat Hollywood een gewetenloze geldmachine is die talent misbruikt en het daarna weer weggooit. Het is niet omdat je hier wordt geboren en van cinema houdt dat je dom en naïef bent. Hollywood is gewetenloos en hebzuchtig. Maar hoe slecht talent hier ook behandeld wordt, je kan er nog altijd de straten mee aanleggen. En af en toe slaagt iemand erin om de film te maken die hij wil maken. Dat blijft redelijk magisch. Bovendien oefent cinema ook nog altijd een enorme invloed uit op het werk van veel schrijvers. F. Scott Fitzgerald was een van de eerste, en lang niet de laatste. Oké, Hollywood heeft ook Fitzgerald niet correct behandeld, maar hij zag film wel als een kunstvorm.”

Heeft cinema ook jouw literair werk beïnvloed?

“Ik dacht lange tijd van wel, maar nu ik vooral scenario’s aan het schrijven ben, moet ik daarop terugkomen. Ik dacht dat er een soort cinematografie in mijn taal zat, ook al zijn mijn boeken in de eerste persoon geschreven, wat niet echt filmisch is. Maar dat zat blijkbaar vooral in mijn hoofd. Als ik eerlijk ben, is American Psycho onverfilmbaar. Ik weet dat ze het geprobeerd hebben, en ik zou het eindresultaat zelfs netjes, enigszins grappig en matig sexy durven noemen — ja, ik ben in een milde bui — maar de geest van het boek zit er niet in. Die film is niet het visuele equivalent van het boek.”

In tegenstelling tot de verfilming van The Rules of Attraction — één van de meest onderschatte films van de voorbije vijftien jaar.

“Volledig akkoord. Absoluut meesterwerk. Ironisch genoeg is uitgerekend dat de verfilming waar ik mij niet eens van bewust was. Enfin, nee, ik wist dat er plannen waren om het boek te verfilmen. Ik heb er zelf een paar jaar aan gewerkt en enkele versies van het scenario geschreven. Maar zoals dat meestal gaat in Hollywood, was er nooit genoeg geld, of de juiste acteurs en regisseurs waren niet beschikbaar op het moment dat er wel genoeg geld was, en op een bepaald moment heb ik de producers gewoon hun ding laten doen. Een paar jaar later krijg ik telefoon — of ik naar de rough cut wil komen kijken. Man, ik werd compleet weggeblazen. Roger Avary (de Canadese regisseur die ook het scenario voor Pulp Fiction schreef, nvdr) had het boek volledig begrepen: de humor, de wanhoop, de manier waarop drie personages op een compleet andere manier naar dezelfde gebeurtenis kijken. Geen enkele verfilming komt zelfs maar enigszins in de buurt van wat Avary heeft gedaan.”

Als een boek op niets trekt, kun je enkel jezelf iets kwalijk nemen. Een film wordt door zoveel mensen gemaakt dat soms zelfs de regisseur er geen vat op heeft, laat staan de scenarist. Is dat niet ontzettend frustrerend?

“Ontzettend. Daarom probeer ik vanaf nu alles zoveel mogelijk zelf te doen. Ik ben op dit moment zelfs een film aan het regisseren — zeer low-budget. Telkens iedereen een paar dagen tijd heeft en ik materiaal kan lenen, draaien we verder. (Geen idee wat daarmee is gebeurd. Tot op de dag van vandaag, 12 mei 2019, heeft Ellis nog geen enkele credit als regisseur van een langspeelfilm, nvdr.) Dat was trouwens ook het idee achter The Canyons: tonen dat je een film kan maken met honderdzestigduizend dollar, de juiste camera en de juiste lenzen. Niet de feitelijke film, maar the making of was ons passion project.”

Lindsay Lohan en James Deen in ‘The Canyons’

Vind je dat mensen die film hebben onderschat?

“Ik vind dat mensen begrippen als ‘onderschat’ en ‘relevant’ overschatten. (lacht) Kijk, ik stond op het punt om met Paul Schrader een haaienfilm te draaien in Spanje. In feite speelde de film zich af in Florida, maar het was — welkom in de filmindustrie — fiscaal aantrekkelijker om hem te draaien in Spanje. Tot de wereldeconomie in elkaar zakte en Spanje op de rand van het faillissement kwam te staan. Het project werd — wederom welkom in de filmindustrie — geschrapt en Paul en ik hadden plots een maand niets te doen. We hebben toen besloten om met een habbekrats een film te draaien en die vervolgens online aan te bieden voor 3,99 dollar. Enerzijds om te tonen dat het kan, anderzijds omdat ik geloof dat we terugkeren naar de beginjaren van de cinema. Toen liep je over straat en kon je ergens voor één cent naar een film van twintig minuten gaan kijken. Vandaag heet die straat YouTube of Netflix, en er is een ruime keuze tussen filmpjes van vijf minuten en miniseries van acht uur.”

Wat niet wegneemt dat The Canyons uiteindelijk toch een bioscooprelease kreeg.

“Foute beslissing. Mijn naam, die van Paul, de casting van Lindsay Lohan en pornoacteur James Deen, al die dingen hebben ervoor gezorgd dat The Canyons een cultureel fenomeen werd. Plotseling kregen we aanbiedingen van verdelers en we waren zo onnozel om daarop in te gaan. De film had zijn geld al ruimschoots terugverdiend via Video On Demand en door hem aan de betaalzender Showtime te verkopen, maar door die bioscooprelease leek het plots alsof we een flop hadden gemaakt, want natúúrlijk bracht hij de eerste week in de zalen vierduizend keer minder op dan The Wolverine. (droog) Letterlijk.”

MILEY CYRUS

Als Ellis eerlijk is, beseft hij dat een deel van de backlash te maken had met zijn uitgesproken mening over, welja, alles en iedereen. Met zijn romans heeft hij door de jaren heen al redelijk wat vijanden gemaakt — zijn magnum opus American Psycho werd in ’91 door velen omschreven als het vrouwonvriendelijkste en verwerpelijkste boek uit de geschiedenis — maar sinds hij op Twitter zit, trekt hij nog meer controverse aan dan Yves Leterme minaressen in zijn hoogdagen.

De auteur heeft sinds vorig jaar ook een podcast waarin hij met collega-provocateurs als Gus Van Sant, Marilyn Manson en True Blood-bezieler Alan Ball honderduit praat over film, muziek, literatuur, depressies, pesten, sociale media, roem, onsterfelijkheid, de Bijbel en — uiteraard — Miley Cyrus. Oké, in de praktijk is vooral Ellis aan het woord, behalve misschien die keer dat hij met Kanye West in de studio zat, voor wie hij intussen ook een scenario schreef waar hij op dit moment verder niets over kan zeggen.

Je beseft dat het in jouw geval niet helpt om met Kanye West op te trekken?

(lacht) “Zoals ik personages creëer, creëert de media — en nu dus ook sociale media — er evenzeer. Mijn vrienden weten dat ik geen klootzak ben, mijn fans weten dat, maar er zijn blijkbaar ook mensen die het amusant vinden om in mij de duivel te zien, en mijn tweets zijn daarvan kennelijk het bewijs. Ach, misschien ben ik te oud om op Twitter te zitten, maar ligt het nu echt aan mij of is het tegenwoordig gewoon niet meer ‘cool’ om een tegendraadse mening te hebben? Als ik alleen nog maar dingen van mijn vrienden mag liken, dan is er toch niets meer om over te praten?”

The times they have a-changed sinds jouw sinistere debuutroman Less Than Zero uit ’85. Vreemd dus dat er nog geregeld geruchten opduiken over een nieuwe verfilming.

“Quentin Tarantino heeft mij al verschillende keren verteld dat zijn volgende film Less Than Zero wordt, maar ik weet nooit hoezeer hij dat meent. De filmrechten zijn dertig jaar geleden sowieso verkocht aan 20th Century Fox (dat er in 1987 een film van maakte met Andrew McCarthy, Robert Downey Jr. en James Spader, nvdr), dus ik heb er niets over te zeggen, maar ik denk niet dat die zitten te wachten op iemand als Tarantino om er een getrouwe adaptatie van te maken. Ik geloof ook niet dat Generatie Y erop zitten te wachten. Ik merk dat het boek nog wordt gelezen, en daar ben ik blij om, maar het is echt wel Generatie X: donker, ironisch, wanhopig, negatief. Het is geschreven uit pessimisme, want dat vonden we toen opwindend. Ja, we zijn pessimistisch, want de wereld suckt! Generatie Y zit compleet anders in elkaar: pessimisme is iets negatiefs geworden. Alles moet vrolijk zijn.”

De popcultuur, die een belangrijke invloed uitoefent op jouw werk, lijkt ook braver te zijn geworden. Miley Cyrus wordt vandaag verketterd voor wat van Madonna in de jaren 80 en 90 een verademing maakte.

“Terwijl ook Miley Cyrus een verademing is! Een voormalig Disney-kindsterretje dat voor de ogen van de wereld met haar ontluikende seksualiteit leert omgaan en daarbij ongetwijfeld fouten maakt, maar er zich hoegenaamd niets van aantrekt, omdat dat nu eenmaal het leven is. Fantastisch! Ze komt honderd keer spontaner en echter over dan Lady Gaga en Katy Perry samen, en blijkbaar kunnen sommigen daar niet mee omgaan. Die blogpost van Sinéad O’Connor waarin ze Miley Cyrus in essentie een slet noemde, dat was nu toch puur seksisme?”

In de VS krijg je ook de indruk dat ouders hun kinderen van al het kwaad in de wereld willen afschermen, en dus liefst ook van Miley Cyrus.

“Het is vrij extreem, ja. Als het op hun tienerkinderen aankomt, zijn de meeste van mijn vrienden bijzonder conservatief. Ze moeten op elk moment van de dag weten waar hun kroost uithangt, terwijl we zelf onze ouders amper zagen. Ik trok constant op met vrienden, en mijn ouders hadden geen idee waar ik zat. Ze konden zelfs niet bellen, want er waren nog geen gsm’s. Nu kunnen ze dat wel en willen ze nóg meer controle. Ik heb er mijn hoofd al over gebroken, maar ik weet echt niet wat er in die twee, drie decennia is gebeurd. Studies wijzen uit dat de wereld niet onveiliger is geworden. Er worden vandaag niet meer kinderen gekidnapt of omvergereden dan dertig jaar geleden. En toch lijken al mijn vrienden tien keer meer bezorgd dan mijn egoïstische babyboomerouders die te druk bezig waren met zichzelf te amuseren. Nu ja, misschien willen ze hun kinderen gewoon iets geven wat ze zelf niet hebben gehad — aandacht.”

Feit is natuurlijk wel dat als je naar de Amerikaanse televisie kijkt je de indruk krijgt dat de wereld elke dag zal vergaan.

“Toegegeven, er is ontzettend veel drama op tv. Maar intussen nog meer online, vind ik. Sociale media hebben ervoor gezorgd dat we allemaal aan dramatische verhalen kunnen meeschrijven. Meestal begint het met iemand die iets onnozels zegt, zoals Alec Baldwin die een vervelende paparazzo uit de weg duwt en hem een cocksucking fag noemt. Oké, ik ben gay, dus ik zou mij aangevallen moeten voelen, maar ik weet dat Alec Baldwin geen homofoob is, dat hij opkomt voor het homohuwelijk en dat hij onlangs een homoseksueel personage heeft gespeeld in een film waarin hij ook een man kust. Maar dat maakt dus allemaal niet uit. Van zodra Alec Baldwin die woorden — in een vlaag van zinsverbijstering — heeft uitgesproken, is hij voor gans Facebook en Twitter een homofoob, en tegen het einde van de dag heeft werkelijk iedereen er zijn mening over gegeven en op die manier meegeschreven aan het verhaal van die dag.”

Je schrijft geregeld gretig mee.

“Maar ik ben het dan ook gewoon om drama te schrijven! (lacht) Ik merk trouwens veel gelijkenissen tussen enerzijds ik die een boek zit te schrijven en anderzijds mijn vriend die zich op Facebook ergens druk in maakt. Soms raak je als schrijver zo op dreef dat je, als je niet even iets gaat eten, op minder dan drie pagina’s al jouw personages hebt vermoord. Ik zie hetzelfde bij hem op sociale media. Als hij nu niet even een wandeling gaat maken, denk ik dan, gaat hij morgen spijt krijgen van wat hij allemaal heeft gezegd.”

Heb je onlangs het interview met acteur Gary Oldman gelezen in Playboy, waarmee hij zowat iedereen in Hollywood tegen hem in het harnas joeg?

“Ik wel, ja. Maar ik vraag mij af wie nog meer. Dat is in feite nog een schoolvoorbeeld van een overgedramatiseerde bagatel. In het interview vraagt Oldman zich verschillende keren af of hij bepaalde dingen niet beter anders zou formuleren, of sommigen er niet door zullen beledigd worden. Hij praat daar in het interview over met de journalist, maar in alle artikels die nadien over dat beruchte interview zijn verschenen, wordt daar met geen woord over gerept en is het alsof Oldman een losgeslagen zot is. Zo’n dingen jagen mij, eerlijk gezegd, schrik aan. Fuck context! Ik ga er gewoon even de dingen uithalen die het best in mijn kraam passen. Ik zie dat op Facebook en Twitter, maar ik zie het bijvoorbeeld ook in nieuwsuitzendingen. En op het einde van elke mediarel, nadat iedereen zijn zeg heeft kunnen doen, komt dan altijd de fake PR-verontschuldiging. Alsof Syd Field ook daar een handboek voor heeft geschreven. Want je denkt toch niet dat Gary Oldman zich écht wil verontschuldigen?”

Heb jij je ooit ergens voor verontschuldigd?

“Ik ben ooit eens beschuldigd van een onoprechte verontschuldiging, terwijl ik er in feite geen had mogen maken. Ik had op Twitter geschreven dat Kathryn Bigelow (de regisseur van onder meer The Hurt Locker en Zero Dark Thirty, nvdr) in Hollywood wordt overschat omdat ze een aantrekkelijke vrouw is, en ik geloof nog altijd dat ze voor The Hurt Locker nooit een Oscar had gekregen als ze een man was geweest. Sorry, maar er is gewoon niets bijzonders aan die film. De filmindustrie wou zichzelf goed doen voelen door een Oscar aan een vrouwelijke regisseur te geven, terwijl het in wezen een seksistische industrie is waarin slechts een minderheid van producenten en regisseurs vrouwelijk zijn. Maar dat kun je allemaal niet in één tweet zetten, en dat heb ik nadien in een opiniestuk proberen uitleggen. Alleen hadden mensen liever een fake PR-verontschuldiging gezien. Tja.”

--

--

Ben Van Alboom
Strictly Personal (NL)

Belgian journalist. Inspirational quote: “My favorite sport is cheerleading.” (Miley Cyrus) Twitter & Instagram: fakerholic Email: benvanalboom@me.com