Het liefst rijd ik de hele dag op mijn scootmobiel

In gesprek met een zelfstandige bewoner die graag weg wil uit Amsteldorp

Marlieke Kieboom
Team Amsteldorp

--

“Ja hoor, ik heb wel hulp, zeker wel. Van de thuishulp bijvoorbeeld. Maar goed die maakt hier niet goed schoon hoor. Ze begrijpt het gewoon niet eigenlijk. Ze weet dan bijvoorbeeld niet wat het woord ‘richeltje’ is, wat dat betekent. Ze is Surinaams.” Stine, werkzaam bij de gemeentelijke dienst Wonen, Zorg en Samenleven (programmateam Decentralisatie) en ik, Marlieke van Kennisland, zijn op bezoek bij Heleen. Heleen* is een kranige dame met mooi wit krulletjeshaar in een kransje om haar gezicht, eind de zeventig en zelfstandig wonend. We zijn te gast in haar kraaknette huisje in Amsteldorp. Ze heeft een scootmobiel en een gezondheidsprobleem. “Daarom moet ik op de lijn letten. Ik zit iedere dag twee uur op dat ding.” Ze wijst naar een trimfiets in de hoek van de woonkamer.

‘Ik wil verhuizen’

Stine steekt van wal en vraagt: “Hoe vindt u het, om in Amsteldorp te wonen?”. Het antwoord van Heleen is luid en duidelijk: “Ik vind het hier echt vre-se-lijk! Je hebt geen contact met de buurt, dat is gewoon weg. Het is hier net een dorp: haat, nijd, jaloezie. Daar sluit ik me voor af hoor. Daar heb ik geen zin in, die mensen over dit en dat. Ik wil dolgraag weg. Naar een woninkje in de Pijp wil ik.” Stine is nieuwsgierig waarom Heleen graag naar de Pijp wil verhuizen. “Nou gewoon, daar heb je echt meer contact, met ouderen, met kinderen, met jongeren. Er is hier bij mij ingebroken, en ik ben daar zo onrustig van. Daar in de Pijp zit gewoon alles door elkaar, jongere mensen, ouderen mensen, maar ook huur- en koopwoningen. Je hebt gewoon alles om je heen daar, en je eigen mensen.. Daar zijn ook meerdere oudere mensen. Hier niet, hier gaat iedereen dood. Vorige week nog vier tegelijk. Er staan echt zoveel woningen leeg. Iedereen gaat weg. En er komen allemaal donkere mensen voor in de plaats. Ik heb eigenlijk geen contact meer.” Stine vraagt of ze niet naar een woning bij de Open Hof wil verhuizen. “Open Hof? Nee, daar wil ik niet naar toe. Ik heb er wel een woning aangeboden gekregen van Ymere, ook bij het Flevohuis. Maar ik wil niet. Ik wil naar de Pijp, daar is het gezellig. De huren zijn er wel hoog hoor, dat weet ik.”

‘Ik ben eigenlijk altijd weg’

Heleen vertelt wat ze het liefste doet: de hele dag op haar scootmobiel rijden. “Ik ben eigenlijk altijd weg. Naar de markt, naar de markt met mijn kleinzoon, naar de Poort en de Dappermarkt. Ik heb een goed netwerk buiten Amsteldorp. Hier wil ik gewoon geen contact meer, hoor. De buurvrouw heeft slecht over mij gesproken. Ze heeft zelfs de televisie ingeschakeld, je weet wel zo’n bloemetjes-programma. Stonden ze hier met een bloemetje aan de deur. Nou dat is zo niets voor mij, dan krijg ik zo’n kop! Ze vroegen of ik het goed met haar wilde maken. Maar dat wilde ik niet. Ik begrijp het wel, die buurvrouw is eenzaam, echt heel eenzaam. En ze zoekt daarom contact met mij, maar dat lukt niet zo goed. Het hoeft voor mij niet meer.”

Of ze elkaar wel helpen in de wijk, vraagt Stine. “Ja hoor, ik help mensen in de wijk. Sommige mensen vragen of ik dan wat voor ze wil doen, een boodschapje meenemen bijvoorbeeld. Dat doe ik dan ook hoor! Vind ik leuk.” Doet u dan ook wel eens iets met die actieve club hier in de wijk, Amsteldorp Actief, vraagt Marlieke. “Nee hoor. Ze zijn wel eens langs geweest bij me, van de Amsteldorp Actief. Of ik mee wilde doen aan hun activiteiten. Maar voor mij hoeft het niet. Ik vind het een roddelclub. En mijn andere buurvrouw zei over Amsteldorp Actief: ‘Ik doe het niet hoor.’ Dus dan doe ik het ook niet. Echt geen behoefte aan. Wat ik dan nog wel doe is bijvoorbeeld dat stichting Zwerfkatten bij me langs komt. Ik had er laatst weer zo eentje, een zielig katje, die heb ik meegegeven. Oh wat was die kat zielig.”

‘Het voelt onveilig’

Stine vraagt zich af waarom ze zo graag weg wil. “Zie je die twee zakken daar staan. Die zet ik s’nachts voor de deur. Oh ik ben zo bang. Er is hier tweemaal ingebroken! Ymere heeft hier bij me ingebroken, dat weet ik zeker. Er stond dus een man voor de deur, en die belde aan. Ik herkende hem nog wel van Ymere. Hij zei: ‘Ik kom echt alleen even kijken, je moet even mee komen kijken in de buurt.’ Dus ik mee kijken. Pas toen zag ik die andere jongen staan. En die man van Ymere zei nog: “Oh heb jij je deur wel dicht gedaan?”. Ik zei “Ben jij wel van Ymere?”. Die jongen heeft me toen een duw gegeven, en ik heb een klap gekregen. Ik had een blauw oog en een blauwe heup. En ja, ik was dus net betaald, en alles lag op tafel. Dat hebben ze in een keer meegenomen. Daar ben ik nog bang van. En laatst zat er weer iemand aan mijn deur.” **

‘Ik heb rust en veiligheid nodig’

Stine heeft wel gezien dat er overal ‘attentie! buurtpreventie’ bordjes hangen. Wat betekenen die? “Buurtpreventie, dat is niet meer hoor. Er woont hier van alles nu. Dat is Ymere, die plaatsen mensen. Eerst kwam er een Marokkaanse vrouw boven me wonen, met later haar Marokkaanse man. Nou 8 jaar hè, 8 jaar heb ik last van ze gehad. Die houten vloer, met dat dunne laminaat zonder van dat materiaal eronder. Acht jaar ellende. Ymere bleef maar zeggen: dat laminaat ligt goed. Het is nu wel stil hoor, er woont nu niemand, dat heb ik ervoor terug gekregen. Maar voor hoe lang? Straks begint het weer, er is nog niets veranderd. Acht lange jaren ellende, de dokter heeft ook gezegd dat ik daarom zo hard achteruit ben gegaan. Ja weet je, Marokkanen hebben altijd loop, altijd mensen over de vloer. En ik heb rust nodig. Veiligheid heb ik nodig, en geen geluidsoverlast. Dan zou ik beter af zijn. Maar ze hebben niets gedaan, Ymere. Ze doen niets, en er zijn zoveel klachten. Het wordt asociaal hier. Dekens voor de ramen. Ymere doet wel de tuinen. Maar er staan zoveel fietsen en brommers in.”

Buurtpreventiebordjes hangen overal in Amsteldorp

‘Mijn probleem is dat ik geen woningkrantje meer kan lezen’

Heleen: “Nu wil ik naar de Pijp verhuizen maar ik heb een probleem. Ik heb geen internet, en dat woningkrantje kreeg ik altijd nog van ze. Maar nu niet meer. En nu zitten er ook twee van die jonge nieuwe meisjes in dat kantoor en die helpen me niet. Die weten van niets. Ik wil het wel hoor, beter op die woningen letten of ze vrij komen. Maar ik wil gewoon dat krantje, dat is makkelijker, dan hoef ik er niet steeds heen en weer, en naar de ramen te kijken om te zien of er al eentje vrij is. Maar ze komen gewoon niet. Ik heb nu de consumentenbond ingeschakeld. Die 8 jaar hebben mijn gezondheid geen goed gedaan. Als ik leugens opvang, dan ben ik wel een krengetje hoor. Dan ben ik niet leuk, dan ben ik lastig, dat weet ik van mezelf. Maar als het de waarheid is, ben ik okay. Maar nu is er geen waarheid. Ik moet dat krantje krijgen, dan pas weet ik wanneer die woningen vrij komen. Maar die krijg ik niet. Nu is het allemaal via internet en ze sturen het niet naar me op. Nu moet ik zelf langs gaan om te zien of er een woning leeg staat. Zo kom ik hier nooit weg.”

‘Ik heb een luxaflex-buurvrouw’

“De buurvrouw, die let op mij. We hebben een luxaflex-afspraak. Want zo’n alarmpje om mijn nek, daar doe ik niet aan hoor, niks voor mij, ben je gek. Zij kijkt gewoon elke dag of ik mijn luxaflex omhoog doe. En als ik dat niet doe, dan komt ze even bij me kijken, dat is de afspraak. Zij is nog wat jonger hoor, 40.” “Wat is belangrijk voor me? Mijn scootmobiel is alles. En ik wil een andere woning. Dat zou mijn leven goed maken. Familie is ook echt belangrijk voor me. Twee zoons heb ik en twee schoondochters. Die zijn gescheiden, dus ik heb ook nog twee nieuwe schoondochters erbij, gezellig hoor. Mijn zoons zijn de belangrijkste in mijn leven. Ik heb ook een kleinzoon van 19. Vriendinnen heb ik gehad, maar die hoef ik niet meer. Ik zoek ze allemaal wel op, mijn familie. Waar ik het meest bang voor ben is eigenlijk dat mijn accu onderweg stil valt, daarom ga ik niet naar Amstelveen hoor, dat haal ik niet.”

‘Ik heb iedere dag een leuke dag’

“Ik heb iedere dag een leuke dag. Ik zwerf overal. Ik ben nooit chagrijnig. Stormt het? Dan ben ik tevreden, dan rijd ik overal doorheen. Heerlijk. Ik ben wel bang om ouder te worden. Via de dokter heb ik wel hulp, van een wijkverpleegkundige. Ik maak me geen zorgen over mijn eigen toekomst. Maar wel over die van de wijk. Op het speelplaatsje is met oud en nieuw de glijbaan in de fik gezet. Wat je daar allemaal ziet s’avonds: heroïnekerels, buitenlanders. Ymere zegt: dit moet een dorp zijn waar mensen een tweede kans moeten hebben. Nou ik vind dat ze gewoon asociale mensen plaatsen. Dekens hangen voor de ramen, mijn woongenot is weg. Jullie moeten meer aan de mensen denken, Ymere, en minder aan het geld!”. “Wat we hier nu allemaal krijgen is zwart. Vriendelijk hoor, maar niet ‘voor ons’. Ik zie alleen maar zwart.”

Reflecties Stine en Marlieke

Mevrouw Heleen wil erg graag weg uit Amsteldorp. Wat zouden we met haar verhaal kunnen doen? We weten het nog niet zo goed. Wel zijn er veel feiten die we kunnen navragen bij bijvoorbeeld Ymere:

  • De houten vloerregel. Hoe gaat Ymere hier mee om: handhaven of niet?
  • Er zijn mensen die een tweede kans krijgen in Amsteldorp. Checken! Er moeten percentages zijn te vinden, liggen die hoger dan elders?
  • Het krantje van Woningnet. Klopt het dat het niet meer bestaat? Hoe kunnen mensen de informatie krijgen als ze geen internet hebben?
  • Geluidsoverlast: hoe gaat Ymere hier mee om?
  • Veiligheid: de inbraak? Buurtpreventie? Wat houdt dat in, al die bordjes? Welke maatregelen?
  • Wat zijn de kostenverschillen tussen Amsteldorp en de Pijp, zou dat een reden zijn waarom mevrouw Heleen niet mag of kan verhuizen?

We zien in haar verhaal een onderverdeling in:

  1. Dingen die je makkelijk verder kunt ondersteunen, maar wellicht nog niet ondersteund worden bij anderen, zoals de luxaflex-buurvrouw
  2. Er zijn dingen die er zijn en worden aangeboden, maar die gebruikt ze niet: AA, trein, bus. Is dat erg? Nee, ze heeft haar eigen oplossingen
  3. Er zijn dingen waar je niet zo makkelijk iets aan kunt doen: roddeldorp
  4. Er zijn dingen waar je helemaal niets aan kunt doen : mensen gaan dood, verschillende culturen?
  5. Er zijn dingen die goed gaan: het onderhouden van haar (familie)netwerk buiten de buurt, het contact met huidige hulpverleners (huisarts/wijkverpleegkundigen), het vervoer via haar scootmobiel, contact met directe buurvrouw.

* Alle namen in deze blog zijn gefingeerd

** Dit verhaal is al geverifieerd bij Ymere. Volgens Ymere betrof het hier niet om een medewerker van Ymere.

--

--

Marlieke Kieboom
Team Amsteldorp

Service designer + anthropologist in BC Public Service | Dutchie in Canada/Turtle Island | people, power, politics | Views my own