Kenny Vermeulen
The Daily Penguin
Published in
3 min readNov 12, 2016

--

OPHEF over #pietenpact

‘Trump wint door blanke stem. Door ‘hidden voter’. Door blablabla.’ Wees gerust, ik bespaar je hier een zoveelste analyse of na-bespreking. Het volk sprak, de gevolgen worden zichtbaar in de komende weken, maanden, jaren. Maar kranten hadden het daarna ook over de ‘verTrumping’ van Europa. Bereid je maar voor op dezelfde sfeer hier bij de verkiezingen in Nederland, Frankrijk, Italië,… De vraag is alleen hoe bereid je je daar op voor?

We hebben een concreet voorbeeld. Het pietenpact. Al enkel jaren wordt kritisch gekeken naar het Sinterklaasfeest. Eerst in Nederland. Dan via iemand van de UN in de hele wereld. En nu terug in België. Het resultaat? Heen-en-weer-geschreeuw, gratuite opmerkingen, politici die een kant kiezen en stemmen ronselen, social media die harder lijken te worden.

Of een pietenpact nodig is, verder moet gaan of helemaal niet van doen is, zul je vanuit OPHEF niet horen. Maar ik wil wel een warme oproep doen. Gebruik deze tijden om te luisteren naar elkaar. Dat Trump zijn overwinning ‘een verrassing’ was en dat er hidden voters zijn, geeft ook aan dat we niet praten. Dat we niet weten wat er bij de ander leeft. Waarom hij of zij voor of tegen is. Dus volg even deze stappen. Maak de wereld zo alvast een beetje duidelijker, opener en eerlijker om er zo iets aan te kunnen doen.

1. Informeer jezelf

Voor je een discussie start online of offline, informeer jezelf. Neem Zwarte Piet. Van waar komt de traditie? Is dat wel echt een traditie? Wie heeft die specifieke kenmerken geïntroduceerd? Hetzelfde met Trump. Wat staat op zijn agenda? Wat spreekt net mensen aan? Hoe staat hij tegenover oorlog, homorechten, abortus, de Amerikaanse waarden? Zoek dat even op. Lees je in. Gebruik de info die je vindt daarna in je beargumentering. Zorg ook dat je weet wat de tegenpartij als argumenten kan gebruiken.

2. Luister naar de ander

‘Mijn 5 zwarte vrienden vinden Zwarte Piet niet kwetsen duuuusja’ Euhm. Tof dat je al naar hen luisterde. Maar er zijn wel nog meer mensen op deze aardkloot. Luister naar elkaar. Hoor wat de ander te zeggen heeft. Bijtel je standpunt niet in steen en zorg dat er ruimte is voor een discussie.

3. Hou het beleefd

Komaan. We zijn volwassen mensen. Dat social media nu harder lijken, komt ook omdat meer mensen toegang hebben tot het internet, meer gelijkgestemden vinden en eindelijk durven hun gedacht zeggen. Zie het als een kans om te leren wat zij denken ‘voor het te laat is’. Met schelden help je niemand. Met gewelddadig protest geef je de tegenpartij alleen maar extra munitie. Met dingen gooien is voor niets goed. Alleen de Grieken doen dat met borden. (En Tom Van Grieken met halalworstjes)

4. Spreek elkaar aan

#subtweet. De achterklap van Twitter. Niets irritanter dan kritiek op iemand hebben zonder die aan te spreken daarover. Hoe verwacht je iemand te kunnen wijzen op zijn kromme redeneringen of daden als hij/zij er niet van op de hoogte is? Spreek iemand gewoon aan. Schat die je opbouwende kritiek niet naar waarde, laat de discussie dan.

5. Creëer geen bubble

Als laatste en misschien belangrijkste, ga niet zomaar iedereen uit je timeline verwijderen met een andere mening. Anders kom je in de situatie: geen van mijn vrienden stemt op x of y. Terwijl die partij dan gezellig 30% haalt. Het Facebookalgoritme is al niet handig om genoeg info te halen uit verschillende kampen, zorg dat jij jezelf niet nog meer afschermt. Het wij/zij-kamp wordt anders alleen maar verder van elkaar geduwd.

6. Schep OPHEF

Wil je dat dingen echt veranderen? Blijf dan niet achter je computer zitten. Kom op straat. Verzamel je. Zo dragen mensen momenteel een ‘safety pin’ om te tonen dat ze willen een ‘safe zone’ zijn voor minderheidsgroepen. Een klein maar waardevol gebaar. Hou het vreedzaam, ludiek, absurd, klein of groot. Maar doe iets.

Groetjes,

Kenny van OPHEF

--

--

Kenny Vermeulen
The Daily Penguin

Verified op Twitter. Mijn oprechte excuses daarvoor. Creatief Directeur bij Duke & Grace. Speelt al eens op Ministerie van Sport en Belgiumers.