Toekomstlabs = transformatief veranderen, leren en designen

Paulien Taken
Toekomstlabs Noord Limburg
6 min readSep 18, 2018

Het Toekomstlabinitiatief (een samenwerking tussen de Hogeschool Arnhem en Nijmegen, lectoraat Sociale Innovatie in de sociale sector en de Verenigde Gemeenten Noord-Limburg met bestuurlijk trekker vanuit Horst aan de Maas). heeft een jaar lang een aantal sociaal innovatieve ‘living labs’ geïnitieerd in Noord Limburg om te ontdekken of dit een manier kan zijn om de gewenste transformatiedoelstellingen te realiseren, waaronder nieuwe, participatieve verhoudingen tussen overheid, inwoners en publieke sector en nieuwe bottom-up werkwijzen voor samenlevingsontwikkeling. Dit heeft veel inzicht opgeleverd in wat hiervoor wel en niet werkt en welke randvoorwaarden hiervoor nodig zijn op zowel bestuurlijk als operationeel niveau en wat dit concreet vraagt aan nieuw gedrag en handelen. De voornaamste conclusie na dit jaar is dat dit transformeren een sociale innovatie is dat vraagt om een sociaal leerproces waarvoor investeringen (tijd, geld, facilitering) noodzakelijk zijn om veranderingen te realiseren. Deze bijdrage geeft een klein inkijkje hierin met een van de labtrajecten als exemplarisch voorbeeld.

Casus Toekomstlab Gennep

Het (lab)netwerk ‘Samen Verder’ heeft de missie om het migratie- en integratieproces van statushouders en hun sociale positie in hun dorp te verbeteren. Hiervoor hebben ze een aantal grote veranderdoelen gesteld die in kleinere en meer concrete acties worden opgepakt in werkgroepen:

1. Zorgen voor meer ontmoeting, contact en verbinding tussen alle inwoners in het dorp;
2. Zorgen voor betere, passende en menselijke voorzieningen en beleidsprocessen rondom het migratieproces vanuit het perspectief van de statushouders.
3.Zorgen dat statushouders en inwoners als gelijkwaardige samenwerkpartners worden gezien en betrokken om de verbeteringen te realiseren.

Het netwerk kent een werkgroepenstructuur waarbij elke werkgroep een concreet en zichtbaar aspect van deze doelen oppakt die volgens hen op dit moment van waarde en nodig is in het dorp. In maandelijkse bijeenkomsten wisselen de werkgroepen hun acties en bevindingen met elkaar uit. Het netwerk wordt gefaciliteerd door de gemeente in de vorm van een procesbegeleider die het netwerk aanjaagt, bij elkaar brengt en randvoorwaarden schept voor het veranderproces. Samen met een beleidsmedewerker van de gemeente wordt hierbij continu afstemming gezocht voor vooruitgang.

Ingrediënten voor verandering

In de werkgroepen en tijdens de netwerkbijeenkomsten worden er belangrijke ingrediënten en ontdekt over wat er nodig is voor de doelstellingen. Deze kennis en inzichten worden ontdekt vanuit de ervaring van de betrokken professionals, vrijwilligers, inwoners en de zogeheten ambassadeurs (ervaringsdeskundigen op het gebied van statushouder/migrant zijn). De ingrediënten, ookwel werkende mechanismen, zijn meestal sociaal van aard en gaan over heel concrete gedrags- of handelaspecten van de betrokken mensen (inwoners en professionals) in de integratieprocessen. Deze ingrediënten worden besproken en uitgewisseld om de werkgroepen nog effectiever te maken in hun acties.

Versnellende en remmende factoren

De procesbegeleider merkt op dat deze ingrediënten voor verandering niet altijd worden benut in de acties en het handelen van de mensen (actoren) in alle werkgroepen. De observatie is dat ingrediënten en werkende mechanismen worden beaamd, maar dat hieruit niet altijd nieuwe acties voor concrete praktijk/beleids/gedragsveranderende experimenten ontstaan die de gewenste verandering verder kunnen brengen. Een van de remmende factoren lijken de bestaande werkgewoonten en opvattingen bij een aantal actoren. Een mooi voorbeeld waar dit wèl wordt opgepakt is een werkgroep met actoren die heel concreet hun bijdrage aan werkintegratieproces heeft opgepakt en nu al doende aan het experimenteren is met andere betrokken partijen en de ambassadeurs om nog meer te ontdekken wat wel/niet werkt. Versnellende factor hierin zijn de mensen die dit aanjagen en zichzelf eigenaar voelen van de verandering.

De procesbegeleider voorziet dat de werkgroepacties niet de gewenste verandering gaat opleveren wanneer de ingrediënten niet door iedereen worden benut die gaandeweg worden ontdekt. Dit wordt ervaren als een urgente remmende factor dat vraagt om een interventie.

In een innovatietraject, dat je kan opvatten als een leerproces, is dit een heel herkenbaar verschijnsel. Al doende wordt er geleerd en ontdekt wat er nodig is voor de verandering. Dit vraagt vervolgens en allereerst om het integreren van dit geleerde in het handelen en gedrag van de betrokkenen zelf. Het handelen vanuit de ontdekte veranderingrediënten in de werkgroepen is te beschouwen als een veranderproces op zichzelf. Dit is op te vatten als een gezamenlijk proces van betekenisinnovatie: het samen maken van een set principes en overtuigingen die het handelen in de praktijk zou moeten leiden. Dit is een veranderproces van binnenuit dat niet gemakkelijk is en vraagt om steeds stil te staan of de benodigde randvoorden hiervoor aanwezig zijn die je kan onderzoeken met de drietrapsvraag: willen we dit, kunnen we dit en mogen we dit?

Veranderen = leren en reflecteren

Sociale innovatie trajecten gaan niet over verandering bij of van ‘een ander’ of nog abstracter ‘het systeem. Het start in eerste instantie bij de verandering en het bijhorende leerproces van de betrokkenen als het ‘bestaande systeem’ zelf. Een dergelijk leer- en veranderproces (dat deels ‘onder de ijsberg’ plaatsvindt) vraagt om continue reflectie hierop als methode voor bewustwording en leren. De vraag die nu bij de procesbegeleider ontstaat is: Hoe zorgen we ervoor dat de betrokken actoren samen kunnen gaan reflecteren op de ingrediënten voor nieuw gedrag/handelen en de eigen rol die ze daarin vervullen?

Om dit collectieve reflecteren en leren in dit specifieke veranderproces te faciliteren zijn er diverse vragen te stellen:

  • Hoe geven we betekenis aan deze ontdekte ingrediënten in het licht van onze veranderdoelstellingen?
  • Hoe kunnen we de ontdekte ingrediënten (kennis) voor verandering concreet gaan doen (gedrag)?
  • Kunnen we dit? Willen we dit? Mogen we dit? Hoe wringt dit eventueel met onze bestaande rollen, taken, functies, opvattingen en overtuigingen?
  • Wat is er nodig om in vervolgacties dieper te experimenten met wat er werkt in de praktijk voor onze veranderdoelstellingen?
  • Wat is er nodig om hierop continue en veranderingsgericht te reflecteren en leren met elkaar?

Het samen reflecteren en leren vindt idealiter in een luchtige en regelvrije setting plaats waarbij er niet alleen cognitieve en talige werkvormen worden ingezet (schrijven of praten), maar ook interactieve, visuele en ervaringsgerichte werkvormen worden gebruikt om zo de betekenissen van iedereen op te halen, ongeacht leer-, of communicatiestijl. Verandertaal kan alleen maar goed ontstaan wanneer er veiligheid is voor iedereen om onder die ijsberg te graven aangezien hier ook macht- en belangensferen als onderstroom een rol spelen. Creatieve werkvormen en een voor iedereen vertrouwde en neutrale procesbegeleider kunnen hierin ondersteunend zijn om een dergelijk klimaat te scheppen.

Sociale innovatie = Transformeren

Dit samen leren en veranderen onder en boven de ijsberg is een boeiend transformatieproces waar de procesbegeleider voor staat. Een bekende reactie op de geobserveerde remmende factoren in veranderprocessen is dat je het als begeleider overneemt en extra acties zet om de beweging op gang te houden. Dergelijke procesbegeleiders zijn immers innovatie pioniers die in hun enthousiasme en ervaring ook wel degelijk een voorbeeldrol kunnen vervullen. Echter zal dit de werkelijke verandering van binnenuit en onderaf niet bevorderen aangezien dit uiteindelijk door de betrokken zelf geïnternaliseerd en dus gedaan moet worden. De procesbegeleider zal dit agogische principe van veranderen en empoweren steeds voor ogen moeten houden en steeds creatief op zoek gaan naar interventies hiervoor vanuit de centrale vraag: hoe versterk en verbind ik alle actoren zodat zij de verandering samen vorm kunnen geven? Hier zijn geen pasklare antwoorden voor en is het steeds zoeken en puzzelen naar welke agogische methoden voor leren en veranderen er op moment X, bij de actoren Y in de lokale context Z past en werkt.

Design based learning

Dit creatief zoeken naar werkende ingrediënten en verandermechanismen en het puzzelen met interventies voor veranderprocessen noemen we vanuit het lectoraat Sociale Innovatie ontwerpend werken en leren, ookwel ‘design based learning’ genoemd. Hierbij staan principes uit design denken centraal: het al doende (experimenteren, prototypen en testen) ontdekken welke ontwerpcriteria (mechanismen en ingrediënten) er nodig zijn voor een goed veranderontwerp (interventies en acties) dat voor de gewenste verandering duurzaam werkt. Dit vraagt om een ontwerpende aanpak dat radicaal empathisch, mensgericht en experimenteel van aard is waarbij leren, ontwikkelen en veranderen ten behoeve van duurzame samenlevingsontwikkeling (community empowerment) hand in hand gaan. Dit wordt momenteel doorontwikkeld in onder andere een leertraject vanuit de provincie Limburg om de bestaande transformatie regisseurs en coaches hierin te ontwikkelen. Meer weten of meewerken hieraan? Ger.Keijsers@han.nl of Paulien.Taken@han.nl

--

--

Paulien Taken
Toekomstlabs Noord Limburg

Docent-onderzoeker Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Design for Social Innovation