Ultieme (ge)Liefde
Vorige maand was het Valentijn, de traditionele of misschien ondertussen eerder commerciële feestdag waarop we onze ultieme geliefde verwennen, ontmoeten, ontdekken, vieren, … . De straten en etalages worden versierd met rood verlichte hartjes. Alles staat in het teken van de liefde of misschien eerder verliefdheid. Overal restaurantjes gevuld met heerlijk naar elkaar starende koppeltjes, verdrinkend in de dromen die ze ontdekken in elkaars ogen, veilig verwarmend in de omhelzing met elkaars armen.
Op zich is er niets mis met deze feestdag en met het vieren van elkaar en de relatie waarin je samen geluk en liefde ervaart. Maar vaak vergeet men verder te kijken dan de ogen van de ander. Vaak vergeet men het spiegelbeeld van zichzelf dat men daarin herkent. Vaak zoeken we onszelf in de ander, maar vinden doen we ons ultiem in dat spiegelbeeld, binnenin onszelf.
Onvoorwaardelijk van jezelf houden is niet vanzelfsprekend. Al op jonge leeftijd worden we aangeleerd dat waardering, dat er mogen zijn, dat goed genoeg zijn, dat liefde, in welke vorm dan ook, vaak enkel gegeven wordt als we voldoen aan bepaalde verwachtingen of regels. We leren onbewust dat houden van onszelf enkel kan of mag onder bepaalde voorwaarden, en dat dit ook vaak bevestiging vraagt van buitenaf. Het is in die zin logisch dat we op latere leeftijd op gelijkaardige manieren geconditioneerd op zoek gaan naar waardering, naar liefde, naar goedkeuring, naar bevestiging, steeds opnieuw buiten onszelf, opnieuw in een ander.
Maar wat je zelf niet hebt, of niet aan jezelf geeft, kan je ook niet delen of geven aan een ander. De belofte van onvoorwaardelijke liefde dreigt dan een oppervlakkige voorwaardelijke afhankelijkheid te worden. “Ik zie jou graag zodat jij mij graat ziet omdat ik mezelf nog niet graag genoeg kan zien.” Afhankelijkheid niet enkel tussen partners, maar evengoed tussen ouders en kinderen, en ruimer in elke vorm van menselijke relaties.
In dat opzicht sta ik vaak op met een gevoel van fundamentele eenzaamheid. Fundamenteel omdat ik bijna levenslang de verbinding met mijn ware zelf verloochende. De ruime context van mijn jonge opgroeiende leven conditioneerde mij op verschillende manieren die verbinding los te laten. Onbewust leerde ik te geloven dat wie ik echt was, wie ik voelde te zijn, in een breed van spectrum van persoonlijkheidskenmerken, niet klopte, niet voldeed, niet paste binnen de verwachtingen van zovele hokjes die op mij werden geprojecteerd of aan mij werden opgelegd. Op dat moment een bijna noodzakelijke strategie om die context te overleven. Vandaag een hele weg naar binnen om terug te leren leven.
In de ervaring van deze eenzaamheid, deze innerlijke leegte, mag ik telkens opnieuw een uitnodiging van mijn Innerlijk Kind ontvangen om hen terug op te zoeken binnenin. Telkens opnieuw een hele opgave. Ik heb mezelf onbewust zo lang aangeleerd deze pijnlijke leegte te verbergen onder pleisters, onder een grote toevloed van externe prikkels als verdoving om maar niet te voelen wat binnenin al zolang verstopt zat. Een lichaam dat als automatisme in weerstand gaat, bang van pijn die ooit te groot was om te voelen, te onbegrijpelijk om te verwerken.
Maar met elke traan die ruimte krijgt tot vloeien, op welke plaats en welk moment dan ook, mag ik doorheen de ervaring van vergeten pijn en verdriet, net die oude overtuigingen over mezelf, die verwrongen conditioneringen, die wildgegroeide belemmeringen loslaten die al die tijd de weg naar mezelf versperde. Geen tranen als zwakte of flauwte, maar tranen van echte kracht uit volle kwetsbaarheid. Tranen als bevrijding. Tranen als verrijzenis. Tranen die net als Kintsukuroi de scheurtjes in mijn hart met goud mogen vullen. Tranen die misschien ooit een zee zullen vullen waar anderen zich in hun onderweg zijn aan kunnen laven.
In de zinloosheid van het leven en mijzelf, dat vaak oprijst uit deze momenten, mag ik op reis gaan in de zin, in de richting van mijzelf. Ik mag leren zin te vinden en te hebben in mijzelf. Zin in mijzelf! Ik mag ontdekken dat zingeving niet iets dat je moet ontvangen van anderen of van het leven. Zingeving is net te vinden in het onvoorwaardelijk geven van jezelf aan dat leven. Een onvoorwaardelijke manifestatie van mijn Innerlijk Kind dat bij elke iteratie telkens opnieuw goed is zoals het is. Geen te meten resultaten, geen te behalen doelstellingen, geen verwachtingen of hokjes. Een gewoon er-zijn waarin mijn Innerlijk Kind de ruimte krijgt onvoorwaardelijk op te groeien als de ultieme partner in mijn leven.
De laatste vier jaar, sinds mijn burn-out, met daarin net het ultieme ontwaken van mijn eigen vlammetje, heb ik al een hele spiraalbeweging naar binnen afgelegd. Soms lijken het eindeloze cirkels te zijn, zinloze herhaling zonder verandering. Vaak ben ik moe, zoek ik in mijn tranen, opgerold als een bang veulen, naar pleisters om terug toe te dekken wat pijnlijk om aandacht vraagt. Maar ik besef dat, als ik ze al zou vinden, die pleisters, dit enkel tijdelijk uitstel is van wat toch doorvoeld dient te worden. Pijn, verdriet, dingen die we vaak als onaangename emoties bestempelen, hoeven echter geen lijden te zijn als je deze zonder weerstand met zelfliefde doorvoelt en loslaat.
In reflectie van die vier jaar voel ik me steeds dichter komen bij mijn ware zelf. Telkens ik dieper afdaal, groeit en heelt mijn Innerlijk Kind, tot we elkaars handen terug kunnen vastnemen en samen geschiedenis zullen schrijven. Als mooiste bevestiging aan onszelf, en van deze geduldige weg naar binnen, mocht ik een tijdje geleden als het ware verliefd op mijzelf en het leven in slaap vallen. Een nieuwe ervaring, een nieuw gevoel dat zaligmakende voldoening gaf. Geen narcisme, maar een gezond thuiskomen bij mijzelf. Liefde voor het pure er-zijn. Liefde voor het zelf-zijn, zelf-geven, zin-geven. ZelfLiefde!