Technologietrends voor de digitale producten van de VRT

Editie 2020

Johan Rombouts
VRT Digital Products
11 min readMar 16, 2020

--

Wist je dat VRT beschikt over een eigen data lake? Dat apps als Spotify en Waze regelmatig samenwerken? Dat 5G een invloed heeft op hoe we media beleven?

Lees dit rapport en je bent helemaal mee met de laatste technologische ontwikkelingen die belangrijk zijn voor de VRT.

In het digitale productiecentrum van de VRT zijn we elke dag keihard in de weer om de digitale producten van de VRT beter te maken. Hiervoor doen we een beroep op nieuwe technologie, die we zelf bouwen of aankopen. We verzamelen nieuwe inzichten, activeren eindgebruikers en presenteren content (zowel hosten als streamen). Ondertussen houden we de boel intern netjes op orde én moeten we rekening houden met alle wetgeving.

Dat vraagt heel wat tijd. Ondertussen staat de wereld niet stil. Technologie hoeft niet enkel ondersteunend te zijn. Het kan ook een drijvende factor zijn voor de VRT.

Een stapje terugnemen en naar het grotere plaatje kijken is geen overbodige luxe. Je leest hier over een aantal opvallende technologische trends. We proberen om de gespecialiseerde terminologie te beperken. Verwacht geen volledig beeld, maar een selectie van dingen die voor de VRT relevant zijn. Onze inzichten willen we graag met jou delen.

Uit de informatie die we verzamelden konden we 3 thema’s onderscheiden die we voor het voetlicht willen plaatsen:

  • Democratisering van data:
    We kunnen eenvoudiger, sneller en stap voor stap waardevolle inzichten halen uit data. Welke data van de eindgebruiker daarbij écht nodig zijn wordt meer en meer in vraag gesteld.
  • Apps en de smartphone vormen het centrum van de interactie:
    De gewoontes die we onszelf aanleren op de smartphone zijn bepalend geworden voor wat we op andere toestellen doen.
  • 5G is de nieuwe “ether”, clouddiensten de nieuwe “zender”:
    Wordt media gestreamd of uitgezonden? De eindgebruiker gaat het onderscheid niet (willen) maken. Het uitspelen en afleveren van de media gebeurt steeds vaker vanuit de cloud.

Covid-19 update:
Dit rapport werd geschreven vóór de wereldwijde uitbraak van Covid-19. We merken vandaag reeds dat deze pandemie een effect heeft op onze manier van werken. Ook voor elementen uit dit rapport zal het virus zijn effect hebben, zij het als rem of net als extra versneller…

Eerst belichten we deze thema’s wat meer in detail, daarna kijken we naar enkele kansen voor de VRT.

Democratisering van data

De data die zich binnen een bedrijf beweegt is waardevol. Ook bij VRT zien we het potentieel en gaan we daarmee aan de slag. Dankzij data weten we steeds beter hoe onze luisteraars radio beleven. We zijn bijvoorbeeld in staat om data over het gebruik van de radio-apps te linken met stemvoorkeuren voor De Afrekening bij StuBru.

Een data lake is een plek om verschillende databronnen te combineren om zo tot extra inzichten te komen. Enkele jaren geleden was dat nog een opdracht voor specialisten. Vandaag heb je heel wat diensten die helpen bij de uitbouw van een eigen data lake. Wat vroeger nog een project van maanden was — architectuur vormgeven, infrastructuur opzetten, databronnen toevoegen, modellen ontwikkelen, etc.- kan tegenwoordig in dagen opgestart worden.

Je ziet een evolutie naar meer afgewerkte diensten. Er is minder nood aan beheer en zelf opbouwen van de infrastructuur. Een data scientist kan zijn pijlen nu meer richten op algoritmes en modellen ontwikkelen.

De meest toegepaste vorm van machine learning die je typisch in deze omgeving ziet is ‘inference’. Je kan die term vertalen als ‘gevolgtrekking’: uitgaande van vroegere patronen, wat betekent dat voor een nieuw patroon? Verschillende populaire use-cases leveren modellen op die we vaak meteen inzetten of die als basis dienen voor nieuwe projecten.

Je ziet dat bijvoorbeeld bij het herkennen van objecten in fotomateriaal. Teams moeten hiervoor niet elke keer vanaf nul modellen gaan trainen en opbouwen. Data scientists gaan meer en meer zulke off-the-shelf-modellen inzetten. Het versterkte aanbod van dit soort (half) afgewerkte onderdelen zorgt ervoor dat data en machine learning inzetten eenvoudiger en sneller gaat.

Data gebruiken betekent privacy respecteren

Wanneer het over data gaat, spreken we vaak over data die we verzamelen van eindgebruikers. Bij de eindgebruikers groeit de vraag om daar zorgvuldig mee om te gaan.

Bovendien beweegt die data vaak doorheen verschillende applicaties en services, tussen client en server. Denk maar aan de tekstherkenning van de assistent in de Google Home: de audiobestanden van je ingesproken tekst worden op een server geïnterpreteerd. Zo neemt de totale kost van de nodige transparantie en veiligheid toe.

Door die evolutie zien we dat grote tech-spelers steeds grotere inspanningen doen om die kost te vermijden. Moet al die data überhaupt op servers staan? Je ziet dat steeds vaker de data dichter bij de gebruiker blijft. Het wordt opgeslagen op het toestel van de eindgebruiker en niet op servers. Dat is een hefboom voor wat men ‘edge computing’ noemt. De data is beter beheerbaar en controleerbaar door de eindgebruiker zelf. Besturingssystemen zoals iOS en Android maken het mogelijk om als gebruiker in te grijpen.

Er is een evolutie naar algoritmes, gebaseerd op machine learning, die steeds vaker rechtstreeks op het toestel uitgevoerd worden. Zonder dat daarbij de gebruikersdata naar een server gestuurd wordt. Zeker voor populaire modellen zal je dit steeds vaker zien.

De grote jongens spelen privacy in hun voordeel uit

Advertenties zijn een belangrijke bron van inkomsten op het internet, ook voor Google en Facebook. Ondanks de opkomst van edge computing worden nog veel gebruikersdata uitgewisseld in de ketting tussen adverteerder en publisher.

De afgelopen jaren is er technologisch enorm geïnvesteerd om advertenties bij de juiste mensen te krijgen. Het gaat onder andere over DSP’s, DMP’s, ad-servers, SSP’s en CMP’s. Dat zijn heel wat afkortingen. Kort gezegd gaat het over tussenpartijen die vooral het doel hebben om adverteerder en publisher te helpen advertenties bij de juiste doelgroep te krijgen. In jargon heet dat ‘programmatic advertising’. Samen vormen ze een enorme ‘adtech tax’. En dat wordt steeds meer in vraag gesteld. Van elke euro die een adverteerder uitgeeft, hoeveel is voor de publisher? Hoe zit het met de gebruikersdata in heel deze ketting? Wie is er verantwoordelijk?

Er ontstaan verschillende tegenbewegingen. De grote tech spelers (Google, Facebook en Apple) gebruiken hun macht door in te grijpen in de webbrowser (Google met Chrome, Apple met Safari). Ze maken het de scripts van de adtech-wereld steeds moeilijker. Voorwaarden voor apps worden strenger. Onder het mom van ‘bescherming van de privacy’ bevoordelen de grote spelers daarbij vooral ook hun eigen marktruimte. Een voorbeeld: Apple verplicht het gebruik van hun identificatiesysteem Apple ID bij app-bouwers die ook andere social logins aanbieden.

Adverteerders en publishers zoeken dus naar nieuwe mogelijkheden om inkomsten te genereren uit hun content.

De kleinere spelers zoeken alternatieven

Eén van de manieren om de juiste doelgroep te bereiken is de context. Je gebruikt metadata van het artikel in plaats van het interesse-profiel van een gebruiker. Waarschijnlijk is iemand die een artikel leest over een nieuwe Audi ook geïnteresseerd in een nieuwe auto.

Een andere manier die interessant is voor mediabedrijven is inzetten op ‘serverside-ad-insertion’. Zo kan men ad-blockers te lijf gaan. De advertenties worden in de videostroom verwerkt aan de serverzijde. Er zijn geen clientside scripts nodig voor het afspelen van deze boodschappen, scripts die anders door ad-blockers tegengehouden kunnen worden. De sector neemt vaak meteen een extra stap door in te zetten op ‘programmatic advertising’ om die advertentie toe te wijzen. Je ziet ook hier de evolutie om gedragsdata los te laten en eerder naar de context te kijken.

Apps en smartphone vormen het centrum van interactie

De zoektocht naar slimme verdienmodellen zorgt ook voor nieuwe samenwerkingen tussen verschillende, sterke apps. Waze integreert op een slimme manier Spotify. Het is een voorbeeld van twee verticals die elkaar vinden en versterken. Zo kan je in een bestaande app op het juiste moment een deel van een andere app openen. Voor de eindgebruiker betekent dit een enorm gebruiksgemak.

Android ondersteunt deze interne linking van apps met de zogeheten “Instant Apps”. Ontwikkelaars bieden functionaliteiten van hun app aan bij andere app-ontwikkelaars. App-bouwers versterken elkaars ‘user journey’, de gebruikers winnen aan gebruiksgemak.

De app-wereld verstevigt zijn positie tegenover de webbrowser-wereld. Het belang van de zichtbare aanwezigheid van een app, op de beperkte schermruimte bij de eindgebruiker, stijgt.

Dat is ook te zien in de strategie van hardware-fabrikanten. Die zien de smartphone vandaag als eerste device. Met daaromheen andere devices zoals de laptop, het tv-scherm, de auto, de wearables, earbuds, etc.

Het ‘Internet of Things’ is de volgende stap: slimme verlichting, thermostaten en andere smart-home-toepassingen. Ook hier zien we dezelfde evolutie: de app op de smartphone bedient het allemaal. De smartphone is een soort exoskelet van ons lichaam dat de brug maakt naar de digitale en de echte wereld.

Dit internet der dingen krijgt steeds vaker met heel kleine devices te maken. De uitdaging is om met zeer beperkte rekenkracht of energie te communiceren. Je botst dan tegen de grenzen van de huidige platformen als iOS en Android. Initiatieven voor nieuwe besturingssystemen duiken op bij zowat alle grote spelers (Fuchsia, Harmony OS).

Er lijkt een trend ingezet om van ‘mobile first’ naar ‘app first’ te gaan. Kijk naar Spotify: het gebruik van het platform doe je via apps. Zelfs op de PC word je eerst naar de desktopapplicatie verwezen. De webversie van de Spotify-speler is slechts de laatste optie die men aanbiedt.

Zeker voor media houdt dit steek. Een goede communicatie tussen al die toestellen tijdens je mediabeleving is belangrijk. Makkelijk kunnen overschakelen naar andere schermen bij het kijken naar video wint dus aan belang, maar ook een vlotte overgang van media in de auto mogen we niet uit het oog verliezen.

Een dashboard met apps, zonder radioknop

De eerste stappen zijn al gezet met Apple Car en Android Auto. Het idee is dat je apps die je op de smartphone gebruikt bedienbaar maakt via het dashboard van je auto. Google zet de volgende stap met Android Automotive OS. Hier gaat het niet meer over het ‘verlengde’ van de smartphone, maar over toepassingen die rechtstreeks in de auto geïnstalleerd zijn.

De autofabrikanten mogen zelf bepalen hoe de user-interface in het interieur wordt ingepast. Schermgroottes en vormen variëren sterk. Daarom zijn er afspraken waar app-ontwikkelaars zich aan moeten houden om hun app bruikbaar te houden.

De traditionele radio met FM of DAB+, komen hier samen met het online luisteren. Welke manier van luisteren je gebruikt, wordt niet meer belangrijk. In de achtergrond kan je schakelen tussen al deze mogelijkheden. Een goed uitgekiende gebruikerservaring voor radio wordt dus noodzakelijk. Deze hybride modellen om signaal tot bij de eindgebruiker te brengen worden ook onderzocht in functie van de tv uitzendingen, DVB-I zou daar in kunnen helpen.

Andere technologieën (bv. 5G multicast broadcast) die men overweegt in de roadmap voor 5G kunnen ook, in de achtergrond, gaan helpen bij het efficiënter afleveren van media.

5G is de nieuwe ether, clouddiensten zijn de nieuwe zenders

5G wordt stapsgewijs uitgerold. We leven meer dan ooit in een ‘always-on, connected’ realiteit. We staan niet meer stil bij hoe beelden op ons toestel terecht komen. Internet is wat de ether vroeger was: het is er gewoon overal. Eindgebruikers verwachten dat live radio en tv gewoon even intuïtief en vlot werkt als on-demand Spotify en Netflix.

Wat dan opvalt is de latency: de vertraging die inherent is aan livestreaming, en tot wel 30 seconden kan innemen. Om dat aan te pakken kan je sleutelen aan veel schakels in de keten. We evolueren naar ‘low-latency streaming’ waarbij de vertraging slechts een fractie van een seconde is.

Clouddiensten in de mediasector

Een oplossing voor latency zit in hoe we onze media afleveren op het internet: het transportprotocol. Hoe breken we die videostromen op in kleine pakketjes, zodat je die deeltje per deeltje downloadt en afspeelt? Deze diensten worden vandaag aangeboden door clouddiensten. De drie grote spelers: Amazon AWS, Microsoft Azure en Google Cloud. In een eerste fase zijn deze diensten vooral een alternatief voor een in-house datacenter. Vandaag zien we dat clouddiensten anders werken. Hun meerwaarde zit in de combinatie van elasticiteit en half of volledig afgewerkte diensten. De vragen die dan opduiken: bouwen we de oplossing zelf? Of assembleren we delen? Of kopen we volledig ‘off the shelf’ aan? Is er een gevaar voor een ‘vendor lock-in’? Kiezen we voor een ‘multi-cloud’ oplossing?

Samen met de opkomst van clouddiensten zie je een automatisatie van infrastructuur. Veel aanbieders van oplossingen trekken de kaart van elasticiteit en snelle opstart van diensten, met een subscription model of een ‘pay as you go’-formule. Hierdoor zie je hoe de kost van de architectuur van veel bedrijven opschuift naar een vooral operationele kost. Er is steeds minder nood aan grote investeringen in infrastructuur.

Ook voor het maken van media gebruiken de oplossingen steeds vaker de cloud. Hier sta je nog voor een lastige overgangsperiode waarbij oplossingen on-premise gecombineerd worden met oplossingen in de cloud. Gevaar is dat veel data en mediabestanden over én weer gaan met hoge complexiteit tot gevolg.

Veel mediabedrijven zetten alvast de volgende stappen: het zoeken naar oplossingen voor het streamen van media, slimme AI-services voor betere metadata om hun mediabestanden beter te beheren en tot slot het uitvoeren van de ‘playout’ van de lineaire (of live) stromen in de cloud. Voor live verslaggeving zou de vernieuwing wel eens uit de hoek van vloggers, influencers en Twitchers kunnen komen.

Kansen voor de VRT

Samengevat, er zijn drie belangrijke tendensen, met uitdagingen én kansen voor de VRT.

De democratisering van data

Het is altijd eenvoudiger om zelf met data en machine-learning aan de slag te gaan. Logisch dat we hier met de VRT op inzetten. Hierdoor verwerven we inzichten op basis van echte gegevens en niet langer op buikgevoel.

De gebruiker krijgt steeds meer zelf de controle over al zijn data. Grote en kleine bedrijven die in het verleden leunden op het verzamelen van gedragsdata zoeken alternatieven. Bij de VRT zoeken we in samenwerking met deze spelers ook naar oplossingen. Voor een mediabedrijf is ‘server-side-ad-insertion’ een relevante technologie.

Apps en smartphone vormen het centrum van de interactie

De smartphone vormt de afstandsbediening voor vele toepassingen om ons heen. Naast goede content, zijn sterke apps dé hefboom voor het ontwikkelen van een trouw media gebruik, op de smartphone, maar ook op de laptop, de speakers, het tv-scherm en in de auto.
Een ‘app-first’ benadering dringt zich op.

De VRT moet de evolutie van het dashboard in de auto volgen. Door de toenemende mediamogelijkheden is de aandacht van de bestuurder of passagier voor radio minder vanzelfsprekend.

5G is de nieuwe ether, clouddiensten zijn de nieuwe zender

De mediagebruiker gaat niet langer een onderscheid maken tussen FM, DAB+ of online streaming. Hoe de media wordt uitgezonden is niet meer van belang. Dit betekent dat we moeten sleutelen aan de streaming-technologie om de latency, zeker live, zo veel mogelijk te beperken.

Voor de productie van onze media leunen we steeds meer op diensten uit de cloud. De traditionele leveranciers van media-oplossingen worden uitgedaagd. Een omslag die de hele sector stapsgewijs verder zal bewandelen.

Tot slot

Het zijn geen grote toekomstvoorspellingen. Ze zijn een logische voortzetting van een evolutie die al even aan de gang is. Verschillende onderwerpen werden aangehaald: data, AI, machine-learning, cloud en 5G.

Het speelveld is constant in beweging, de spelers en de spelregels veranderen continu. De platformen, de technologisch grote spelers en kleinere vindingrijke nieuwkomers, maar ook de eindgebruikers en de maatschappelijke context. Iedereen speelt zijn rol en beïnvloedt elkaar.

Wat dit (on)rechtstreeks gaat veroorzaken in het gedrag en de positie van iedere speler is moeilijk te voorspellen. Er ligt ook geen finish, het zal nooit af zijn.

Hoe kijk jij naar dit bewegend speelveld? Wat is jouw positie? Zie jij nog andere evoluties?

Ben je hierover aan het nadenken? Fijn, dat was de bedoeling.

Marijke, Guy, Geert, Emilie, Lesley en Johan

--

--

Johan Rombouts
VRT Digital Products

Digital enthusiast, day by day, step by step, building a relevant public media service (lead architect).