Schuilt er een marketeer in mij?

Generatie X te huur
4 min readJun 16, 2018

--

19 jaar lang was ik journalist. De marketeers van ‘mijn’ magazines waren toppers (thanks Ozanne, Els en Lynn). Maar ik zag me niet achter hun bureau zitten. Marketing & journalistiek = tegenpolen. Dacht ik. Tot marketing alsmaar meer om storytelling begon te draaien. En laat storytelling nu net mijn forte zijn.

Mijn favoriete marketingterm? KISS (Keep It Simple, Stupid)

Big data, disruptors, freemiums, growth hacking, SoLoMo, omnichannel, repurposing … De kriebels krijg ik van marketingtermen. Mijn oren vertalen ze als: met lucht gebakken hypes. Of ook: voodootoverspreuken die veel geld kosten en weinig resultaat leveren.

Wat doe ik dan in ‘s hemelsnaam op de marketingdienst van Hotel Hungaria, tot eind juni mijn stageplek in het kader van de opleiding Digital Content & Journalism? Werken aan mijn vooroordelen. En vooral: leren over community marketing. Gelukkig is dat niet de zoveelste marketinghype. Het is marketing zoals ik het zou (willen) doen: storytelling afgestemd op de community’s die je wil bereiken.

De millennial bestaat niet

Community’s… Dat zijn, bijvoorbeeld, millennials? Helaas voor de talloze marketeers die in millennials goud zagen, er peperdure marketingstrategieën op afvuurden en hun bull’s eye toch grandioos misten:

millennials zijn een gigantische, heterogene doelgroep, geen afgebakende homogene community.

‘De millennial bestaat niet.’ Het was de eerste les die mijn stagebegeleidster Nele Pieters me leerde. En na wat undercoverjournalistiek in de schoolbanken van Arteveldehogeschool en tussen de collega-stagiairs van Hotel Hungaria, moet ik besluiten dat ze een punt heeft. Millennials zijn te divers om onder één noemer te scharen. Bijgevolg kan je hen (of eender welke andere traditionele doelgroep, zoals senioren, babyboomers of mijn geliefde generatie X) niet als één geheel benaderen, met één marketingstrategie. Daar zijn talloze marketeers het ondertussen, na talloze flops, over eens.

Hoe geraak je dan wel in contact met de potentiële goudmijn? Met iets meer moeite. In een vorige blogpost vertelde ik al over ‘Community marketing’, het boek dat Nele Pieters, samen met Stephanie Duval, schreef over the extra marketing mile. Boeiend leesvoer. Leg de pakweg 200 pagina’s op je nachtkastje als je in de marketingwereld wil floreren. Hun theorie is niet revolutionair, maar gaat back to basics. Wat hou ik daarvan. Al moest ik mezelf daar op de eerste maandag van mijn stage toch even aan herinneren.

Community marketing: doe zelf de oefening

Enkele weken voor ik bij Hotel Hungaria aan de slag ging, wist ik dat iedereenyoga.com, het yogaplatform met de fantastische Ingeborg Sergeant, een van mijn projecten zou worden. Dus had ik, schoolvoorbeeld van vlijt, zes pagina’s vol ideeën verzameld. Die ik op dag één al meteen verticaal klasseerde.

Want voor wie had ik die ideeën verzameld? De yogaliefhebber? Klinkt logisch (en vrij makkelijk). Maar doe de oefening even met me mee.

Wie is ‘de yogaliefhebber’? Staat die om 5u ‘s ochtends op om te mediteren of trekt ie na het werk snel naar Basic Fit om samen met 50 andere overwerkte medemensen op adem te komen?

(En spieren te kweken, want tjonge, wat is yoga daar ook goed voor.) Is die yogafanaat een kersverse mama die fysiek weer in vorm wil geraken? Of het zoveelste burn-out-slachtoffer dat mentaal balans zoekt?

Al de voornoemde personages kan je verzamelen onder de doelgroep ‘yogaliefhebber’. Maar wil je hen als marketeer bereiken, dan splits je die doelgroep maar beter op in verschillende community’s van mensen met gedeelde behoeftes, normen en waarden.

En elke community benader je het best met een ander verhaal. Of je loopt het risico dat je boodschap verdampt in de twilight zone van doelgroepen en het marketinguniversum.

Is intuïtieve marketing ook marketing?

Fascinerend, vind ik het. En logisch. Als journalist schreef ik voor bijvoorbeeld een jongerenblad, een glossy magazine en het grootste maandblad van Vlaanderen (trots, blink, #bestteamever), en voor de gerelateerde digitale kanalen. Voor elk medium en elk kanaal onderzochten we wie onze lezers waren en welke verhalen zij wilden lezen. Moeiteloos pasten we onze onderwerpen, invalshoeken en tone of voice aan. Een knap staaltje marketing, al noemden we het niet zo en we gooiden er al helemaal geen peperdure marketingtermen tegenaan. We waren gewoon schrijvers die hoopten (en bij de apocalyptische dreiging van een krimpende lezersmarkt zelfs baden) dat hun verhalen gelezen werden.

En asjemenou, dat is ook exact waar marketeers anno 2018 van dromen. Dus misschien schuilt er toch een straffe marketeer in me? Of misschien ben ik het al 19 jaar lang, intuïtief?

Dat linken naar je andere blogartikels goede marketing is, leer je bijvoorbeeld in zo’n opleiding digitale content. Dus klikken maar. ‘t Is niet voor mij, ‘t is voor mijn SEO ↓

42-jarige storyteller zkt vertrouwen

Over een stageplek, marketingcongres en native advertising (en mijn arme hart)

--

--

Generatie X te huur

Gisteren journalist. Vandaag student digital content. Morgen storyteller 2.0. Non-stop seventies kid.