Bijbelse proporties

Nico Van Dyck
FC Socrates
Published in
7 min readOct 26, 2021

Als er in het huidige repertoire van het koor der Liverpool-engelen één gezang is dat met stip genoteerd staat, is het wel “The Reds have got no money, but we’ll still win the League.” Het mag misschien niet helemaal waar zijn dat Liverpool FC op droog zaad zit en het zou kunnen dat Man. City of Chelsea dit seizoen kampioen wordt, maar wie de Reds nu afschrijft, is toch even blind als de befaamde Ongelovige Thomas.

Lazarus is terug.

Watford 3–0 Liverpool was de laatste match die ik in 2020 live in het stadion heb meegemaakt. We waren toen op weg naar de titel en die nederlaag — de eerste in competitie dat seizoen — bleek slechts un accident de parcours. Een accidentje dat onlangs op de vorige speeldag in de Premier League (16/10/2021) met verve werd rechtgezet. 0–5 zei het scorebord na 90 minuten op Vicarage Road.

De grootste aller Egyptische farao’s (foto getrokken in Liverpool)

“It’s only Watford”, zeiden de Bluenoses van Everton, “anyone can beat them”. Misschien wel, maar toen ik afgelopen zaterdag na aankomst in Liverpool een uur of twee op de pubteller had staan, zei het scorebord op Goodison: Everton 2–5 Watford. Een monkellachje begon zich op mijn gelaat te ontwikkelen.

Niet te hard lachen, nee. Dat heeft het verleden me wel geleerd. Eerst zien dat Liverpool FC zelf de schaapjes op het droge krijgt, dan pas kan de Schadenfreude om een smadelijke nederlaag van een der aartsrivalen echt ten volle tot ontplooiing komen. Plaats van afspraak om in de voetsporen van Noach (u weet wel, die met zijn Ark en de geredde dieren) te treden: Old Trafford.

We gaan er geen doekjes om winden, voor Liverpool FC zijn er makkelijkere plaatsen om drie punten te gaan halen dan in de thuishaven van Manchester United. We willen nu ook niet overdrijven en spreken over David tegen Goliath, maar wanneer de Scousers de arena in Stretford (de wijk waar Old Trafford ligt) betreden, voelt het toch altijd een beetje aan als Daniël in de leeuwenkuil. Alles en iedereen is tegen ons: zo’n 73.000 thuissupporters bij wie de haat voor alles wat Liverpool is uit iedere porie stroomt en vaak ook de scheidsrechter die, zo heet dat dan, “zogezegd onder de indruk is van de omstandigheden”.

Waar ik in mijn vorig stukje enigszins bang voor was, bleek uit te komen. De bazen van de Premier League duidden Anthony Taylor aan als scheidsrechter. Naast mijn reispas, Britse ponden, mondmaskers en handgel stak ik dan ook maar een vergrootglas mee in mijn reistas om iedere beslissing van de referee dubbel en dik te kunnen bestuderen.

“Could and maybe should have been red, ref.” (foto: Marca)

De dag des oordeels

De aanstelling van Taylor was natuurlijk een van de gespreksonderwerpen in de pub waar ik met mijn mede-Liverpool-volgelingen had afgesproken om er samen een minibus naar Manchester te nemen. Ik zou hier een heel epistel kunnen schrijven over een scheidsrechterlijke beslissing of vijf. We zijn nu twee dagen na de match en ik bevind me moreel nog altijd in hemelse sferen. Ik ga het “slaan” (op de prestatie van de arbiter) dan ook laten voor wat het is en me concentreren op het zalven. Want, oh dear Lord, wat was Liverpool FC fenomenaal! En wat weet Klopp toch verdomd goed waarmee hij bezig is. Bovendien, wie zijn wij originele stervelingen eigenlijk om het oordeel van de bebaarde profeet in twijfel te trekken?

Een van de andere thema’s die in de minibus ter sprake kwamen — ondertussen waren we al bijna aan het stadion aangekomen — was de door onze Messias gekozen selectie:

  • Dat Jota op een van de flanken de voorkeur kreeg op Mané, konden we nog enigszins begrijpen;
  • Dat de weliswaar altijd betrouwbare veteraan Milner voor de derde keer op rij mocht beginnen op het middenveld, in plaats van bijvoorbeeld de jeugdige Curtis Jones, deed hier en daar al een wenkbrauw fronsen;
  • Maar Naby Keïta, die in de midweekmatch in Madrid nog een beetje warm en verder heel koud had geblazen, opnieuw laten starten? Daar kon het verzamelde voetbalverstand van ons 16-koppig gezelschap niet bij;
  • Het meest verbaasd waren we echter over de basisplaats die Ibrahima Konaté naast Van Dijk centraal achterin werd gegund. Aartsengel Joël Matip, die het hele seizoen nog geen stap verkeerd heeft gezet, op de bank! Een jonge apostel zijn tweede Premier League-match laten spelen op Old Trafford? Het ongeloof in onze ogen moet zowat even groot geweest zijn als wanneer een zekere Jozef zo’n 2021 jaar geleden van zijn Maria te horen kreeg dat er een kleine op komst was, terwijl hij zelf al jaren op droog zaad zat.
Voor de ene een droom, voor de andere een nachtmerrie (foto van mijn eigen ticket).

Na vier minuten keken 3000 paar Scouse-ogen nog naar de hemel, om de goden te bedanken dat Bruno Fernandes een opgelegde kans had gemist. Een kleine onzuiverheid centraal achterin bij de Reds zorgde ervoor dat Andy Robertson op zijn linkerflank een zee van ruimte had gelaten en daar was de Portugees ingedoken. Oog in oog met Alisson De Verlosser verloor Fernandes echter het overzicht en in plaats van de bal rustig in doel te deponeren, probeerde hij het net kapot te schieten. De bal belandde ergens op rij Z van de tribune.

Amper een minuut later sprongen 3000 paar Scouse-benen de lucht in, want Naby Keïta — uitgerekend hij — had Liverpool 0–1 voor gebracht. Simpel maar enig mooi in stelling gebracht door Mohammed Salah behield de Guineeër wel het overzicht, draaide zijn voet netjes rond het leder en De Gea was kansloos op de plaatsbal. De volgende 40 minuten waren een lust voor het Liverpool-oog. De Reds domineerden en combineerden dat het geen naam had. Ze speelden pass-and-move van de zuiverste soort en toverden allerhande driehoekjes en combinaties in alle wiskundige figuren op de mat.

Ik weet dat ik bevooroordeeld ben, maar het was echt niet overdreven dat het scorebord bij rust Manchester United 0–4 Liverpool aangaf. Doelman De Gea moest een paar keer alles uit de kast halen of de score was nog hoger opgelopen. Ongezien! Dit was stukken beter dan de 1–4 onder Rafa Benítez (zie ook mijn vorige stukje). Maar van een mirakel gaan we niet spreken. Dat goddelijke woord blijft voorbehouden voor de prestatie in de Europacup I-finale in Istanbul op 25 mei 2005. De tegenstander toen, AC Milan, was honderd keer beter dan dit zootje mancunian ongeregeld.

Oh… ironie* (foto getrokken in het stadion)

Tja, die van United? Die stonden erbij en keken ernaar als versteende zoutpilaren in de buurt van Sodom en Gomorra. En als ze eens probeerden in te grijpen, liepen ze elkaar gewoon omver. De enige keren dat een Man. United-speler in het stuk voorkwam, was wanneer hij een smerige fout maakte. Zowel Ronaldo als Fernandes uitten hun frustatie door op Curtis Jones (nog in de eerste helft ingevallen voor James Milner die blijkbaar iets aan zijn hamstring voelde) in te hakken. Na 60 minuten was er dan Pogba die Keïta het veld aftrapte en — eindelijk! — rood kreeg.

De eindstand stond toen al op het bord. Jordan Henderson had in de 50ste minuut met een enig mooie pas buitenkant voet de rode verdedigende zee doen splijten en Salah alleen voor doel gebracht. Onze Egyptische farao liet zijn persoonlijke derde plaag over het volk van Manchester neerdalen. Hat-trick voor Mo, 0–5. De thuissupporters waren toen al even aan hun exodus uit het stadion begonnen.

Tot groot jolijt van the Travelling Kop werd de 1–5 van Ronaldo dan nog afgekeurd omdat hij een haar buitenspel stond. Net iets te weinig gel gebruikt waarschijnlijk.

Pint!

Toen de minibus ons rond de klok van achten opnieuw afzette aan de herberg waar we vertrokken waren, brandde er nog een lichtje. Dat bleek ook zo te zijn in de talrijke andere drinketablissementen die de Heilige Stad aan de Mersey rijk is. In de rest van het land mag er dan misschien hier en daar schaarste zijn, in Liverpool verandert Jürgen Klopp alle water in Guinness, zodat noch de plaatselijke bevolking noch een Belgische toerist iets tekort komt. Hallelujah!

*Matt Busby was niet alleen een van de meest iconische managers die Man. United ooit gehad heeft, een goeie vriend van die andere Schotse legendarische voetbalgenieën Bill Shankly en Jock Stein, eind jaren 1930 speelde hij ook meer dan 100 wedstrijden voor Liverpool FC. Op Old Trafford wordt hij geëerd met een citaat dat afgelopen zondag volledig bewaarheid werd… als je maar uit het goeie rode hout gesneden bent!

--

--