Berlijns Dagboek 17

‘De vlucht met Utopos Air naar Nirgendheim gaat zo vertrekken’

peter bruyn
FRNKFRT
Published in
8 min readSep 5, 2021

--

Schaken bij BAIZ

Zaterdagnacht één uur en ik zit aan het bier in politieke café BAIZ, dat zichzelf een ‘Kultur- & Schankwirtschaft’ noemt. Tegen mijn eigen verwachting in, eigenlijk. Ten eerste omdat ik afgelopen nacht al geen bed heb gezien en ten tweede omdat ik van plan was mijn laatste biertje van deze avond bij Zum Goldenen Hahn in Kreuzberg te drinken. Maar de Hahn bleek gesloten. Een Berlijner die voor de deur op de stoeprand zat wist ook niet waarom. Hij was met hetzelfde doel gekomen en al even verbaasd.

Daarom BAIZ.(1) Dat was weliswaar vijfentwintig minuten terugfietsen, maar tevens slechts driehonderd meter van mijn hotel. Ik moet netjes m’n vaccinatiebewijs tonen voordat ik kan bestellen — ook anarchie heeft hier z’n grenzen. BAIZ is een echte Kneipe. Drie heren op leeftijd die zo op het oog reeds uren over een schaakbord gebogen zitten. Daarnaast een tafel met twee geblondeerde meisjes en een jongen die zichtbaar indruk op hen tracht te maken. BAIZ is nog altijd heel populair onder jongeren. Dat zal voor een niet gering deel te maken hebben met de prijs van het bier — tweeëneenhalve euro voor een halve liter. Het reëel bestaande socialisme alhier.

Maar laat ik bij het begin beginnen. De Duitse treinmachinisten staakten. Hun goed recht, maar ik kreeg het pas te horen toen ik mijn ticket naar Berlijn reeds geboekt had. NS-Internationaal mailde mij er zelf over. Vorige maand had ik ook reeds met een staking van de Duitse machinisten te maken, toen ik naar Wenen ging. Toen hoefde ik echter niet op een paar uur of een dag te kijken. Ditmaal had ik een toegangskaart met een tijdslot voor een tentoonstelling en veel minder tijd te besteden. Bij de NS kon kosteloos geannuleerd worden en de Flixbus bleek een alternatief. Maar als ik op tijd bij m’n expo wilde zijn, dan moest dat wel de nachtbus worden.

En zo stond ik zaterdagochtend om tien uur op Alexanderplatz. Te vroeg om bij m’n hotel in te checken. Koffie dus. En even een half uurtje naar de platenafdeling van de Saturn, die er nog altijd wezen mag, maar zienderogen toch wat verschraalt.

Wandelen door de stad waar ik 51 weken geleden voor het laatst was. Half september schreef ik voor de website van Gonzo (circus) over de tentoonstelling Studio Berlin in Berghain (2). Veel is er sindsdien niet veranderd. Russisch restaurant Gorki Park heet nu Dasja, maar is nog altijd Russisch. Een enkel café is dicht. Een ander nieuw geopend. De befaamde boekhandel Kisch und Co moest het vertrouwde pand in de Oranienstrasse onlangs verlaten, maar schijnt nu een paar huizen verderop toch weer iets aangeboden te hebben gekregen.

Als ik tegen half een bij m’n hotel aankom blijkt de kamer reeds beschikbaar. Dat valt mee. Om twee uur ben ik bij de Kulturbrauerei, waar mijn favoriete fietsverhuurder gevestigd is. Dan richting Tegel, het inmiddels niet meer als zodanig gebruikte vliegveld. Een route en deel van Berlijn waar ik niet eerder gefietst heb en dat alleen maakt het al leuk.

Een motivatie om juist dit weekeinde naar Berlijn te gaan, is dat twee exposities van soundinstallaties elkaar overlappen. Het zijn de laatste dagen van Sonambiente (3), terwijl Ventrilogues (4), onderdeel van het CTM-festival, juist begint. Het tekent de creativiteit van de Berlijnse festivalorganisatoren dat ze voor geluidsinstallaties kiezen. Het is een mooie tussenoplossing tussen een concert en een traditionele expo. Als je geen duizenden mensen bij een enkel concert kunt hebben, maak dan iets waar mensen in plukjes van enkele tientallen of honderden na elkaar naar toe kunnen. Drie of vier installaties ‘ondergaan’ waarbij je steeds een half uur tot een uur per installatie geboeid kunt blijven geeft weldegelijk een concert- of festivalsfeer — al lenen natuurlijk maar enkele genres muziek zich voor de formule.

Verlaten Flughafen Tegel

Veel bezoekers van Sonambiente blijken de entreeprijs van zeven euro er vooral voor over te hebben om nog één keer de vertrek- en aankomsthallen en -gangen van het vliegveld te zien. Gebruikstechnisch onttakeld, met onbezette balies, stilstaande bagagebanden en lege winkelruimtes. Dat alleen al is vervreemdend genoeg. En fotogeniek.

Van de vier uitgenodigde kunstenaars heeft Blixa Bargeld — tegenwoordig een soort officieus dorpsicoon binnen de Berlijnse kunstwereld — de meeste ruimte toegemeten gekregen. Zo’n driekwart van de lange zeshoekige corridor die het centrum van vliegveld Tegel vormt heeft hij in gebruik. Zijn installatie — of compositie — is een college van door hemzelf verzonnen en ingesproken dienstmededelingen en omroepberichten. Voor de duidelijkheid: Het nu verlaten vliegveld telt verspreid zo’n duizend luidsprekers en de festivalorganisatoren hebben de kunstenaars op het hart gedrukt daar toch vooral flink gebruik van te maken.

In het geval van Bargeld resulteert dat in omroepberichten met een subtiel absurd randje: ‘De heer Ernst Bloch wordt met spoed bij gate A1 verwacht. Zijn vlucht met Utopos Air naar Nirgendheim gaat zo vertrekken.’ En ‘de eigenaar van het voertuig met kenteken PAP666 wordt verzocht dit vehikel onmiddellijk te verplaatsen. Zo niet, dan wordt het op zijn kosten verwijderd.’ Of: ‘Indien zich een reiziger op het vliegveld bevindt die het Volapük machtig is, zou die zich dan alstublieft willen vervoegen bij de servicebalie…’

Ieder bericht wordt ingeleid door enkele fier klinkende noten die nèt iets teveel ‘muziek’ zijn voor omlijsting van een verkeersmededeling. Maar dat maakt het ook wel weer zo leuk. Ergens halverwege de gangen is een scherm te zien waarop Bargeld geïnterviewd wordt via Zoom. Zijn haar is langer dan ooit en hij is opmerkelijk goed geluimd. Dat Blixa met de nodige aplomb praat weet iedereen die hem een beetje kent, maar hij klinkt relativerender dan ooit te voren. Hij noemt zijn installatie ook geen ‘kunst’ maar ‘entertainment’. ‘Avantgarde-entertainment’, dat dan weer wel.

Van de overige drie installaties gaat de belangstelling van de meeste bezoekers vooral uit naar een interactief werk van Laurie Anderson en der Chinees Hsin-Chien Huang. Om de virtual reality ervaring te ondergaan is er echter — ondanks de tijdslots — een wachttijd van één tot twee uur. Dus dat laat ik maar even voor wat het is.

Heel leuk is de installatie van de Schotse Susan Philipsz, die een vliegtuigje huurde om zich boven Tegel te laten rondcirkelen en daarbij in de lucht Brian Enos ‘Music for Airports’ neuriede. Een opname daarvan, tegen de achtergrond van het geluid van het vliegtuigje is op Sonambiente te horen. De Nigeriaan Emeka Ogboh liet zich voor zijn geluidsinstallatie ‘Final Boarding Call’ eveneens inspireren door dienstmededelingen, maar evenzeer door de ambientmuziek van Eno. Zijn collage van stemmen en ritmes, afkomstig van fieldrecordings is aangenaam onnadrukkelijk en subtiel.

Tegen zessen pak ik ook nog een concert mee van de excentrieke Hamburgse elektronica-pop tovenaar Felix Kubin. Ik had hem in het verleden wel eens gezien in het Rotterdamse Worm of het Utrechtse Theater Kikker — of misschien wel in allebei. Het is buiten. Bij een geïmproviseerd terrasje zijn een paar honderd mensen samengekomen. Kubin speelt één lang stuk, ‘Entre les Incidences’, dat een college is van min of meer willekeurig gesampelde geluiden waarbij humor niet uit de weg wordt gegaan en dat in de verte wel wat herinnert aan ’10 Songs In 62 Minutes And 23 Seconds’ van Cor Fuhler in diens gedaante van DJ Cor Blimey And His Pigeon — maar goed, dat voert hier wellicht wat te ver. Daarna speelt Kubin nog een half uurtje wat liedjes die zich kort door de bocht laten omschrijven als ‘bliepjespop’.

Felix Kubin op Lufthafen Tegel

Dan weer terug naar Panzlauerberg, waar ik aanschuif bij Libanees restaurant Babel voor een falafel met humus schotel, precies tegenover de Lichtblick-Kino, Berlijns meest knusse, dertig stoelen tellende bioscoopje, waar ik mijn zinnen heb gezet op de film ‘Shane’, een docu van Julien Temple over de Pogues-zanger, die vorig jaar in Engeland in première ging onder de titel ‘Crock of Gold: A Few Rounds with Shane MacGowan’.(5) Ik weet niet goed of ik de collage van gespeelde jeugdfragmenten, animatie en talloze associatieve andere beelden die over het verhaal van de Pogues-zanger gemonteerd zijn nou echt heel goed vind, maar indruk maakt het zeker. Zelden zag ik tragiek en heroiek zo nauw tegen elkaar aan schurken. Veel beelden van de recente, in 2017 zestig geworden MacGowan. Je ziet hem in gesprek met Johnny Depp, met voormalig Sinn Féin leider Gerry Adams, met Bobbie Gillespie, met Pogues-biografe Ann Scanlon en met echtgenote Victoria. Allemaal proberen ze om beurten nog wat mooie quotes aan hem te ontlokken. Maar er komt eigenlijk geen zinnig woord meer uit. Hij hangt uitgezakt en scheef in een stoel, half kwijlend en met bevende hand z’n glas zo nu en dan bijschenkend. Temple heeft geprobeerd om er wat van te maken door de zanger te laten luisteren naar interviews met hem uit de jaren tachtig die onder het merendeel van de beelden gemonteerd zijn en waarin hij ondanks zijn toen reeds beruchte innemende reputatie nog helder praat en rake dingen zegt. Vrienden en familieleden kunnen in de film exact uitleggen waar het fout is gegaan: na het grote succes van ‘Fairytale in New York’ — door MacGowan zelf ergens het ‘Bohemian Rhapsody van The Pogues genoemd’.

Maar vooral de vroege muziek van de groep blijft fantastisch. Die immense podiumuitstraling en indrukwekkende Ierse bezieling die ver voorbij de ‘popmuziek’ gaat, dat wordt weldegelijk in de film gevangen.

En ja, als ik dan weer buiten sta is het half twaalf. Ik aarzel nog even, maar besluit dan toch nog even naar Kreuzberg te fietsen voor een biertje bij Zum Golden Hahn. Al is het maar als eerbetoon aan mijn onlangs overleden goede vriend Age die daar zo graag kwam.(6) Maar wat blijkt: Hahn gesloten. Een buurvrouw zegt dat de Kneipe een paar dagen eerder nog open was. En als ik het de volgende dag aan de eigenaar van Café Le Bateau Ivre vraag, haalt die de schouders op alsof hij zeggen wil: ‘De Hahn is nu eenmaal de Hahn’. Even later voegt hij daar nog aan toe: ,,Het zou ook kunnen dat ze pas weer open gaan als alle regels omtrend vaccinatie- en testbewijzen van tafel zijn.’’ Dat ze bij Zum Goldenen Hahn weinig met regels hebben weet iedereen die er ooit kwam.

Terugfietsen naar BAIZ is het alternatief. Om 02:00 uur beginnen de gasten daar ook één voor één op te stappen. De barman begint de stoelen op de tafeltjes te zetten. Alleen de schakers schaken onverstoorbaar voort.

Peter Bruyn

Noten:

  1. BAIZ Kultur- & Schankwirtschaft
  2. BERLIJN BLIJFT BERLIJN, BERLIJN IS DE WERELD
  3. Sonambiente
  4. Ventrilogues
  5. Shane / ‘Crock of Gold: A Few Rounds with Shane MacGowan’
  6. Wie Age was? Voor de website Spaarnestroom verzamelden vrienden herinneringen.

Lees ook: Berlijns Dagboek 18 — Pinda’s met tabasco

--

--

peter bruyn
FRNKFRT

Beheers jezelf - beheers de media - wees vrij.