Berlijns Dagboek 19

Over proletarische gezelligheid en Kolonel Silvertop

peter bruyn
FRNKFRT
Published in
7 min readAug 31, 2023

--

Bij het badkamerraam

Voor de derde keer sinds pakweg een jaar logeer ik nu in hetzelfde hostel in Kreuzberg. Het maakt deel uit van een in 1981 gekraakt complex waar ook een fietsenmakerij, timmerwerkplaats, gaarkeuken, filmhuisje, theater en kinderopvang in gevestigd zijn en je kunt het niet boeken via booking.com of een vergelijkbare website. Hoe hippie wil je het hebben?

Toen ik vanmorgen het raampje van de douche een stukje opende zat op dertig centimeter een mus — het nestje twee takken hoger. En tijdens het douchen hoorde ik in een naburige ruimte een mannenstem bij een gitaar iets ‘Blowin In The Wind’-achtigs zingen. Hoe hippie wil je het hebben? Maar laat ik niet in herhalingen vervallen.

Berlijn in de nazomer is heerlijk. De terrassen zitten nog vol. En wie geen horeca-bier wil drinken zit op de houten bankjes bij de avondwinkels waar je een halve liter Berliner voor 1,50 euro kunt kopen. Proletarische gezelligheid tot diep in de nacht.

Gelijk na aankomst en inchecken in mijn hostel heb ik een interview-afspraak die ontspannen verloopt. Vervolgens, als de band in kwestie gaat soundchecken, breng ik een eerste kort bezoekje aan Zum Goldenen Hahn — onvermijdelijk — en neem mijn aantekeningen nog even door. Dan spullen droppen in hostel en eten bij mijn op één na favoriete Libanees in Berlijn. Nergens is de falafel zo goed als bij een Libanees, onthoud dat! Zeker als je een falafel-schotel besteld.

In Nederland zijn er maar weinig Libanese restaurants en eethuizen. De meeste falafel koop je in ons land bij Turken of Israeli. De falafel-bollen zelf zijn vaak wel oké, maar de sauzen en groenten doorgaans karig en cliché: wat tomaat en komkommer en — godbetert — van die vieze knoflooksaus uit een plastic knijpflacon. Bij een behoorlijk Libanees restaurant krijg je een keur aan groenten, humus en plat brood hij de falafel. De beste Libanees die ik in Berlijn ken is Babel in de Kastanienallee in Penzlauerberg. Maar daar ben ik nu niet in de buurt, dus kies ik voor Nour in de Falckensteinstrasse in Kreuzberg. Een overtuigende tweede, zal ik maar zeggen.

Nour

Over het concert van Folk Road Show in de Privatclub schreef ik al in Leidsch Dagblad en op mijn website. Na afloop naar mijn hostel om het verhaal nog dezelfde nacht bij de krant te krijgen. Het is tegen tweeën als ik het naar de redactie gemaild heb. Ik spring nog even op de fiets voor een biertje, maar tevergeefs. De Hahn is al dicht — bijna alles trouwens. Resteert de avondwinkel.

De volgende ochtend heb ik geen plannen. Ik laat het komen zoals het komt, slaap uit en besluit uiteindelijk om eens uit te proberen wat er van mijn favoriete koffiezaak — Bateau Ivre (naar Rimbaud) in de Oranienstrasse — is geworden sinds die eerder dit jaar in andere handen is overgegaan. Het heet nu ‘Dorle’, maar de bankjes buiten, tegen de wand zijn nog altijd dezelfde. De koffie is OK en het roerei dat ik voor acht euro bestel oogt wat bescheiden, maar vult goed.

Ik heb mijn zitten gezet op een installatie in een studioruimte in Alt-Treptow die deze middag geopend is. Op het aangegeven adres is niets te zien wat op een expositie wijst. Tot mijn oog op een klein, met plakband bevestigd flyertje valt waar opgekrabbeld is dat ik in Labor Neunzehn moet zijn. Op de binnenplaats tweede deur links, vierde verdieping, kamer 4.12.

Aan de geur te oordelen heeft het pand ooit een ziekenhuis gehuisvest. Ik vind de kamer. De twee aanwezigen — de kunstenaars, blijkt later — zijn duidelijk blij met een bezoeker. Ik vermoedt dat ik de eerste ben. Ze raden mij aan om te beginnen met de video. Ik neem plaats. Het project gaat over een milieuramp: bij het opgraven van mineralen die nodig zijn voor de fabricage van batterijen en accu’s — denk aan elektrische auto’s, fietsen en smartphones — in Brazilië, door het mijnbouwbedrijf VALE komt erg veel giftige modder en slib vrij. Dat wordt zo goed en kwaad bewaard in een kunstmatig gifmeer, waarbij een dam moet voorkomen dat het gif in het leefmilieu terecht komt. In januari ging het mis en kwam er dertien miljoen kubieke meeter giftige modder vrij. Het mijnbouwbedrijf wijst met de beschuldigende vinger naar het Duitse bedrijf Tüv Süd, dat de taak had om de betrouwbaarheid van de dam te controleren. Maar wat lost dat op?

Hoe maak je met en over die informatie een kunstwerk? Hoe verwerk je dat in een performance? Moet je de keurige, kunstminnende bezoekers in de galerie in kwestie een zak met giftige modder over het hoofd trekken of zo? Heeft dat impact?

Het collectief kunstenaars pakte het anders aan. Eerder dit jaar las Angélica Freitas, de vrouw die mij ook in Labor Neunzehn ontvangt, op het Berlijnse podium voor experimentele muziek Morphine nuchter en zakelijk een tekst over de milieuramp, waarbij haar woorden omlijst werden door fluitiste Marina Cyrino en gitarist Matthias Koole. Twee improviserende musici die samenwerken onder de naam ICNISP (Institute For Certified Nomadic IIllicit Sonic Practices) zijn gefilmd en het geheel, dat een klein half uurtje duurt wordt in een mooie montage in Labor Neunzehn gepresenteerd.

Na afloop Nodigt Freitas mij ook nog uit om mij te verdiepen in de website die ze over het project hebben gemaakt. Na een minuut of vijf vind ik dat echter wel welletjes. Het is mooi weer en ik fiets terug naar Kreuzberg. In de Wrangelstrasse passeer ik SilverDisc, een platenzaak die gezien de naam onmiskenbaar uit het CD-tijdperk stamt. Wat inderdaad klopt — volgens hun website zijn ze in 1987 begonnen. Ik ben er de afgelopen jaren talloze keren langsgelopen en stil blijven staan voor de etalage waarin altijd veel Berlijnse albums te zien zijn — van Krautrock, via Ton Steinen Scherben en Neubauten tot meer recent.

Ditmaal kan ik de verleiding niet weerstaan. Ruim vijf jaar geleden zag ik er een LP van Bettina Köster in de etalage waar ik nergens iets over gehoord of gelezen had. Köster was begin jaren tachtig een van de kernleden van de losjes aan Einstürzende Neubauten gelieerde Berlijnse groep Malaria!. De LP, die ‘Lolonel Silvertop’ heette, kostte destijds slechts 15,90 euro, maar de zaak was toen dicht en ik wilde ‘m toch eerst even luisteren. Later, thuis, deed ik dat via Spotify en ik vond ‘m intrigerend. Maar kopen is er daarna nooit meer van gekomen — geen zin om mee door Berlijn te sjouwen, in Nederland onvindbaar, noem maar op.

De plaat is allang weer uit de etalage van SilverDisc verdwenen. Ik ga naar binnen — nog altijd relatief veel meer cd’s dan andere zaken — zoek in de LP-bakken en zie geen Bettina Köster. De platenboer ziet mij rommelen en vraagt waarnaar ik zoek. Ik doe mijn verhaal en hij weet meteen waarover ik het heb. Hij loopt naar een bak die ik over het hoofd heb gezien en trekt er in één keer de LP uit. Het oude prijskaartje van 15,90 euro zit nog in de beschermhoes. ,,De laatste,’’ zegt hij. ,,Wij hebben die plaat destijds voor haar gedistribueerd.’’

Ik fiets naar mijn hostel om de LP weg te brengen en vervolgens naar Zum Goldenen Hahn om even een uurtje deel uit te kunnen maken van dat schitterende tableau vivant van mannen en vrouwen die daar dag in dag uit bij een Schnaps komen uitleggen hoe de wereld werkelijk in elkaar zit, punks op leeftijd, alco’s en wat al niet meer aan kleurrijk volk. Bij een biertje een uurtje Tucholsky lezen — sluit feilloos aan bij de sfeer. Aan de muur een vergeelde poster van Rio Reiser, de in 1996 overleden zanger van Ton Steine Scherben die in deze Kneipe — en op tal van andere plaatsen — zo ongeveer heilig verklaard is.

Hahn

Dan wat eten bij de Steinofenpizzeria in de Oranienstrasse — ook een aanrader! — en vervolgens naar Schokoladen in Mitte waar The Homesick speelt. Op een bankje voor de ingang zit boeker Peter Meeuwsen met zanger/muzikant Jaap van der Velde. ,,Altijd veel Nederlanders als we in Berlijn spelen,’’ merkt Jaap op. Uiteraard! En nog meer bekenden. Grrrrrrt uit de alternatieve scene rond de Ex verzorgt de techniek. Op de terugweg, fietsend door de Friedrichstrasse blijkt die niet langer grotendeels autovrij te zijn, wat een half jaar geleden nog wel het geval was. Slechte zaak! En dan blijkt terug in Kreuzberg ook de Hahn ook nog eens dicht. ‘Zu’ staat er op een vel papier geschreven — met hanenpoten — dat op de deur is geplakt. Geen idee waarom. Op zo’n moment doe je dan wat de Berlijners doen. Bij een avondwinkel een fles bier kopen en op een bank voor de deur opdrinken, terwijl het nachtelijke leven voorbij trekt.

Peter Bruyn

Voor mijn Berlijns Dagboek 18 en links naar alle eerdere Berlijnse Dagboeken zie hier

--

--

peter bruyn
FRNKFRT

Beheers jezelf - beheers de media - wees vrij.