“Mijn ouders zijn geen monsters, ze zijn alleen doof.”

Marieke Hazeleger
Invisible Cities NL

--

Ergens in het zuiden van Nederland woont Marvin, samen met zijn ouders en zijn zusje. Op het eerste gezicht een normaal gezin in een normaal huis. Eigenlijk is dat het ook, maar toch is er iets anders aan hun situatie. Marvins ouders zijn namelijk beiden doof, maar hij en zijn zusje kunnen wel horen, en dat zorgt soms voor bijzondere situaties. Marvin zelf vindt het eigenlijk helemaal niet zo bijzonder. “Ieder gezin heeft wel wat, en wij hebben dit.”

Nu hij zijn mbo-opleiding heeft afgerond doet Marvin een tussenjaar, hij werkt veel en is van plan in de zomer drie maanden te reizen door Azië met zijn vriendin. “Daarna ga ik bedrijfseconomie studeren, zelf zou ik ook wel gewoon willen werken maar dat vond mijn vader niet zo’n goed idee,” zegt hij lachend. Als je wil zien hoe Marvin zichzelf voorstelt, klik dan hier.

Realisatie

Toevallig heeft Marvin het laatst nog met zijn moeder gehad over het moment dat hij besefte dat zijn gezinssituatie anders was dan de situatie van anderen. “Ik weet dat moment echt nog precies. Ik kwam terug van voetballen met mijn ouders en toen kwam ineens dat moment dat ik me bedacht dat mijn ouders niet hetzelfde waren als die van mijn teamgenootjes, dat ze doof waren. Toch was het en is het de normaalste zaak van de wereld voor mij. Ik kon gebaren voordat ik kon praten en weet niet anders dan dat mijn ouders doof zijn. Na dat moment van realisatie is er ook niet veel veranderd, het was meer dat ik er toen pas bij stilstond.”

Schaamte

“Ik heb me nooit geschaamd voor mijn ouders. De meeste mensen in mijn omgeving weten van mijn situatie af en vaak stellen ze er dan veel vragen over. Mijn vader kan sommige woorden niet goed uitspreken omdat hij zichzelf natuurlijk niet kan horen. Goede vrienden die hier vaak over de vloer komen maken daar dan wel eens grapjes over maar dat vind ik echt niet erg, dat doe ik zelf ook zo vaak.”

Als mensen voor het eerst bij Marvin thuis komen zijn ze soms een beetje bang over hoe ze moeten communiceren met zijn ouders. “Vaak krijg ik dan de vraag hoe ze hallo tegen mijn ouders moeten zeggen als ze binnenkomen. Gewoon hoi zeggen en een beetje duidelijk uitspreken, dat is toch logisch? Denk ik dan bij mezelf. Soms vinden vrienden mijn vader een beetje eng omdat hij wat anders praat, maar het enige wat hij niet kan is horen. Ik vind het wel jammer dat veel mensen gelijk in de stress schieten als ze weten dat mijn ouders niet kunnen horen. Ze zijn geen monsters, ze zijn alleen doof.”

Miscommunicatie?

Ruzie heeft iedereen wel eens met zijn ouders. “Onze ruzies komen meestal voort uit miscommunicaties. Het gebeurt wel altijd in gebarentaal, maar dan net wat minder goed en de bewegingen worden uitbundiger. Ik denk dat onze ruzies eigenlijk vaak hetzelfde zijn als die in andere gezinnen.”

Als je kan spreken in gebarentaal en in gesproken taal zou je denken dat Marvin zich ook beter kan uiten, of hij dat zelf ook zo ervaart vertelt Marvin in deze video.

Marvin laat zijn naam in gebarentaal zien. Dat is een gebaar dat echt bij je moet passen.
Iedereen heeft een ander gebaar en die van Marvin is ontstaan omdat hij vroeger als hij boos was zijn sokken uittrok, vandaar dit gebaar.

Dovencultuur vs horende wereld

De dovenwereld is een heel andere omgeving dat de horende wereld. “Dove mensen zijn al snel afgezonderd en op elkaar aangewezen op feestjes omdat ze lastig kunnen communiceren met horende mensen. Ik ben van mezelf best een aanwezig persoon en sta best graag in het middelpunt. Gelukkig voel ik me helemaal op mijn gemak in zowel de dove als de horende wereld. Dove mensen zijn altijd gelijk enthousiast als ze erachter komen dat ik kan gebaren en dat vind ik ook heel leuk om te doen.”
Hier vertelt Marvin of hij ook andere coda’s kent.

Marvins vader is helemaal doof en wil ook niet anders, zijn moeder hoort door middel van gehoorapparaatjes een klein beetje. “Een keer heeft mijn moeder mijn vader overgehaald om gehoorapparaatjes uit te proberen, maar hij werd helemaal gek van al het geluid. Als hij op de fiets zit bijvoorbeeld hoorde hij ineens de wind in zijn oren suizen. Na en tijdje heeft hij ze letterlijk weggegooid en nooit meer in gedaan.”

Logopedie

“Vroeger ging ik naar een logopedist omdat heel veel woorden over van mijn ouders overnam.” De logopedist heeft hem veel geholpen met het uitspreken en oefenen van woorden waar hij moeite mee had. ‘Mijn vader en ik zijn allebei echt sportgek. Vaak kijken we samen sport op tv. Heel lang heb ik de naam van die tennisser Roger Federer verkeerd uitgesproken. Wij spraken het altijd uit als Roger Fèdèrèr. Een vriend vertelde later dat het anders moest, ik zeg het nu dus goed maar mijn vader blijft Fèdèrèr zeggen. Dat soort dingen nam ik dan klakkeloos over.”

Marvins moeder werkt bij Kentalis, onder andere als gebarentolk, als Marvin dus een woord niet weet kan hij het altijd aan haar vragen. “Thuis leerde ik gebarentaal en op school en bij de logopedist leerde ik spreektaal.” Aan een oefengroep of cursus voor gebaren heeft hij dus geen behoefte. Toch zijn er veel van dat soort groepen in Nederland. In deze video zie je meer over zo’n oefengroep uit Zeewolde.

“Mijn vader en ik zijn allebei sportgek”

Samen met zijn vader naar sport kijken vindt Marvin dus heel leuk maar soms zorgt het ook voor frustraties. “Sinds Max Verstappen het zo goed doet kijken we heel graag formule 1. Veel sporten zijn wel ondertiteld maar formule 1 nou juist niet. Dat vind ik echt jammer, ik kan niet de hele tijd voor mijn pa gaan tolken en daardoor mist hij best veel informatie. Ik weet dat het echt weinig moeite is om zoiets te ondertitelen dus waarom doen ze dat niet gewoon? Ik denk dat heel veel mensen bijna geen rekening houden met doven. Wat vindt Marvin eigenlijk van gebarentaal? Je ziet het in deze video.

Als ik later kinderen krijg zou ik ze wel gebarentaal willen leren, het hoeft niet vlekkeloos maar het is wel leuk dat ze dan met hun opa en oma zouden kunnen communiceren. Ik vind het best fijn dat ik tweetalig ben opgevoed en zou dat dus ook willen meegeven aan mijn eigen kinderen, ook al weet ik dat veel coda’s hun eigen kinderen geen gebarentaal leren. Een voorbeeld van een coda kind dat haar eigen kinderen wel gebarentaal heeft geleerd is Viola. Lees hier meer over haar verhaal.

Verantwoordelijkheid

Veel coda kinderen kampen met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Marvins ouders lijken hierbij stil gestaan te hebben tijdens de opvoeding van hem en zijn zusje “Als ik boodschappen deed met mijn moeder wist de caissière vaak al dat mijn moeder doof was. Dan vroeg ze aan mij of mijn moeder een bonnetje wilde. Weet ik veel? Ik was een jaar of zes, dus ik had echt geen idee wat ik met zo’n vraag aan moest. Mijn moeder heeft me altijd geleerd dat ik in dat soort situaties gewoon stil moest blijven en niet moest reageren en meestal vroeg de caissière het dan uiteindelijk gewoon aan mijn moeder. Verder proberen mijn ouders bellen te vermijden door waar het kan altijd te mailen en een heel enkele keer heb ik wel moeten bellen voor mijn moeder, maar dat komt eigenlijk nooit voor.”

--

--