De school en de wijk #2

Geschreven door Maaike Verberg en Simone van de Wetering

Simone van de Wetering
PLAATSMAKERS
5 min readJan 16, 2017

--

Tussen het Ecuplein en het Corfuplantsoen staat de basisschool De Odyssee. In meerdere verhalen die we ophaalden bij buurtbewoners kwamen scholen, en dan met name basisscholen, naar voren als belangrijke plekken in de wijk. Welke rol speelt de school in de wijk? Is de school een plek waar veel buurtbewoners samenkomen? En in hoeverre zijn scholen een weerspiegeling van de wijken waarin ze staan? Deze vragen bespraken we eerder met Richard en Liesbeth van de middelbare school het Calandlyceum. Op een koude woensdagochtend in november leggen we ze voor aan Wilma, sinds 2009 directrice van De Odyssee. Wilma: “een echte wijkschool”.

De wijkschool

Ongeveer 95% van de leerlingen van De Odyssee komt volgens Wilma uit de wijk, wat de school een echte wijkschool maakt. Maar: “voor de buurt zelf organiseren we geen bijeenkomsten. Het betrekken van de wijk was geen prioriteit toen ik begon als directrice.” Maar dat wordt het wel steeds meer. Zo werkt groep 8 aan het project Welkom in mijn Wijk, en ligt er een plan om met de leerlingen van de drie scholen in de buurt een kaart van de wijk te maken met daarop alles wat er in de wijk te beleven valt. Wilma: “Samen met De Horizon en Het Bovenland, de twee andere basisscholen in de wijk, vormt De Odyssee ‘het kleine netwerk’. We zijn nu nog zoekende, maar verkennen samen de mogelijkheden voor de toekomst om samen de wijk te bedienen. Als de jeugd op jonge leeftijd wordt meegenomen om zich verantwoordelijk te voelen voor de wijk waarin zij wonen, dan blijven ze wellicht op latere leeftijd ook verantwoordelijk met de wijk omgaan.”

Foto: Kennisland (CC BY)

Het schoolplein als hangplek voor jongeren

Het plein rondom de school heeft wel een publieke functie voor de buurt: het is toegankelijk voor iedereen. Op de bankjes buiten de hekken en op de parkeerplaatsen wordt ‘s avonds vaak gehangen door jongeren. Maar helaas ervaart de school daar veel last van. Wilma: “Het hek is zeker 20 keer kapot gemaakt de afgelopen 5 jaar. Prullenbakken en bankjes worden in brand gestoken en er is zelfs een boompje gekapt.” Wilma is blij dat de openbare ruimte rondom de school wordt gebruikt, maar is minder gelukkig met de gevolgen hiervan voor de school. Al meerdere malen heeft ze geprobeerd in contact te komen met de jongeren. Zo heeft Wilma zelf een briefje opgehangen waarop stond dat het prima is dat ze hier hangen, én het vriendelijke verzoek de plek wel schoon te houden. Wilma: “Dat werkte niet. De conciërge is dagelijks bezig rommel op te ruimen voordat de school open gaat.”

Foto: Kennisland (CC BY)

Daarom heeft Wilma de hulp ingeschakeld van buurtorganisaties voor jongeren zoals Streetcornerwork en contact opgenomen met de wijkagent. Wilma: “Het zou helpen als een instantie die erin is gespecialiseerd om in gesprek te gaan met jongeren, fungeert als mediator.” Helaas heeft dat tot dusver volgens Wilma niet veel opgeleverd: “Het is lastig om te bedenken waar er behoefte aan is bij jongeren, omdat de behoefte ook weer wisselt als er een ‘nieuwe groep’ opstaat.” Op de vraag welke voorzieningen voor jongeren de buurt nodig heeft, heeft Wilma dan ook niet zo snel een antwoord. “Voorzieningen zijn ook vaak afhankelijk van subsidies, die regelmatig anders worden ingezet, bij bijvoorbeeld verandering van bestuur van het stadsdeel.” Hoewel ze dus nog niet precies weet hoe, en hiervoor de hulp van gespecialiseerde organisaties wil inzetten, is het volgens Wilma voor de school wel noodzakelijk dat er iets gebeurt om het contact met deze jongeren te verbeteren.

Behoefte aan buurtcontact

Minder zeker is Wilma over het belang van meer of intensiever onderling contact tussen buurtbewoners. In principe is het Huis van de Wijk er in de buurt voor om dat contact te stimuleren. Wilma: “Maar de rol van het Huis van de Wijk is niet helemaal duidelijk; het is niet bekend wat er te doen is of hoe je dingen kunt organiseren. Het Huis van de Wijk is daarnaast nogal onzichtbaar voor de bewoners.” Wilma vraagt zich af hoe het Huis van de Wijk een meer betekenisvolle rol in de buurt zou kunnen vervullen. Tegelijkertijd vraagt ze zich af of er in de Aker wel echt behoefte is aan meer buurtcontact en meer georganiseerde activiteiten voor de wijk. Buiten de school om is er volgens Wilma niet veel contact tussen de ouders, en dus de bewoners van de wijk, onderling. Wilma: “Het contact gaat vaak niet verder dan 3, 4 huizen. Mensen zijn veel weg overdag, de Aker is een slaapwijk”. Daarnaast, zegt Wilma, leven we in een tijd waarin mensen steeds meer op zichzelf gericht zijn: “Het aantal ouders dat betrokken is, lijkt af te nemen in vergelijking met tien jaar geleden.”

Toch is een basisvorm van contact, waarbij echt samen wordt geleefd, volgens Wilma wel cruciaal. Ze vraagt zich af of de samenstelling van de wijk aan het veranderen is: “Er lijkt een afname van bewoners met een autochtone afkomst te zijn.” Het streven is de scholen in de wijk ‘grijs’ te houden. Wilma: “We denken te zien dat er steeds minder kinderen van autochtone afkomst naar de drie basisscholen in de Aker komen. Ik denk dat steeds meer kinderen van autochtone ouders op de basisschool in Badhoevedorp worden geplaatst. Maar de scholen willen graag een goede mix van kinderen met diverse achtergronden.” Omdat het afhankelijk is van stedelijk plaatsingsbeleid waar welke kinderen op school terecht komen, ziet Wilma daar ook de mogelijkheid voor actie: “Het stedelijk plaatsingsbeleid zou ervoor moeten zorgen dat de scholen zo grijs mogelijk zijn en blijven. Hoe kunnen we voorkomen dat de verplaatsing naar Badhoevedorp doorzet? Dit is voor alle kinderen in een multiculturele stad als Amsterdam het beste. Dat geldt ook voor een wijk; een mix van zoveel mogelijk verschillende mensen.”

Het verhaal van Wilma laat zien hoe de school een afspiegeling is van de wijk. De Odyssee als wijkschool van de Aker, waar te zien is wie er in de wijk woont, hoe de bewoners zich tot elkaar verhouden, met welke problemen en ontwikkelingen de wijk te maken heeft, hoe de wijk verandert, én hoe er wordt geprobeerd om op een prettige manier samen te leven.

--

--

Simone van de Wetering
PLAATSMAKERS

Researcher and advisor social innovation at Kennisland