Gebenedijd (column)

Bridget blogt

SAM
sambyhan
3 min readApr 8, 2020

--

Tekst: Bridget Kievits

Inmiddels is het alweer de vierde week van de Corona-crisis. En het lijkt, eerlijk gezegd, een beetje alsof het nooit anders is geweest. Na de eerste week de onzekerheid, en het zoeken naar structuur en gewoonte, is mijn schema nu helemaal helder. Dinsdag ga ik naar de HAN, de rest van de week werk ik thuis.

Wekker gewoon op 7 uur, eerst een ochtendwandeling, dan ontbijt en krant, en om 9 uur op mijn werkkamer achter de computer. En dan gaat het eigenlijk de hele dag maar door: Teams-vergaderingen, Face-timen, telefonische afspraken, enzovoort. We doen het allemaal alsof we jaren niet anders deden. We ZOOMen en Appen ons een ongeluk — de eerste week was er een mer à boire aan mooie filmpjes die ter troost ende vermaak werden rondgestuurd (Alle menschen werden Brüder van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, heeft u die gezien? Zeer de moeite waard).

Er wordt binnen de HAN ongelooflijk hard gewerkt om zo goed mogelijk te zorgen voor continuïteit van het onderwijs. En of je nu docenten, ondersteuners of studenten spreekt, iedereen straalt een gevoel van verbondenheid en een rustig soort optimisme uit, en een gevoel van “we redden dit met zijn allen”. Ik hoor verhalen over docenten, die thuis met drie jonge kinderen er toch in slagen om hun studenten les te geven; slb’ers die achter hun studenten aanjagen, om er maar zeker van te zijn dat ze niemand uit het oog verliezen. Studenten die ook voor elkaar zorgen, en contact houden met elkaar. Academiemanagers die zich drie slagen in de rondte werken, vaak ook weer met kinderen thuis (“vloeibaar van verveling”, zoals Sylvia Witteman schreef), en die toch zorgen dat alles loopt en marcheert. Om erg van onder de indruk te zijn. Dat ben ik dan ook.

En wat ik ook ben, realiseer ik me, is een gebenedijde (voor wie het woord niet kent: een gezegende). Ik heb een vaste baan, een partner, een fijn huis met een tuin (en geen kleine kinderen of landerige pubers op de bank) — wat een verschil met veel anderen. Een goede vriendin van mij is single, en barstte vorige week in huilen uit toen ze hoorde dat deze situatie tot zeker 28 april voortduurt. Alles maar in je eentje moeten doen, al die tijd niet aangeraakt worden, ze vindt het ontiegelijk zwaar. Een andere vriend is musicus en zzp’er — al zijn inkomsten (in deze Mattheus-tijd!) uit het raam, en geen enkele zekerheid over wanneer dat verandert. Een derde vriendin heeft wel twee van die pubers thuis, van wie de jongste chirurgisch aan zijn gameconsole vastgeklonken lijkt — wat leidt tot ruzies en een vervelende sfeer in huis.

En dan, als je nog iets meer uitzoomt, en ons hier in Nederland vergelijkt met de armen of daklozen in Amerika, of de vluchtelingen in het kamp op Lesbos, realiseer je je dat we ons hier feitelijk in het paradijs bevinden en we in het geheel niet mogen klagen. En dat gebeurt dan ook niet, merk ik. Er is opmerkelijk weinig gezeur, of geklaag. Ik ben trots op de HAN’ers, en ik ben ook trots op ons allemaal hier in Nederland. Dat geeft mij een gevoel van optimisme, en een groter geloof in de mensheid dan ik in de afgelopen jaren heb gehad. Er is veel om dankbaar voor te zijn. Dus, laten we de moed niet verliezen, laten we blijven focussen op hoeveel er goed gaat. En goed blijven zorgen voor onszelf en voor elkaar. Ik wens u allen een heel mooi Pasen!

Bridget Kievits is lid van het College van Bestuur van de HAN. Zij schrijft om de drie weken voor SAM. Lees hier haar vorige bijdrage.

--

--

SAM
sambyhan

Journalistiek medium van de Hogeschool Arnhem & Nijmegen