Niet iedereen die de lift neemt, is lui (column)

SAM
sambyhan
Published in
3 min readDec 14, 2020
Foto: Derrick Treadwell op Unsplash

Nina heeft een beperking, maar die is niet zichtbaar. Waardoor men weleens denkt dat ze lui is. Haar tip: niet meteen conclusies trekken.

Tekst: Nina Rouwenhorst

Vrijdagochtend, om en nabij half twaalf. Strontzenuwachtig voor mijn tentamen stap ik de school in. Rugzak om, mondkapje op. Mijn hakken tikken op de grond als ik me richting de lift begeef. De deuren schuiven open, ik stap naar binnen en druk op het knopje voor de vierde verdieping. De deuren gaan dicht, maar voordat de twee ijzeren gevallen elkaar raken, wordt er abrupt een voet tussen gestoken. Verbaasd kijk ik toe terwijl de deuren weer open gaan. Tegenover mij staat een man, een hand op zijn middel, de andere spelend met de sleutels die hij vastheeft.
Hij: “Waarom ga je met de lift?”
Ik: “Hoe bedoelt u?”
Hij: “Waarom gaat iemand als jij met de lift?”
De toon waarop die woorden worden gezegd, zijn me maar al te bekend. In dat toontje zitten alle vooroordelen en waardeoordelen waar ik maar al te vaak mee geconfronteerd word.
Je bent jong, dus er is geen gegronde reden waarom je niet met de trap kunt.

Het ding is, die gegronde reden heb ik wel. Ik heb er zelfs twee. Mijn knieën, twee knokige exemplaren, die niet helemaal doen wat knieën moeten doen. Het is nogal een lang en oninteressant verhaal, maar de conclusie is dat ze het nogal lastig vinden om mijn lompe lichaam overal heen te slepen. Dat vinden ze te zwaar, dan gaan ze pijn doen, zeuren en steken. Net zo lang tot ik toegeef en op een bankje ga zitten uitblazen.
Dankzij een slimme orthopeed en fysiotherapeut doen mijn knieën het inmiddels weer wat beter, maar perfect wordt het niet. Ik heb mijn droom om ooit een marathon te lopen maar aan de wilgen gehangen. Van huis naar de supermarkt en weer terug is al ver genoeg.

Het ‘probleem’ is dat niet alle beperkingen zichtbaar zijn. Het staat nu eenmaal niet op mijn voorhoofd: “autistisch, lesbisch en lichamelijk beperkt.” Nu is mijn geaardheid alles behalve een handicap, behalve het feit dat ik gedoemd ben om de rest van mijn leven korte nagels te hebben, maar hopelijk begrijp je mijn punt. Ik moet keer op keer uitleggen waarom ik mijn handen voor mijn oren sla bij onverwachte geluiden en bij lange wandelexcursies soms thuisblijf.

Men moet er niet automatisch vanuit gaan dat jonge mensen die met de lift gaan ‘lui’ zijn. Dat we niet voor anderen opstaan in de trein omdat we geen zin hebben om te staan, maar omdat we dat fysiek niet kunnen. Kijk eens verder dan je neus lang is, misschien is er wel meer aan de hand maar kun je, of weiger je, dat te zien.

Dat tentamen heb ik overigens gewoon gehaald. Met een prachtige 8. Zet dát maar op mijn voorhoofd.

Nina Rouwenhorst is tweedejaars student Lerarenopleiding Geschiedenis bij de HAN. Ze schrijft om de week een column voor SAM. Lees haar vorige column hier.

--

--

SAM
sambyhan

Journalistiek medium van de Hogeschool Arnhem & Nijmegen