Ode aan mijn fiets (column)

Martijn van Koolwijk
sambyhan
Published in
2 min readFeb 18, 2019

Martijn maakt zich niet meer zo druk om bezittingen. Uitzondering op de regel: zijn fiets.

Foto: Markus Spiske

Ik heb het tegenwoordig niet meer zo op bezit. Hoe anders was dat een jaar of tien geleden, toen mijn bezit mijn identiteit was en ik pronkte met een woonkamer vol dvd’s en een heus gameconsole-museum. Hoe anders is dat nu. Oké, ik zal het superkut vinden om zonder laptop, Playstation of platenspeler door het leven te moeten, maar ook zonder die dingen blijf ik Martijn.

Er is denk ik maar een ding waar ik echt moeilijk zonder zou kunnen leven en dat is mijn oude trouwe ijzeren ros. Voordat ik van Arnhem naar Nijmegen verhuisde, had ik niks met fietsen. De benenwagen en de trolleybus brachten mij overal. Ook tijdens de beginjaren van mijn studie deed ik vaak graag iets langer over de route van deur tot deur door met het openbaar vervoer te reizen, maar tegenwoordig, sinds mijn werk als ambulant begeleider, kan ik niet meer zonder en dat merk ik aan alles.

Ik had mijn huidige fiets nog geen maand toen een of andere onverlaat op station Nijmegen zijn fiets met zo’n rekje voorop naast de mijne plempte. Om er tussen te passen werd mijn fiets opzij geduwd. Iets wat zijn littekens achterliet in de vorm van een slag in mijn gloednieuwe wiel. Het is sindsdien dat ik met angst in mijn hart mijn fiets op het station parkeer en zo veel mogelijk mensen oproep om de banden van fout geparkeerde fietsen met rekjes leeg te laten lopen.

Is dat hufterig? De schade is in ieder geval niet permanent.

Maar goed, tijdens werktijden zoef ik van cliënt naar cliënt en arriveer eerder op vergaderingen dan collega’s die hun werk met de auto verrichten. Daarnaast zorgt mijn fiets ervoor dat ik iedere dag genoeg beweeg. Kortom, ik hou van mijn fiets en zou niet meer zonder kunnen. Zelfs in het weekend, wanneer ik mij in een kroeg of bioscoop bevind, denk ik weleens aan mijn fiets die daar dan buiten, in de kou, voor de deur staat. Ik hoop dan dat hij, als ik buiten kom, er nog staat. Anders zou ik maandag voor mijn werk door de stad moeten lopen. Of wat zeg ik, rennen, om op tijd te komen. Ben ik bij cliënten en vergaderingen plots Martijn, die naar zweet ruikende jongen. Nee, dan ben ik veel liever die jongen op de fiets. Het enige bezit waar ik echt niet zonder kan.

Martijn schrijft om de week een column voor SAM. Lees hier zijn vorige bijdrage.

--

--

Martijn van Koolwijk
sambyhan

Afgestudeerd aan de HAN werkt schrijver Martijn in de geestelijke gezondheidszorg. Hij heeft onder meer geschreven voor Wintertuin en Mensen Zeggen Dingen.