Zorgplicht (column)

SAM
sambyhan
Published in
3 min readOct 12, 2020

Columnist Martijn vindt zijn werk in de geestelijke gezondheidszorg interessant. Maar het zorgt er ook voor dat je er soms niet van kunt slapen. Zo weet hij dat cliënt Willem aan de andere kant van het land is terwijl bij hem thuis acht katten aan het verhongeren zijn.

Foto: Roby Allario op Unsplash

Tekst: Martijn van Koolwijk

Willem heeft katten. Een setje. Kater en Poes. Tot zover geen probleem. Nu is Willem echter nooit thuis, hebben de katten een nestje van zes kittens en is de persoon die op Willems woning past — Freddy — opgepakt. Willem weet dit niet en iedere dag dat Willem dit niet weet, zitten de acht katten zonder eten. Stel je voor, je licht Willem hierover in en zijn reactie is: “Ja godverdomme, Freddy woont daar, betaalt mij geen zak, hij zorgt maar voor die beesten. Ik zit aan de andere kant van het land. Als ze kapot gaan ruimt hij hun en hun schijt maar op.”

Een vreselijke reactie, maar Willem is zijn hele leven zorgmijder geweest, zorgde voor veel problemen en leeft nu sinds een jaar op een aanvaardbare manier samen met de samenleving. Dat uit bovenstaand verhaal lijkt dat hij iemand illegaal in zijn woning laat wonen, wordt voor lief genomen. Oké, dat mag niet, maar er is geen mens die hier lichamelijk of geestelijk onder lijdt. Sterker nog: met de ervaring die je hebt, weet je dat het de maatschappij een hoop geld en gedoe kan schelen om dit door de vingers te zien, maar wat te doen met de acht levende schepsels in die woning?

Dilemma’s maken het werk in het sociaal domein interessant. Soms gaan dilemma’s over grote zaken. Denk daarbij aan het vraagstuk ‘Wie verdient er een woning op het moment dat de overheid zijn taak omtrent het recht op huisvesting verzaakt?’ Soms kleine. ‘Hoe bewaak ik mijn eigen werkwijze en de visie van mijn werkplek tegenover een organisatie met een totaal andere visie, zonder de samenwerking te schaden?’ De lastigste dilemma’s zijn echter de vraagstukken die op het gevoel spelen. Zoals vraagstukken rondom kinderen en (huis)dieren. Waar je bij die eerste groep nog terug kan vallen op een flinke stapel specialisten en wetten, zijn dieren bij wet geen levende wezens maar producten. Er is inmiddels uiteraard allerhande jurisprudentie ontstaan en dierenverwaarlozing en -mishandeling is gelukkig strafbaar, maar het dier blijft een ding zonder rechten.

Letterlijk zou ik de regel dat ‘geen mens lichamelijk of geestelijk lijdt’ hier dus door kunnen trekken, aangezien er wel degelijk iemand lijdt. Ikzelf kan niet slapen, wetende dat in het huis van een van mijn cliënten een nest kittens met ouders een honger- en uitdrogingsdood aan het sterven is. Gelukkig bestaat het telefoonnummer 144. Dit is niet alleen de dierenpolitie, maar ook een overlegorgaan waar je met dit soort dilemma’s terecht kunt. In het geval van de katten van Willem liep het gelukkig met een sisser af. Net nadat mijn collega en ik besloten hadden de wijkagent te bellen om de voordeur te laten forceren, kregen we bericht dat Freddy weer op vrije voeten was.

Eind goed, al goed, maar met een zure nasmaak. Op het moment dat wij er als mens voor kiezen levende creaturen in huis te halen — of dit nu een kind of een dier is — heb je de plicht ervoor te zorgen. Het is dan vaak ook pijnlijk om te zien dat mensen die nauwelijks rond kunnen komen of bijna nooit thuis zijn, toch dieren nemen, wetende dat de onvermijdelijke dierenartsbezoekjes, hygiëne en het geven van voldoende aandacht en voeding voor problemen gaan zorgen.

Voormalig HAN-student Martijn van Koolwijk werkt in de ggz. Hij schrijft om de week voor SAM. Lees hier zijn vorige bijdrage.

--

--

SAM
sambyhan

Journalistiek medium van de Hogeschool Arnhem & Nijmegen