Fysieke ruimte

katalysator van een leefbare buurt?

Jos van Kuik
Team Amsteldorp
5 min readJul 22, 2014

--

De radio staat aan, mijn collega’s zijn op pad en ik ben de enige in ons kantoortje als buurtbewoonster Djoeke binnen komt rennen. “Jos, ik heb zoveel bewoners gesproken en ik moet de verhalen uit mijn hoofd krijgen voor ik ze vergeet. Kun jij me hierbij helpen?” Uiteraard doe ik dit graag. Djoeke is vanaf de start bij ons aangeschoven en komt sindsdien iedere dag bij ons langs om haar ervaringen en inzichten vanuit Amsteldorp met ons te delen. Wat mij betreft maakt een samenwerking zoals deze, mét buurtbewoners, dit labproces echt rijker .

Dit wordt bevestigd vanuit onverwachte hoek, als Djoeke begint te praten. “Ik heb met bewoners gesproken die niet met jullie willen spreken, maar wel met mij.” Ik vraag hoe dit komt. “De bewoners zijn boos op instanties, en praten niet met hen. Ze willen wel met mij praten, omdat ik ook een buurtbewoner ben”. Deze berichten ben ik nog niet eerder tegengekomen. Het is goed om te leren dat wij als ‘team Amsteldorp’ dus ook als een instantie worden gezien, net zoals de gemeente en dienstverleners.

Djoeke heeft vanochtend vier bewoners gesproken. Omdat zij dit niet direct met ons wilden delen probeer ik de grote lijnen uit deze verhalen te halen, in plaats van ze anekdotisch te beschrijven. Een aantal thema’s komen naar voren:

1) Gebrek aan winkelvoorzieningen

Ook deze bewoners betreuren de afwezigheid van winkels in Amsteldorp. “De enige manier op de buurt te redden is een winkel waar ouderen naar toe kunnen. Het Hoekhuys is te ver lopen, en andere winkels zijn te ver weg. Ook is het Hoekhuys te ‘klef’, terwijl mensen juist behoefte hebben aan een neutrale plek, zoals een winkeltje.”

2) Gebrek aan groenonderhoud

Naast het gebrek aan winkelvoorzieningen gaat ook het groenonderhoud achteruit. “Er komt steeds meer gras tussen de tegels. Vrijwilligers kunnen dit niet allemaal onderhouden, dit moet de gemeente doen.”

3) Drugs op het pleintje

Ons kantoor zit op het speelpleintje aan het Buitenrustpad. Althans, als je fantasie het toelaat. De glijbaan is al maanden afgebrand en niet vervangen, en de spelende kinderen zijn dagelijks op één hand te tellen. De bewoners vertellen hoe dit zit. “Er wordt softdrugs gedeald op het pleintje, en bij de skatebaan. De buurt verandert snel in een drugsbuurt. Dit wordt elk jaar erger, en het pleintje vernieuwen heeft geen zin, dit wordt toch gesloopt.”

Een andere bewoner geeft aan dat “het pleintje moet worden platgegooid, en er huizen moeten komen. Er zijn twee bendes in de buurt, van buiten het dorp. Zij leggen bewust vuurwerk neer zodat de kinderen niet meer op straat durven spelen. Ik laat mijn 14-jarige kleindochter niet alleen buiten spelen. Een hek om het pleintje heeft ook geen zin.”

De bewoners weten wel wie het pleintje heeft vernield, maar durven dit niet te melden vanwege intimidatie. “De hangjongeren dagen de oudere bewoners uit.” Ook vinden bewoners vaak drugszakjes op straat en zijn er veel zwervers. De wijkagent geeft niet thuis, “die zie je nooit.”

4) Plaatsingsbeleid bewoners

Als laatst hoor ik veel berichten terug over het plaatsingsbeleid van ‘mensen met een rugzakje’ in de wijk. Bewoners hebben het idee dat er een bovengemiddeld grote groep mensen met een urgentieverklaring een woning krijgt toegewezen in Amsteldorp. Door deze groep verandert de wijk in rap tempo, zeker voor bewoners die er al een lange tijd wonen.

Als deze bewoners een benedenwoning krijgen toegewezen zijn zij vaak niet in staat om hun tuin te onderhouden. Dit draagt bij aan de verloedering, aldus de bewoners die Djoeke gesproken heeft. “‘Normale’ bewoners vinden zo geen aansluiting in de buurt, en willen verhuizen.”

Onveiligheid
Wauw. Na drie kwartier meeschrijven moet ik dit even op me laten inwerken. Er klinkt veel boosheid in de verhalen die Djoeke mij vertelt. “De moed is in mijn schoenen gezakt, ik sta met mijn rug tegen de muur.” “Ik heb al jaren met de gemeente gepraat maar zij doen geen klap.” Ik begrijp nu ook waarom deze bewoners wellicht niet met ons direct wilden praten, het lijkt erop alsof ze de hoop hebben opgegeven.

Uiteraard is mijn beschrijving vanuit derde hand, dus ik kan deze verhalen niet bevestigen. Wel herken ik een aantal punten uit gesprekken met andere bewoners, zoals het gebrek aan winkels en het groenonderhoud. Wat me opvalt in deze verhalen is het ervaren gevoel van onveiligheid in de buurt. Dit zegt niks over harde cijfers, maar het lijkt een terugkerend thema te zijn. Zonder een specifieke oorzaak aan te wijzen — ik kan wel inschatten, maar niet bewijzen wat bijvoorbeeld het effect van het drugsgebruik op het pleintje is — spelen alle bovenstaande punten een rol in het ervaren gevoel van onveiligheid. De bewoners geven aan dat mensen niet meer naar buiten durven, en ook geen reden hebben om naar buiten te gaan. Mensen vereenzamen op deze manier, en sociale contacten verloren. Uiteindelijk “willen veel mensen verhuizen”.

Na deze verhalen moet ik gelijk denken aan de Broken Windows Theory. Deze theorie komt oorspronkelijk uit de criminologie en wordt vaak aangehaald in beleidsontwikkeling. Kort door de bocht zegt de theorie het volgende: “maintaining and monitoring urban environments in a well-ordered condition may stop further vandalism and escalation into more serious crime.”

Totaal onwetenschappelijk en niet gebaseerd op valide onderzoek is het toch interessant om in het licht van deze theorie naar bovenstaande (en andere) verhalen te kijken. Veel van wat we terughoren gaat namelijk over onderdelen van de fysieke ruimte. Winkels, groen- en tuinonderhoud, het pleintje, gesloten luiken.

Fysieke ruimte als katalysator
Ik merk dat er in onze werkwijze en aannames een spanningsveld zit als het gaat om de fysieke ruimte. We hopen eigenlijk dat ideeën en en wensen van bewoners de fysieke ruimte ‘ontstijgen’, omdat deze ideeën meer inhoud aan ‘zelfstandig ouder worden’ zouden verlenen. Nu ik dit schrijf valt me pas op hoeveel de fysieke ruimte misschien wel betekent, en dat wij dit als onderwerp onderwaarderen in onze labsprint.

Verloederingen in de fysieke ruimte kunnen namelijk een cascade van andere problematiek, ook rondom zelfstandig ouder worden, veroorzaken. Als er geen winkeltje meer is waar bewoners heen kunnen, komen zij niet meer buiten. Als het leeg is op straat is het aantrekkelijk voor drugsdealers om zich hier te vestigen. Als het speelpleintje niet wordt gerepareerd, komen ook de kinderen niet meer buiten. Uiteindelijk kan dit allemaal bijdragen aan een gevoel van onveiligheid voor sommige bewoners, waardoor de cirkel in stand worden gehouden. Enzovoorts enzovoorts.

Dit is geen hard bewijs, en ik weet ook niet of het allemaal waar is. Er volgt nog een verhaal waarin de cijfers rondom deze thema’s besproken worden. Toch horen we deze ervaringen van een aantal terug, wat reden genoeg is om er wat dieper in te duiken. Sommigen geven aan terug dat ze voelen alsof hun wijk het ‘afvoerputje van Amsterdam’ is, omdat er niks wordt gedaan aan hun klachten. Alsof de wijk toch al verloederd is, waardoor bewoners met een urgentieverklaring hier ‘ook wel geplaatst’ kunnen worden.

Het is zeker dat er niet één specifiek probleem aan te pakken is waardoor de wijk verbetert. Al deze factoren spelen mee. Dit betekent dat je ook de fysieke ruimte moet aanpakken, wil je werken aan abstracte en overkoepelende onderwerpen als ‘zelfstandig ouder worden’. Waar onderdelen van de fysieke ruimte fungeren als katalysator van onveiligheid, fungeren zij ook als katalysator om dit gevoel terug te draaien, en Amsteldorp uiteindelijk een fijnere plek te maken om te wonen. Voor jong, én voor oud.

--

--