Afrondend

Robert Groenewald
Afstudeerproces blog
10 min readJun 7, 2015

In een ver verleden, januari 2015, begon ik met het afstudeerproces. En nu zijn we alweer in de maand juni, bijna aan het einde van het hele proces. Sindsdien is er een hoop gebeurt, en heb ik een hoop geleerd. Ik ben een aantal keer flink tegen de lamp gelopen, maar heb ook grote progressie gemaakt in mijn denken en maken.

Het begon allemaal met het idee dat ik geïnspireerd was door het vormgeven van een ruimte met een licht installatie. Een doordat ik sinds een tijd aan yoga en meditatie doe en in het moment probeer te leven wil ik graag bereiken dat het publiek een bewuste staat van zijn ervaart, in het moment van de ervaring. Dat noemde ik toen nog het Nu-effect, dat is veranderd naar meditatieve staat, en toen naar in-het-moment ervaren.

Ik was geïnspireerd geraakt door Solid Light Films van Anthony McCall, een donkere ruimte gevuld met rook, waarin geprojecteerd word met simpele vormen en lijnen. Door de rook werd het licht solide, bijna tastbaar. Ik wilde het aanraken en er mee spelen, ik ervaarde deze installatie in het moment, ik vergat de rest van de wereld om mij heen. Hier wilde ik wat mee!

Toen kwam de OASE week. Daarin moesten we onze eerste schets of plan presenteren waar we de komende tijd mee bezig gingen. Ik was heel zenuwachtig om dit te doen, en tijdens de presentatie brak het zweet me uit. Ik vond het ongelofelijk spannend om dit deel van mijzelf bloot te geven, maar het is volgens mij wel goed overgekomen. Mijn plan was om te gaan onderzoeken hoe ik het publiek het Nu-effect kan laten ervaren door hun in een ruimte te laten zijn waar ik een esthetisch interessante lichtinstallatie heb vormgegeven. Met als insteek dat ik meditatie op mezelf ga toepassen en ingangen ga zoeken om elementen uit de meditatie en yoga toe te passen op de lichtinstallatie.

Toen die presentatie er op zat was het tijd om aan de slag te gaan. De eerste grote presentatie die gepland stond had als thema “Ik als maker”. Dus dat betekent dat ik moest gaan onderzoeken wie ik ben als maker en wat mij uniek maakt. Verder was het belangrijk om een planning te maken voor de komende tijd, nieuwe bronnen opzoeken en analyseren en zelf dingen ervaren. Andere inspirerende bronnen had ik al gauw gevonden, want veel daarvan kende ik al van persoonlijke interesse of van andere projecten. De meest inspirerende die ik ook heb gebruikt voor mijn bronnenanalyse zijn: The Weather Project van Olafur Eliasson, WedgeWork III van James Turrell, Resonance van Lidy Six en natuurlijk Solid Light Films van Anthony McCall.

Ik kwam op deze opleiding met het idee dat ik de techniek projection mapping verder wilde onderzoeken. En dat heb ik ook gedaan, ik heb een aantal spannende installaties gemaakt. Maar deze interesse vervloog eigenlijk alweer aan het einde van het eerste jaar. Ik raakte geïnteresseerd in het maken van interactieve installaties door middel van Arduino’s met verschillende sensoren. Ik wilde ook graag nieuwe audio-visuele instrumenten en installaties maken. Dat was leuk, maar al gauw bleek dat ik publiekservaringen wil maken met licht, puur licht (en geluid). Ik vind dat licht hele spannende dingen kan doen met ruimtes en mensen, het kan de perceptie van de realiteit helemaal op zijn kop zetten. En dat doe ik ook graag, dingen op zijn kop zetten!

Ik heb mijn bronnen op verschillende manieren onderzocht, sommige heb ik daadwerkelijk kunnen ervaren, en sommige heb ik van foto’s en interviews met de maker analyses gemaakt. De eerste inhoudelijke analyse die ik heb gedaan is hoe het Nu-effect word toegepast op het publiek. Daarvoor heb ik in eerste instantie The Weather Project en Resonance geanalyseerd. Bij The Weather Project is het artificiële beeld dat je ziet in een vervreemdende context geplaatst, een kopie van de zon in een expositie ruimte. Door de vervreemdende context word je gestimuleerd om dat wat je al kende opnieuw te bevragen, je word aan het denken gezet. En omdat je eerst ongeveer 150 meter moet afleggen voordat je bij de lichtbron bent, verplaats je je al denkend door de ruimte. Door deze combinatie kom je in een andere staat van zijn, het Nu-effect. Wat ik mee wil nemen uit deze installatie is dat ik graag wil bereiken dat het publiek door de ruimte gaat bewegen, ontdekken en spelen.

Bij de ervaringsruimte Resonance kom je in het hier-en-nu doordat de duratie van verandering heel erg groot is. Over tijd veranderen de kleuren in de ruimte, en omdat dat zo lang duurt ga je jezelf afvragen of dat er daadwerkelijke wel iets veranderd en wat je nu ervaart. Men ervaarde dat ze “in” de ervaring zaten en dus in zichzelf zaten, en ook momenten dat ze uit de ervaring waren, en dus de ruimte buiten zichzelf ervaarde. Door de tussenruimte (“MA”) zo groot te maken ervaarde het publiek een meditatieve staat van zijn, en kwamen er bij sommige mensen door de kleuren associaties of oude herinneringen naar boven. Wat ik mee wil nemen uit deze installatie is het ervaren van het verloop van tijd.

Dit Nu-effect is soms lastig uit te leggen zonder heel zweverig te worden. Ik had in het begin van het project dit proberen uit te leggen door middel van anekdotes, zoals vallende sterren zien, zonsondergang bekijken, mediteren, etc, veel gericht op natuurverschijnselen door mijn inspiratie van het werk van Olafur Eliasson. Maar bij veel van die anekdotes bleken heel erg persoonlijk voor mij zo te zijn, maar anderen vonden juist niet dat ze dat dan ervaarden, maar bijvoorbeeld wel als ze onder een hete douche stapten. Het Nu-effect beschrijft eigenlijk een staat van zijn. Bij Resonance is dat een meditatieve staat van zijn, doordat je echt in de ervaring zit, bij The Weather Project is dat omdat je een vervreemdende context ervaart. En voor mij betekent het nu: een bewuste staat van zijn ervaren in het moment, het gevoel hebben dat je het hier-en-nu ervaart. Maar dat laatste kun je wel pas zeggen als je reflecteert op je ervaring, na de ervaring zelf.

Waar ik ook tegenaan liep was de paradox waarbij ik het publiek bewust de ruimte wilde laten ervaren, en dat men in een meditatieve staat van zijn wil brengen, waarna er ook nog een reflectief moment over de ervaring zou ontstaan. Dit zorgde voor een hoop verwarring in wat ik wilde bereiken bij het publiek. Ook was ik er nog niet uit dat ik met een “meditatieve staat van zijn” bedoelde. Hiermee wilde ik eigenlijk zeggen dat het publiek een bewuste staat van zijn ervaart. Wat ik wil bereiken is dat de ervaring voor het publiek eerst de ruimte bewust ervaart en dus buiten zichzelf dit ervaart, en later de ervaring meer naar binnen word gericht bij het publiek. Dit kan ik bereiken door bijvoorbeeld het lichter of donkerder te laten zijn in de ruimte, want als het licht is, gaan de ogen hun werk doen en zal het publiek meer bewegen, en als het donker is gaan andere zintuigen beter werken en het publiek meer stil gaan staan.

Wat ik heb geleerd voor mijn installatie van de bronnenanalyse is dat ik graag wil dat het publiek door de ruimte kan bewegen, ik wil een soundscape ontwikkelen die het licht in de ruimte aanvult, dat ik minimalistische vormen wil gebruiken en de installatie is veranderend over tijd. De volledige bronnenanalyse is hier te lezen. Ik heb ook een aantal grafieken gemaakt met parameters om de bronnen in te kunnen delen, om een sweet-spot te vinden, waaraan mijn installatie moet voldoen. Ik heb parameters gebruikt zoals: theatrale spanningsboog, open, gesloten, statisch en dynamisch. Wat er al gauw gebeurde is dat ik een te zwart-witte analyse maakte van de bronnen. De parameters en de invulling daarvan werkten tegenstrijdig. Daarom heb ik een lijst met andere parameters opgesteld om mijn bronnen met een andere insteek te analyseren. Ik heb hier parameters gebruikt zoals, frequentie, intensiteit, kleur, volume, zintuigen, toegankelijkheid, ruimte, etc. Een overzicht van opgestelde parameters om elementen uit de bronnen beter te begrijpen staat hier. Ook zijn er al blogposts geplaatst die dieper ingaan op de inhoud van de bronnen.

Meer kennis die ik heb opgedaan door het ervaren en analyseren van mijn bronnen:

  • Dat licht gericht in de pupil voor een vernauwing van de pupil zorgt, en dit zorgt voor een betere waarneming van licht van lagere intensiteit (Resonance)
  • Dat het publiek het snelst bewegende object is in een lichtinstallatie, dit zorgt ervoor dat men zelf gaat bewegen. Als het beeld sneller beweegt, gaat het publiek meer staan kijken. (Solid Light Films)
  • Als het donker is in een ruimte, trekt het bewustzijn en de ervaring meer naar binnen, zal er minder bewogen worden, en gaan de andere zintuigen meer hun werk doen.
  • Een felle lichtflits in het donker ervoor zorgt dat je even moeilijk in het donker kan zien.
  • Dat een lichtsluis voor een verbreding van de pupil zorgt, en dat de ogen wennen aan het donker. Ook zorgt het voor een theatrale overgang in een andere werkelijkheid (WedgeWork III)
  • Dat de fysiologische ervaring van kleur invloed kan hebben op de emotionele toestand. (Vinny Jones)
  • Dat flikkerende kleuren van hoge frequentie patronen veroorzaakt op het netvlies. (Common Structures)

Om mijn aannames en methodes om mensen in een bewuste staat van zijn te krijgen te verifiëren, ben ik verschillende tests gaan doen. Ik heb verschillende installaties gebouwd en uitgeprobeerd met mensen om te kijken hoe zij daar op reageerden en wat ik de volgende keer anders zou moeten doen. De eerste tests die ik heb gedaan waren vooral bedoelt om mijzelf sturing te geven in wat ik wilde maken. Als eerste had ik een hele grote kubus van TL armaturen gemaakt en deze opgehangen in de grote zaal. Daarna heb ik verschillende experimenten met gekleurd licht gedaan, en heb ik mensen in verschillende ruimtes gezet met kleur en/of projecties. Wat ik daarvan heb geleerd is dat ik geen kleur wil gebruiken om emoties bij mensen op te wekken, dat ik iets in de ruimte wil maken wat er is, maar eigenlijk ook niet, dat ik een grote donkere ruimte gevuld met rook wil hebben waar mensen in kunnen bewegen en dat ik een live systeem nodig heb om op mensen in te kunnen spelen en de ervaring op dat moment naar mijn hand kan zetten.

Nadat ik al deze kleine tests had gedaan kreeg ik de mogelijkheid om 1 dag in een lokaal een grote installatie te bouwen. Mijn idee was om een Noorderlicht installatie te maken, met rook en projecties. Er gingen vier tot zes mensen tegelijkertijd in. Wat gelukkig wel gebeurde was dat het publiek met het licht ging spelen en ontdekken. Wat ik geleerd heb van dit experiment is, dat je strakke vormen moet projecteren om solide licht vormen te krijgen, dat ik te veel kleur heb gebruikt, dat de positie van de beamers van cruciaal belang zijn voor de compositie en waar mensen heen bewegen, dat de groepsgrootte voor deze ruimte goed was, net niet te druk, er was genoeg ruimte om te kunnen bewegen, sommige mensen veel bewegen, en sommige wat minder. Wat ik hier niet heb kunnen onderzoeken, is of dat ik mensen kan regisseren met licht, ze laten bewegen en tot stilstand kan brengen en dat de ervaring bij het publiek naar binnen en naar buiten keert. Een uitgebreidere analyse van de tests staat hier.

De resultaten uit de afgelopen tests waren veelbelovend. Ik heb het idee dat ik iets spannends te pakken heb, maar waar nog wel wat aan gesleuteld moet worden om het een succes te laten zijn. De volgende stap die ik nam was dat ik de projecties in de installatie live kan aansturen, en kan inspelen op het publiek. Ik had een systeem voorbereid door Ableton en Resolume samen te laten werken. Ik had een soundscape voorbereid, ik kan met MIDI signalen video’s in Resolume aansturen en ik had nieuwe video’s voorbereid met minimale vormen. Ik had 4 beamers laag bij de grond gezet, die ik net naast het midden van elke muur had gepositioneerd. Ik liet telkens 2 mensen tegelijk naar binnen, en liet ze in het midden van de ruimte staan. Veel mensen waren door deze nieuwe wereld nieuwsgierig geraakt naar wat er gebeurde als ze door de ruimte gingen lopen. Ze gingen spelen met het licht, het licht aanraken en onder het licht liggen. Sommigen gingen precies op een snijpunt zitten van 2 beamers om zo een totaal ervaring te krijgen.

Wat er bij deze tests uitkwam is dat ik daadwerkelijk mensen kon aansturen op hun gedrag. Ik kon ze laten bewegen en stil laten staan, en ik kon de mensen verassen door mooiere projecties in te zetten op bepaalde momenten. Waar ik nog wel aan moet werken is het verloop, zonder er een verhalende structuur aan te geven, meer beeld koppelen aan geluid, zodat het een betekenis krijgt (ritmisch), en meer associatieve geluiden maken, zodat er minder geluidsmoeheid optreed. Ook is het belangrijk om als maker aan te geven wat mijn regelset is, hoe mijn brein werkt, aangeven wat mijn structuur is om te reageren op het publiek. Hiervoor heb ik 2 flowcharts gemaakt die voor mij en anderen duidelijk maakt wat wanneer de bedoeling is dat gebeurt. Ik heb de installatie op 4 fases ontworpen, kijken, ontdekken, spelen en stilstand. Door het publiek door deze 4 fases te laten gaan, zal dat er voor zorgen dat het publiek de ervaring in het hier-en-nu beleeft. Tijd, ruimte en gedrag komen samen in deze interactieve lichtinstallatie.

Mijn werk tot nu toe heeft geresulteerd in een prototype van een interactieve lichtinstallatie die toepasbaar is voor verschillende doeleinden. Ik ben in gesprek met de organisatie van Stekker in de Tunnel, om mijn lichtinstallatie in een festival neer te zetten. Wel de juiste doelgroep, maar een hele andere setting en sfeer. Ook ben ik in gesprek met mensen van Radion Amsterdam, een nachtclub met café en expositie ruimte. Zij waren gecharmeerd van mijn werk en willen mij voor een week een ruimte bieden. Hier wil ik graag 2 verschillende versies voor ontwikkelen, 1 live-performance voor doordeweeks, en een pre-recorderd versie voor tijdens de club night. Daarnaast ben ik met 2 partijen in gesprek om deze lichtinstallatie toe te passen op yoga lessen, om een speciale verruimende yoga ervaring neer te zetten.

De publiekservaring:

Het publiek beweegt in een interactieve licht installatie, men zal worden uitgedaagd om de interactie aan te gaan met het licht en de ruimte. De installatie zal intuïtief reageren op het publiek, en zal stimuleren op het doorlopen van 3 verschillende fases: kijken, ontdekken en stilstand. Het doorlopen van deze fases zal er voor zorgen dat het publiek zich zal bevinden in het hier-en-nu.

--

--