Qatar nochtans geen zin in.

Nico Van Dyck
FC Socrates
Published in
6 min readDec 23, 2019

Velen onder ons wisten het al lang maar nu is het ook officieel: Liverpool FC is de beste ploeg ter wereld. In Doha scoorde de meest fenomenale Braziliaanse voetballer van de afgelopen jaren de winnende treffer tegen de meest fenomenale Braziliaanse ploeg van het voorbije jaar.

In tegenstelling tot wat gedacht wordt door supporters van ploegen die nog nooit hebben mogen deelnemen: het Wereldkampioenschap voor Clubelftallen is wel degelijk serious business. Zoals Bob Paisley ooit antwoordde op de vraag of deze trofee van belang is: “Try qualifying for it.”

En mocht iemand nog twijfelen: vraag misschien eens aan een van de 15.000 (ja, vijf-tien-duizend) Flamengo-fans die de oversteek uit Rio gemaakt hebben, of zij dit maar een waardeloos toernooitje vinden…

Winnen werkt verslavend.

Doha no-go

Daar zat ik dan, thuis voor de buis, met de gebruikelijke knoop in de maag wanneer de Reds ten strijde trekken en ik niet mee in de frontlinie sta. Daar had ik echter zelfbewust voor gekozen.

In de eerste plaats omdat ik een redelijk groot moreel probleem heb om voetbal te zien in een stadion dat door een moderne vorm van slavernij tot stand is gekomen — het wel en vooral het wee van de honderdduizenden importarbeiders uit de Filipijnen, Nepal enz. is welbekend, denk ik.

Met wat ik dus al wist over het leven in het Arabische emiraat en wat later werd bevestigd in het hieronder getoonde reisadvies van Liverpool FC voor de ca. 1.500 volgelingen die de trip zouden maken, was de beslissing dan ook snel genomen.

Je zal in Qatar maar een homoseksuele Nepalese bouwvakker met een drankprobleem zijn.

En verder had ik ook weinig zin om voor onafzienbare tijd in een Qatarese cel te belanden. Bijvoorbeeld omdat ik even zou wankelen bij het verlaten van een hotelbar (waar ik dan waarschijnlijk nog €15 voor een halveliter Nederlandse kamelenpis had betaald). Of omdat ik one of my best Scouse mates in het stadion een dikke smakkerd vol op de lippen zou geven nadat we kapitein Henderson de beker hebben zien omhoogsteken.

Los van dat alles wilde ik natuurlijk wel dat Liverpool de enige nog nooit door de club gewonnen beker mee naar huis zou brengen. Per slot van rekening is iedere voetbalclub ook maar een moderne slaaf van instellingen als UEFA en FIFA. Weigeren om deel te nemen is geen optie. Maar dat alles is misschien voer voor een ander stukje.

“Maar” Monterrey

In tegenstelling tot zowat 90% van de bekenden op mijn Facebook- en Twitter-tijdslijnen was ik er niet meteen van overtuigd dat Liverpool zo maar eventjes snel de finale zou halen.

6 continentale winnaars en een gastheer. Ideale quizvraag.

Dat noch Hienghène Sport (ploeg uit Nieuw-Caledonië en de huidige kampioen van Oceanië, ik heb het even voor u opgezocht) noch het plaatselijke Al-Sadd (dat mocht deelnemen om wat meer couleur locale aan het hele gebeuren te geven) kans maakten om Monterrey een pad in de Mexicaanse korf te zetten, was wel duidelijk.

Maar dat Liverpool zomaar eventjes de winnaar van de CONCACAF-versie van de Champions League opzij zou zetten, leek me toch wat voorbarig. Daarvoor heeft Mexico op de voorbije wereldkampioenschappen net iets te veel indruk gemaakt.

En enigszins noodgedwongen - een zieke Van Dijk en een nog niet helemaal fitte Wijnaldum - maar deels ook om spelers in de bijzonder hectische decembermaand toch een beetje rust te gunnen, verschenen de Reds aan de aftrap met een redelijk vertimmerde ploeg. Jordan Henderson op de libero en Adam Lallana op “de zes”, het is weer eens iets anders. Ook de 4de beste aanvaller van de wereld, Divock Origi, stond aan de aftrap.

Het duurde dan ook tot de blessuretijd vooraleer Bobby Firmino na een waanzinnig perfecte voorzet van Trent Alexander-Arnold subtiel kon intikken aan de eerste paal om er 2–1 van te maken. Naby Keita had Liverpool vrij vroeg 1–0 voor gebracht, maar Monterrey maakte nagenoeg meteen gelijk en had verder zeker nog een aantal dikke kansen, die telkens door een ronduit uitmuntende Alisson Becker werden gepareerd.

Jürgen, please never change.

Flamengo in de finale

Voor wie wil weten hoe de Rubro-Negro zich kwalificeerden voor het grote woestijntoernooi, brengen we graag de twee verslagen over de finale van de Copa Libertadores van onze Zuid-Amerikaanse correspondent in herinnering: https://medium.com/fc-socrates/eindexamen-voor-de-pop-gallardo-1cabc0867104 en https://medium.com/fc-socrates/de-gazet-van-maandag-23cc5c42a81.

Sinds FIFA op het iets minder lumineuze idee is gekomen om van de Wereldbeker een competitie te maken in plaats van één rechtstreekse finale, zoals bijvoorbeeld in 1981, toen het Flamengo van Zico met 3–0 de maat nam van het Liverpool van Kenny Dalglish, eindigt het WK der Clubs doorgaans nog altijd met een finale tussen de Europese en Zuid-Amerikaanse kampioen.

Kenny v Zico

Behalve dan bijvoorbeeld in 2018 toen het lokale team (!) Al-Ain in de halve finale River Plate versloeg met de penalty’s. Bij in Buenos Aires residerende leden van de FC Socrates-redactie komt nu stoom uit de oren, maar dat terzijde.

Met die wedstrijd in 1981 in het achterhoofd plus het feit dat het legioen Flamengo-fans ook nu in Doha nagenoeg onophoudelijk zong over die match, was het dus simpelweg payback time.

En of Jurgens lievelingen dat wisten. Al na 40 seconden kreeg Bobby Firmino een gouden kans voorgeschoteld van wie anders dan Trent Alexander-Arnold, maar hij schoot net over. Niet veel later zoefde een schicht van Liverpools rechtsachter maar net naast.

Daarna kwam Flamengo geleidelijk aan meer in de match en de Mengão bleken uit bijzonder goed Amazonehout gesneden te zijn. Vooral Bruno Henrique maakte indruk. Hij was veruit de bedrijvigste luis in de Liverpool-pels en hield Liverpools enige Scouser in the team (Trent A-A) danig aan de klap.

The Legend is back.

De tweede helft leek van bij de start een kopie van de eerste: meteen een kans voor Roberto Firmino, maar nu trof hij de paal. Daarna leken beide clubs beurtelings het wedstrijdlaken naar zich toe te trekken, maar niemand slaagde erin om een tijdelijk overwicht om te zetten in doelpunten. De Flamengo-doelman haalde een weergaloze trap van Henderson uit de kruising, Alisson Becker moest alle zeilen bijzetten op een trap van Gabriel Barbosa.

De wedstrijd leek dan ook op verlengingen uit te draaien tot Sadio Mané in de 90ste minuut het straatje werd ingestuurd en net voor hij kon afwerken door Rafinha onder de mat werd geschoffeld: PENALTY! Dachten we… want de Qatarese scheidsrechter wees resoluut naar de stip.

De muezzin in het VAR-busje riep hem echter tot de orde. Bij het opnieuw bekijken van de beelden bleek dat de fout mogelijk net buiten de 16 was gemaakt. Vrije trap dan in plaats van strafschop zou het logische gevolg zijn.

Maar nee hoor. Tot grote consternatie maakte de referee niet alleen de elfmeter ongedaan, hij gaf de bal aan de keeper en liet die het spel hervatten. Onwaarschijnlijk.

Als deze scheidsrechterlijke blunder een positief gevolg had, dan was het wel dat hij de vastberadenheid in het Liverpool-kamp alleen maar groter maakte. Die beker moest en zou mee naar Merseyside komen. En kijk, zowat halfweg de eerste verlenging bereikte een meesterlijke pas van the Captain onze Senegalese chouchou.

Sadio controleerde het leer, draaide om zijn as en legde de bal klaar voor de aanstormende Firmino. Bobby, coolness personified, dribbelde de keeper en een verdediger en werkte ijskoud af. 1–0, truitje uit en boeken dicht.

Flamengo had nog wel een stuiptrekking in huis maar de controle over de wedstrijd was nu 100% voor Liverpool. Alleen in de laatste minuut van de tweede verlenging kreeg de jonge invaller Lincoln nog een kans, maar hij trapte huizenhoog over.

Liverpool wereldkampioen. Gelukkig nieuwjaar.

Amen

--

--